Isurolamna affinis? Meerdere tanden uit het zwin.

[Dino15]

Ik heb deze tanden bewaart als isurolamna affinis in een bakje met haaientanden uit het zwin, kloppen mijn determinaties er kunnen natuurlijk altijd een paar andere soorten tussen zitten zoals i. Gracilis of b. Lerichei die ik verkeerd heb gedetermineerd.

Alvast bedankt.

Nick.

[Dino15]

Nog wat tandjes, zelfde vraag.

[Dino15]

Laatste tandjes, zelfde vraag.

[Dino15]

Ik wacht al dagen op een antwoord, zijn alle haaientanden experts vertrokken vraag ik me af...

[pa3djc]

Ik ben er nog maar heb met deze soort zelf moeite.
Groeten Aad.

[FossilDude]

Je kaart hier een lastige groep aan. Ik ben er zelf ook nog niet over uit. Het is lastig literatuur te vinden die goed uitlegt waarin Isurolamna inflata, Isuralamna affinis, Isurolamna gracilis en Brachycarcharias lerichei van elkaar verschillen.

In Capetta & Nolf (2005), de paper waarin Brachycarcharias lerichei wordt beschreven, wordt bij 1 specifieke tand uit Nolf, 1988 besproken waarom het I. affinis is, en niet B. lerichei. Ze schrijven daarin dat latere tanden van I. affinis een meer vierhoekige wortel hebben, met meer verticale zijranden (vergelijken met B. lerichei) en de afwezigheid van groef aan de linguale zijde van de wortel (die B. lerichei wel heeft).

Maar dit geldt dus alleen voor de latere tanden van I. affinis. Een meer algemene, alles omvattende beschrijving heb ik nog niet gevonden.

Wat betreft de beperkte info en kennis die ik heb, kan ik je dus ook weinig uitsluitsel geven. Op basis van de hierboven beschreven informatie zou ik denken dat de op 1 na laatste tand die je toont (Nr 2) een onderkaakse B. lerichei is, ipv een I. affinis.

Maar ik ben dus geen echte kenner op dit vlak. Maar als jij zo door gaat, wordt ben jij over een paar jaar wel onze tanden-expert

Groet,
Johan

[Dino15]

Dat is vriendelijk wat je zegt johan, ik probeer mijn best te doen ik heb alleen geen 40 jaar ervaring zoals pascal dryepondt. Maar ik denk bij deze tanden aan isurolamna affinis omdat na anatomische vergelijking mijn tanden erg overeen komen met de laterale tanden online op google. Het is natuurlijk ook een lastige groep, eocene haaientanden in het algemeen laten zich niet makkelijk determineren vanwege de vele oppervlakkige anatomische gelijkenissen zoals bijvoorbeeld de aanwezigheid van side cusplets en het feit dat veel soorten binnen de odontaspididae groep horen. Maar zondag ga ik eindelijk weer eens naar de kaloot, dan kan ik nieuwe exemplaren vinden en bestuderen!

Mvg.

Nick.

[Max pijpelink]

mooie vondsten de laatste lijkt mij ook een Brachycarcharias lerichei.

groetjes max