Cephalon Dechenella sp.

[Storm]

Kan iemand mij vertellen waarom ik volop pygidiums en/of thoraxen kan vinden van de trilobiet Dechenella in het Devoon van de Prümer Mulde? Ik kwam onlangs tussen mijn losse stukjes, tot mijn schrik, een cephalon van de Dechenella tegen, inmiddels uiteraard apart. Bij naspeuren blijkt het dat deze zeer sporadisch voorkomen.
Kan iemand mij dit uitleggen?

Groeten,
Cora

[ivok]

cephalons vallen ook weer in 2 of 3 stukken uit elkaar...
Daarom zullen er ook wat minder komplete koppies worden gevonden.

Neemt niet weg dat ik ook naar verhouding meer staartjes vind dan wat anders. Waarom dat precies is?

[Frederik]

Een zeer interessante observatie, ik heb ook het gevoel dat pygidia meer vertegenwoordigd zijn dan cephala. Maar wellicht komt dit (deels?) doordat pygidia herkenbaarder zijn en dus sneller gespot worden op het terrein?

[ivok]

zou heel goed kunnen...
Een pygidium herkent bijna iedereen wel.

Ik heb zelf pas 1 librigena van dechenella en die had ik ook niet meteen herkend.

gelukkig neem ik meestal wel alles mee van trilobiet materiaal wat ik niet 123 herken.
In veel te grote blokken matrix.......

[Storm]

Bedankt voor jullie antwoorden.
Desondanks dat een cephalon moeilijker herkenbaar is dan de rest, lees ik toch ook
dat het desondanks een grote uitzondering blijft een cephalon van de Dechenella te vinden.
Van de Phacops heb ik er tientallen maar die zijn weer goed waarneembaar vanwege de ogen.
Misschien is de cepalon van de Dechenella
veel kwetsbaarder dan bijv. de Phacops.

Cora