Hoe oud en wat?
Hoe oud en wat?

Beste lezers,
Op dit moment bevind ik mij in mali - Gao waar ik redelijk vaak buiten ben. Hier rij ik vaak langs wanden wat lijkt op krijtsteen met daar boven gesmolten stenen. Zelf heb ik totaal geen verstand van fossielen en of geologie dus vandaar dat ik hier een post plaats en hoop dat jullie mij meer kunnen vertellen.
Op de eerste 2 foto's zie je een bot die vast zit in wat bij mij lijkt op krijt gesteente. Zoals ik het kan zien leek het te gaan om 2 botten naast elkaar waarvan de ene (voorkant goed zichtbaar) dikker is dan de andere (er achter 3x keer zo smal). Voor de rest lagen er geen ander resten in de buurt. Toen we het voorwerp er voorzichtig uit probeerde te halen brak het in stukjes. Mijn handen waren wit van wat ik dus dacht krijt. De stukje bot heb ik goed verpakt mee genomen.
De derde foto laat het van een afstand zien. Hier zie je duidelijk de verschillende lagen steen. Het bot zat vast in het witte gedeelte.
De vierde foto is de locatie in Mali - Gao waar we dit hebben gevonden.
op foto 5 zie je een rare gesteente die op de vloer vast zat onder het witte gesteente. het is redelijk poreus met gangen en kleine ronde steentjes.
Foto 6 laat wederom de verschillende lagen gesteente zien. Hier zie je ook duidelijk de zwarte boven laag liggen. Deze laag lijkt aan elkaar gesmolten steen te zijn. Net als of er hete lava over heen is gegaan.
Foto 7, 8 en 9 zijn verschillende stenen van die locatie. de eerste grijze steen zat vast in het krijt gesteente en de andere 2 lagen op het donkere gesteente. De grote zwarte steen is zwaarder dan normaal een steen van die voor maat en de kleinste lijkt alsof er een laag over gesmolten lava zit.
Sorry voor de weinige informatie. Mochten jullie meer informatie willen of specifieker over bepaalde dingen laat het mij dan weten dan zoek ik het direct uit. Hoop dat jullie mij kunnen vertellen hoe oud het bot is, welke lagen gesteente dit zijn, hoe oud de lagen zijn en wat voor gesteente er op de foto's te zien zijn.
Met vriendelijke groeten,
Phil
Antw: Hoe oud en wat?
Hoi Phil,
Het hoeft niet per definitie krijt te zijn omdat de steen wit is. Het zal hier waarschijnlijk om kalksteen gaan maar dat geeft niet per definitie een bepaalde periode aan. Het beste is de botjes voorzichtig prepareren en wellicht kan dan meer gezegd worden mochten deze al te determineren zijn.
Misschien dat je anders wat stenen kunt meenemen en thuis kapot slaan om te kijken of er nog meer fossielen/geologische kenmerken vrijkomen voor een bepaalde periode.
Groeten,
Arno
Het hoeft niet per definitie krijt te zijn omdat de steen wit is. Het zal hier waarschijnlijk om kalksteen gaan maar dat geeft niet per definitie een bepaalde periode aan. Het beste is de botjes voorzichtig prepareren en wellicht kan dan meer gezegd worden mochten deze al te determineren zijn.
Misschien dat je anders wat stenen kunt meenemen en thuis kapot slaan om te kijken of er nog meer fossielen/geologische kenmerken vrijkomen voor een bepaalde periode.
Groeten,
Arno
Antw: Hoe oud en wat?
dank voor de feedback. binnen kort gaan we er weer heen en zal ik is rond gaan kijken of er iets van fossielen te vinden zijn. zal dan even een update geven zodat determinatie mogelijk makkelijk er is.
Antw: Hoe oud en wat?
Hallo Phil, intressant. Ik neem aan dat je in de buurt van een rivier zit(Niger?) daar moet genoeg te vinden zijn aan dierlijk materiaal, oa. Dino,s en reptielen. Vulkanische gesteente is goed mogelijk. Je kan op Goggle gewoon ;Geologie Mali, intypen dan krijg je bergen informatie. Pas op met uitvoeren van fossielen en gesteenten, maar als ik het goed begrijp ga je met de defensie luchtvaart dat is verml. wat makkelijker. Ik wens je veel geluk en een goed en veilig verblijf. We horen nog wel van je.
Groet, Ben.
0000000000
Antw: Hoe oud en wat?
Hey ben,
Klopt ik zit aan de river de niger. Na jouw tip ben ik rond gaan neuzen op het internet en kwam er achter dat 2 tijdperken overlopen in het gebied waar ik mij bevind. Dit gaat om Cambrium (488-540 mil jaar) en Paleogeen (23-65,5 mil jaar). ook word op verschillende kaarten aangegeven dat hier wanden zijn die de wanden van deze lagen aangeven. In 1 van deze wanden heb ik het bot gevonden. Ik weet dus niet of ik hier een conclusie uit kan trekken van de oudheid maar zal verder zoeken naar mogelijk andere fossielen.
p.s. via defensie krijg je veel terug
Klopt ik zit aan de river de niger. Na jouw tip ben ik rond gaan neuzen op het internet en kwam er achter dat 2 tijdperken overlopen in het gebied waar ik mij bevind. Dit gaat om Cambrium (488-540 mil jaar) en Paleogeen (23-65,5 mil jaar). ook word op verschillende kaarten aangegeven dat hier wanden zijn die de wanden van deze lagen aangeven. In 1 van deze wanden heb ik het bot gevonden. Ik weet dus niet of ik hier een conclusie uit kan trekken van de oudheid maar zal verder zoeken naar mogelijk andere fossielen.
p.s. via defensie krijg je veel terug

Antw: Hoe oud en wat?
hoi Phil,
ik heb het geologisch profiel gevonden van de omgeving waar je blijft:
http://www.researchgate.net/publication ... ue_du_Mali
Volgens deze kaart en de aanwijzingen die je al hebt gegeven is het gesteente Plioceen.
Dus dan is het ergens tussen de 2.588- 5.333 miljoen jaar oud. Mocht ik er naast zitten mag je het gerust zeggen.
Als je nog wat fossielen resten vind zou je daarvan foto's willen plaatsen? Ik ben namelijk zeer benieuwd naar je vondsten.
Groeten,
Arno
ik heb het geologisch profiel gevonden van de omgeving waar je blijft:
http://www.researchgate.net/publication ... ue_du_Mali
Volgens deze kaart en de aanwijzingen die je al hebt gegeven is het gesteente Plioceen.
Dus dan is het ergens tussen de 2.588- 5.333 miljoen jaar oud. Mocht ik er naast zitten mag je het gerust zeggen.
Als je nog wat fossielen resten vind zou je daarvan foto's willen plaatsen? Ik ben namelijk zeer benieuwd naar je vondsten.
Groeten,
Arno
- sjaak
- Berichten: 7039
- Lid geworden op: 28 mar 2006, 17:11
- Has thanked: 379 times
- Been thanked: 366 times
- Contacteer:
Antw: Hoe oud en wat?
Kuitbeen met spaakbeen??
Voorzichtig er mee, ziet er kwetsbaar uit.
Voorzichtig er mee, ziet er kwetsbaar uit.
Groet,
Niels
Niels
Antw: Hoe oud en wat?
Je hebt de locatie goed alleen zeggen andere kaarten dat Plioceen eindigt boven Gao en naast Gao Cambrium ligt. Om het zeker te weten zal ik binnen kort met een groepje gaan rond zoeken in het gebied en hopen iets te kunnen vinden wat een tijds aanduiding kan geven. Zal dat natuurlijk hier ook posten want denk dat jullie mij er mee over kunnen vertellen. Hier onder de kaarten waar ik het over had:
http://www.africafertilizer.org/CMSPage ... ffce2a8932
http://eusoils.jrc.ec.europa.eu/esdb_ar ... _espda.jpg
http://www.largeigneousprovinces.org/si ... -fig-1.jpg
Klopt, mijn eerste gedachten waren ook Tibia en Fibula aangezien de dikte van het 2de bot. Helaas hebben dieren ook deze soort botten. Op de links kan je een foto zien waarop aardig veel vergelijking is. Het bot was ZEER broos dus heb hem helaas niet compleet er uit gekregen. Volgende keer zal ik voorbereid zijn.
http://www.easynotecards.com/uploads/11 ... 004615.jpg
http://www.africafertilizer.org/CMSPage ... ffce2a8932
http://eusoils.jrc.ec.europa.eu/esdb_ar ... _espda.jpg
http://www.largeigneousprovinces.org/si ... -fig-1.jpg
Klopt, mijn eerste gedachten waren ook Tibia en Fibula aangezien de dikte van het 2de bot. Helaas hebben dieren ook deze soort botten. Op de links kan je een foto zien waarop aardig veel vergelijking is. Het bot was ZEER broos dus heb hem helaas niet compleet er uit gekregen. Volgende keer zal ik voorbereid zijn.
http://www.easynotecards.com/uploads/11 ... 004615.jpg
-
- Berichten: 1
- Lid geworden op: 02 aug 2014, 20:29
Antw: Hoe oud en wat?
Hoi Phil,
Wat goed van jou dat je je oogjes openhoudt! Naar het strand gaan en naar bikini's kijken word je ook niet echt wijzer van.
Geologie of aardkunde (γεος = aarde, λογος = wetenschap) is de wetenschap die de Aarde, haar geschiedenis en de processen die haar vormen en gevormd hebben, bestudeert. Geologie behoort tot de aardwetenschappen. Wetenschappers die de geologie als vakgebied hebben, worden geologen genoemd.
Gesteenten bevatten informatie over de wijze waarop ze zijn ontstaan, en van de ontwikkeling die ze daarna hebben doorgemaakt. Gesteenten kunnen daarom iets vertellen over de geschiedenis van de aardkorst, het klimaat en de ontwikkeling van het leven. Het vakgebied dat de inhoud en de stapeling van gesteentelagen bestudeert, wordt stratigrafie genoemd. Het is nauw gerelateerd aan de paleontologie, de wetenschap die fossiele resten van leven uit het verleden bestudeert. Het opstellen en verbeteren van een geologische tijdschaal wordt geochronologie genoemd.
De structurele geologie bestudeert vormen en structuren die ontstaan door vervorming van de Aardkorst, vooral in gebergten. Deze structuren kunnen zowel de schaal hebben van continenten als van afzonderlijke stenen. Gerelateerd hieraan is de petrologie, de classificatie en bestudering van gesteenten en hun ontstaanswijze.
Als scheikunde wordt gebruikt om de Aarde of processen binnenin de Aarde en haar atmosfeer te bestuderen spreekt men van geochemie. Op dezelfde manier spreekt men bij het gebruik van natuurkunde bij Aardse vraagstukken van geofysica, waarvan platentektoniek een belangrijk onderdeel is. Beide richtingen hebben veel raakvlakken met geologie.
Geologie wordt soms verward met geografie of aardrijkskunde. Het raakvlak tussen de twee is de fysische geografie, die de natuurlijke vorming en inrichting van het Aardoppervlak bestudeert. Fysische geografie en geologie ontmoeten elkaar in de vakgebieden geomorfologie (de bestudering van de vormen van het landschap) en de sedimentologie (de bestudering van sedimenten en sedimentaire processen).
Geologische kaart van Engeland en Wales door William Smith uit 1815. Dit was de eerste geologische kaart die met moderne methoden werd getekend.
Hoewel de moderne geologie pas in de achttiende eeuw ontstond, werd de Aarde al bestudeerd door de Grieks-Romeinse natuurfilosofen. De Griekse filosoof Theophrastus (± 371 – 287 v.Chr.) beschreef en classificeerde mineralen aan de hand van hun fysische eigenschappen, hoewel hij ook eigenschappen als "aantrekkelijkheid" maatgevend vond. De Romeinse schrijver Plinius de Oudere (23 - 79 n.Chr.) beschreef mineralen, kristallen en fossielen. Ook enkele middeleeuwse islamitische geleerden begaven zich op het vlak van geologie. Al-Biruni (973 – 1048) beschreef de geologie van het Indisch Subcontinent en geloofde dat dit gebied vroeger een zee was geweest. Avicenna (981 – 1037) beschreef het ontstaan van gebergten als een wisselwerking tussen tektonische krachten en erosie. Hij geloofde dat gebergten lang nodig hadden te vormen en dat de Aarde dus zeer oud moet zijn. De Chinese geleerde Shen Kuo (1031–1095) kwam onafhankelijk tot soortgelijke ideeën.
In Europa kwam pas na de Verlichting de bestudering van fossielen, mineralen en gesteenten op gang. Een van de eerste natuurvorsers was Leonardo da Vinci (1452 - 1519). Da Vinci begreep dat de fossiele schelpen die hij in de Apennijnen vond overblijfselen van leven uit vroeger tijden waren en niet door de Zondvloed maar door een vroegere zee waren achtergelaten.[1] De Venetiaanse arts Georgius Agricola (1494 – 1555) was vooral geïnteresseerd in de mijnbouw. Hij deelde als eerste gesteenten op een methodische manier in: in vier groepen van opeenvolgende ouderdom en consolidatie. Nicolaus Steno (1638 – 1686) onderzocht de manier waarop gesteentelagen gevormd worden en stelde drie wetten op, waarmee hij als de grondlegger van de stratigrafie kan worden gezien.[2]
Als eerste moderne geoloog wordt James Hutton (1726 - 1797) beschouwd. In 1785 presenteerde hij een artikel met de titel Theory of the Earth aan de Royal Society te Edinburgh. In dit artikel beschreef hij zijn theorie dat de Aarde veel ouder moet zijn dan tot dan toe was aangenomen, er moest veel meer tijd overheen zijn gegaan voor bergen om te eroderen, en om sedimentair gesteente te vormen op de bodem van de zee.
De navolgers van Hutton stonden wel bekend als plutonisten omdat zij dachten dat veel gesteenten werden gevormd door vulkanisme, het stollen van lava of magma, in tegenstelling tot de neptunisten, die dachten dat alle gesteenten neergeslagen waren in de oceanen waarvan het zeeniveau geleidelijk daalt.
William Smith (1769 - 1839) tekende de eerste geologische kaarten en begon met het ordenen van strata (lagen) door bestudering van de erin voorkomende fossielen.
Charles Lyell schreef het beroemd geworden boek Principles of Geology, voor het eerst gepubliceerd in 1830, maar tot zijn dood in 1875 voortdurend gereviseerd. Hij introduceerde de doctrine van het uniformitarianisme. Deze theorie leert dat langzame, graduele processen het oppervlak van de Aarde gevormd hebben, en nog steeds aan het werk zijn. In de geologie heeft deze theorie het gewonnen van het catastrofisme, dat zei dat het oppervlak van de Aarde werd gevormd in korte, catastrofische episodes, maar tussendoor vrijwel onveranderd bleef. (Hutton was ook een uniformitarianist, maar in zijn tijd vond dit nog niet veel navolging).
De theorie van de continentendrift werd voorgesteld door Alfred Wegener in 1912, maar het duurde tot de jaren 60 van de twintigste eeuw, toen de theorie van de plaattektoniek werd ontworpen, voor deze algemeen aanvaard werd.
Met lieve groet,
Jasper
Wat goed van jou dat je je oogjes openhoudt! Naar het strand gaan en naar bikini's kijken word je ook niet echt wijzer van.
Geologie of aardkunde (γεος = aarde, λογος = wetenschap) is de wetenschap die de Aarde, haar geschiedenis en de processen die haar vormen en gevormd hebben, bestudeert. Geologie behoort tot de aardwetenschappen. Wetenschappers die de geologie als vakgebied hebben, worden geologen genoemd.
Gesteenten bevatten informatie over de wijze waarop ze zijn ontstaan, en van de ontwikkeling die ze daarna hebben doorgemaakt. Gesteenten kunnen daarom iets vertellen over de geschiedenis van de aardkorst, het klimaat en de ontwikkeling van het leven. Het vakgebied dat de inhoud en de stapeling van gesteentelagen bestudeert, wordt stratigrafie genoemd. Het is nauw gerelateerd aan de paleontologie, de wetenschap die fossiele resten van leven uit het verleden bestudeert. Het opstellen en verbeteren van een geologische tijdschaal wordt geochronologie genoemd.
De structurele geologie bestudeert vormen en structuren die ontstaan door vervorming van de Aardkorst, vooral in gebergten. Deze structuren kunnen zowel de schaal hebben van continenten als van afzonderlijke stenen. Gerelateerd hieraan is de petrologie, de classificatie en bestudering van gesteenten en hun ontstaanswijze.
Als scheikunde wordt gebruikt om de Aarde of processen binnenin de Aarde en haar atmosfeer te bestuderen spreekt men van geochemie. Op dezelfde manier spreekt men bij het gebruik van natuurkunde bij Aardse vraagstukken van geofysica, waarvan platentektoniek een belangrijk onderdeel is. Beide richtingen hebben veel raakvlakken met geologie.
Geologie wordt soms verward met geografie of aardrijkskunde. Het raakvlak tussen de twee is de fysische geografie, die de natuurlijke vorming en inrichting van het Aardoppervlak bestudeert. Fysische geografie en geologie ontmoeten elkaar in de vakgebieden geomorfologie (de bestudering van de vormen van het landschap) en de sedimentologie (de bestudering van sedimenten en sedimentaire processen).
Geologische kaart van Engeland en Wales door William Smith uit 1815. Dit was de eerste geologische kaart die met moderne methoden werd getekend.
Hoewel de moderne geologie pas in de achttiende eeuw ontstond, werd de Aarde al bestudeerd door de Grieks-Romeinse natuurfilosofen. De Griekse filosoof Theophrastus (± 371 – 287 v.Chr.) beschreef en classificeerde mineralen aan de hand van hun fysische eigenschappen, hoewel hij ook eigenschappen als "aantrekkelijkheid" maatgevend vond. De Romeinse schrijver Plinius de Oudere (23 - 79 n.Chr.) beschreef mineralen, kristallen en fossielen. Ook enkele middeleeuwse islamitische geleerden begaven zich op het vlak van geologie. Al-Biruni (973 – 1048) beschreef de geologie van het Indisch Subcontinent en geloofde dat dit gebied vroeger een zee was geweest. Avicenna (981 – 1037) beschreef het ontstaan van gebergten als een wisselwerking tussen tektonische krachten en erosie. Hij geloofde dat gebergten lang nodig hadden te vormen en dat de Aarde dus zeer oud moet zijn. De Chinese geleerde Shen Kuo (1031–1095) kwam onafhankelijk tot soortgelijke ideeën.
In Europa kwam pas na de Verlichting de bestudering van fossielen, mineralen en gesteenten op gang. Een van de eerste natuurvorsers was Leonardo da Vinci (1452 - 1519). Da Vinci begreep dat de fossiele schelpen die hij in de Apennijnen vond overblijfselen van leven uit vroeger tijden waren en niet door de Zondvloed maar door een vroegere zee waren achtergelaten.[1] De Venetiaanse arts Georgius Agricola (1494 – 1555) was vooral geïnteresseerd in de mijnbouw. Hij deelde als eerste gesteenten op een methodische manier in: in vier groepen van opeenvolgende ouderdom en consolidatie. Nicolaus Steno (1638 – 1686) onderzocht de manier waarop gesteentelagen gevormd worden en stelde drie wetten op, waarmee hij als de grondlegger van de stratigrafie kan worden gezien.[2]
Als eerste moderne geoloog wordt James Hutton (1726 - 1797) beschouwd. In 1785 presenteerde hij een artikel met de titel Theory of the Earth aan de Royal Society te Edinburgh. In dit artikel beschreef hij zijn theorie dat de Aarde veel ouder moet zijn dan tot dan toe was aangenomen, er moest veel meer tijd overheen zijn gegaan voor bergen om te eroderen, en om sedimentair gesteente te vormen op de bodem van de zee.
De navolgers van Hutton stonden wel bekend als plutonisten omdat zij dachten dat veel gesteenten werden gevormd door vulkanisme, het stollen van lava of magma, in tegenstelling tot de neptunisten, die dachten dat alle gesteenten neergeslagen waren in de oceanen waarvan het zeeniveau geleidelijk daalt.
William Smith (1769 - 1839) tekende de eerste geologische kaarten en begon met het ordenen van strata (lagen) door bestudering van de erin voorkomende fossielen.
Charles Lyell schreef het beroemd geworden boek Principles of Geology, voor het eerst gepubliceerd in 1830, maar tot zijn dood in 1875 voortdurend gereviseerd. Hij introduceerde de doctrine van het uniformitarianisme. Deze theorie leert dat langzame, graduele processen het oppervlak van de Aarde gevormd hebben, en nog steeds aan het werk zijn. In de geologie heeft deze theorie het gewonnen van het catastrofisme, dat zei dat het oppervlak van de Aarde werd gevormd in korte, catastrofische episodes, maar tussendoor vrijwel onveranderd bleef. (Hutton was ook een uniformitarianist, maar in zijn tijd vond dit nog niet veel navolging).
De theorie van de continentendrift werd voorgesteld door Alfred Wegener in 1912, maar het duurde tot de jaren 60 van de twintigste eeuw, toen de theorie van de plaattektoniek werd ontworpen, voor deze algemeen aanvaard werd.
Met lieve groet,
Jasper