ENCI: 9 juli
Antw: Antw: ENCI: 9 juli
Ik denk toch eerder aan een Palaeohypotodus bronni.Raf_N schreef:
Ik vermoed een Archaeolamna kopingensis?
Antw: ENCI: 9 juli
Bedankt voor het snelle antwoord Somniosus en morpheus. Ik heb de oorspronkelijke foto eens bekeken (zonder jpeg compressie) en daar zijn ze duidelijker op te zien. Aan de andere kant van de tand zijn ze trouwens nog nadrukkelijker aanwezig. Volgens de site van john bastiaans verdwijnen die verticale plooitjes naarmate de haai ouder wordt.
Aan welke kenmerken kan je Odontaspididae en Cretoxyrhinidae nog uit elkaar houden?
mvg
Raf
Aan welke kenmerken kan je Odontaspididae en Cretoxyrhinidae nog uit elkaar houden?
mvg
Raf
Antw: Antw: ENCI: 9 juli
Ik denk niet dat je zomaar kenmerken kan geven voor een gehele familie zoals bv de Cretoxyrhinidae, er zitten daar nogal wat soorten bij waarvan de tanden toch wel sterk uiteenlopende kenmerken hebben, ik denk dan aan bv; Paraisurus macrorhiza, Protolamna, Cretoxyrhina... soms met bijspitsen soms zonder enz...Raf_N schreef:
Aan welke kenmerken kan je Odontaspididae en Cretoxyrhinidae nog uit elkaar houden?
Antw: Antw: ENCI: 9 juli
De plooitjes verdwijnen inderdaad (geleidelijk) als de haai ouder wordt. Deze plooitjes kom je nooit tegen bij Archaeolamna. Archaeolamna heeft brede, enkele bijspitsen die afgescheiden staan van de hoofdspits, apart als het ware.Raf_N schreef:
Aan welke kenmerken kan je Odontaspididae en Cretoxyrhinidae nog uit elkaar houden?
mvg Raf
Laterale Palaeohypotodus bronni kunnen ook wel iets bredere bijspitsen hebben, maar nooit zo massief als A. kopingensis en meer aansluitend aan de hoofdspits. Soms heeft P. bronni dubbele bijspitsen aan één kant of zelfs aan weerszijden. Bronni voortanden hebben scherpe bijspitsen, dus dat is gemakkelijk.