Franse Bryozoa / Mioceen
- hubertus68
- Berichten: 3240
- Lid geworden op: 12 nov 2012, 10:24
- Has thanked: 47 times
- Been thanked: 305 times
Antw: Franse Bryozoa / Mioceen





Beste fossiel.netters,
een paar dagen geleden mocht ik van Jeremy een paar exemplaren uit het franse mioceen overnemen, om deze met de Limburgse pendants te vergelijken. Hartelijk bedankt Jeremy!
Tijdens een eerste onderzoek heb ik vastgesteld dat er heel wat gelijkenissen met sommige geslachten uit het Boven-Krijt van Maastricht te vinden zijn.
Zoals Jeremy al schreef zijn de stukken zeer goed bewaard en daarom tonen vele kolonieen nog kleine details zoals orale stekels. Deze zijn in het Limburgse zeer zeldzaam en daarom een waardevol studieobject.
Bij deze wil ik jullie een paar kolonieen tonen:
Foto 1: Tremopora sp.. Een kenmerk van dit geslacht zijn de orale stekels die van links en rechts over het zooecium groeien en in het midden samenlopen, waar zij een complex construct vormen dat typisch voor dit genus (ofvergelijkbare zoals Hyantopora) is.
Foto 2: Een uitzonderlijk goed bewaarde kolonie uit de familie Calloporidae. vermoedelijk gaat het hier om Callopora sp. Ook hier zijn de orale stekels bewaard en geven een goed voorbeeld over hoe de soorten, die ook het Limburgse Boven-Krijt gevonden worden, oorspronkelijk uitzagen.
Foto 3: Een steenkern van een koraal (Culicia parasitica of Cryptangia woodi?), die in symbiose met de bryozoa-soort Celleporaria palmata leefden.
Foto 4: Het ichnofossiel Leptichnus, dat ook in het Maastrichtse Boven-Krijt gevonden word, met resten van een cheilostomate bryozoa-kolonie. Pleistocene vondsten in Nieuw Zeeland hebben Crepidacantha crinispina als veroorzaker van dit ichnofossiel identificeert. Maar dit betekend niet, dat deze soort ook voor deze miocene sporen verantwoordelijk is.
Foto 5: Een fraai bewaarde kolonie van Disporella sp..
Veel plezier en beste Groeten,
Oliver
[Bewerkt door hubertus68 op 26-09-2016 om 11:14 NL]
Antw: Franse Bryozoa / Mioceen
Dag Oliver,
Ben blij dat ze goed zijn toegekomen.
En je hebt er al direct werk van gemaakt en weer eens mooi weergegeven.
Zoals beloofd zal ik in de toekomst foto's tonen van allerhande stekels. In het Mioceen zijn er minstens een 30-tal soorten met distale stekels. Er zijn zelfs specimens met holle stekels.
Voor je eerste exemplaar zit je er pal op: Tremopora radicifera. Het is niet gemakkelijk om een mooie kolonie te vinden. Sommige hebben te lijden onder calciet, maar meestal vond ik in het begin slechts fragmenten, zonder de mooie overwelvende stekels. Het is pas verleden jaar dat ik in de juiste groeve, op het juiste moment was. Als er dan ook nog ovicellen zijn...
Hoewel Canu deze stekels goed beschreef, op de tekeningen-foto's waren deze niet te zien, wat dus heel verwarrend was.
Voor de tweede foto ben je heel dichtbij, nl Hincksina bifurcata, inderdaad van de familie Calloporidae. Deze stekels vertakken zich op het einde, en worden gevorkt.( bi: twee, furcata; vork, fourchette in het frans) Op de zoïden in het midden van je foto is dit heel goed te zien.
Foto 5: Er zijn een 15-tal soorten van Lichenopora in de Faluns te vinden maar Canu had geen Disporella gevonden ( wat uiteraard niets zegt,) maar ook Buge vermeld deze niet.
Het toeval wil dat ikzelf getriggerd werd door het voorkomen van de soort alsof ik ze al dikwijls gezien had. Kan je me vertellen welk verschil er tussen Disporella en Lichenopora is?
groeten
Jeremy
Ben blij dat ze goed zijn toegekomen.
En je hebt er al direct werk van gemaakt en weer eens mooi weergegeven.
Zoals beloofd zal ik in de toekomst foto's tonen van allerhande stekels. In het Mioceen zijn er minstens een 30-tal soorten met distale stekels. Er zijn zelfs specimens met holle stekels.
Voor je eerste exemplaar zit je er pal op: Tremopora radicifera. Het is niet gemakkelijk om een mooie kolonie te vinden. Sommige hebben te lijden onder calciet, maar meestal vond ik in het begin slechts fragmenten, zonder de mooie overwelvende stekels. Het is pas verleden jaar dat ik in de juiste groeve, op het juiste moment was. Als er dan ook nog ovicellen zijn...
Hoewel Canu deze stekels goed beschreef, op de tekeningen-foto's waren deze niet te zien, wat dus heel verwarrend was.
Voor de tweede foto ben je heel dichtbij, nl Hincksina bifurcata, inderdaad van de familie Calloporidae. Deze stekels vertakken zich op het einde, en worden gevorkt.( bi: twee, furcata; vork, fourchette in het frans) Op de zoïden in het midden van je foto is dit heel goed te zien.
Foto 5: Er zijn een 15-tal soorten van Lichenopora in de Faluns te vinden maar Canu had geen Disporella gevonden ( wat uiteraard niets zegt,) maar ook Buge vermeld deze niet.
Het toeval wil dat ikzelf getriggerd werd door het voorkomen van de soort alsof ik ze al dikwijls gezien had. Kan je me vertellen welk verschil er tussen Disporella en Lichenopora is?
groeten
Jeremy
- hubertus68
- Berichten: 3240
- Lid geworden op: 12 nov 2012, 10:24
- Has thanked: 47 times
- Been thanked: 305 times
Antw: Franse Bryozoa / Mioceen
Hey, Jeremy,
bedankt voor de reactie en de juiste namen. Bij de Hincksina was ik inderdaad aan het twijfelen of dit een Callopora is, omdat de spinae aan de einden niet spits maar gevorkt zijn.
Wat de Lichenopora of Disporella betreft: Deze gelijken inderdaad zeer op elkaar. Beiden tonen een centraal gelegen gonozooecium, maar Lichenopora toont een duidelijk concaav centrum.
Ik zal de komende dagen nog eens de materie induiken, maar ik ben momenteel ervan overtuigt dat het om een Disporella gaat.
Beste Groeten,
Oliver
bedankt voor de reactie en de juiste namen. Bij de Hincksina was ik inderdaad aan het twijfelen of dit een Callopora is, omdat de spinae aan de einden niet spits maar gevorkt zijn.
Wat de Lichenopora of Disporella betreft: Deze gelijken inderdaad zeer op elkaar. Beiden tonen een centraal gelegen gonozooecium, maar Lichenopora toont een duidelijk concaav centrum.
Ik zal de komende dagen nog eens de materie induiken, maar ik ben momenteel ervan overtuigt dat het om een Disporella gaat.
Beste Groeten,
Oliver
- hubertus68
- Berichten: 3240
- Lid geworden op: 12 nov 2012, 10:24
- Has thanked: 47 times
- Been thanked: 305 times
Antw: Franse Bryozoa / Mioceen
Nog even een aanvulling betr. de vraag hoe Disporella an lichenopora onderscheiden worden.
Lichenopora toont blijkbaar altijd multiseriele bundels waarin de autozooecia zitten. Disporella vormt uniseriele bundels of geen bundels. Bij jouw stuk blijken de aperturae regelmatig over de kolonie verdeelt te zijn.
Ik heb wel gelezen dat de familie Lichenoporidae nodig gerevideert moet worden. Vandaar...
Groeten,
Oliver
Lichenopora toont blijkbaar altijd multiseriele bundels waarin de autozooecia zitten. Disporella vormt uniseriele bundels of geen bundels. Bij jouw stuk blijken de aperturae regelmatig over de kolonie verdeelt te zijn.
Ik heb wel gelezen dat de familie Lichenoporidae nodig gerevideert moet worden. Vandaar...
Groeten,
Oliver
Antw: Franse Bryozoa / Mioceen
Jeremy en Oliver,
dit zijn inderdaad zeer mooi bewaarde exemplaren en bovendien mooi gefotografeerd.
De gelijkenis tussen de Krijt- bryozoa en de vertegenwoordigers uit het mioceen is opmerkelijk, al zitten de verschillen uiteraard in de details.
groeten
Lugo
dit zijn inderdaad zeer mooi bewaarde exemplaren en bovendien mooi gefotografeerd.
De gelijkenis tussen de Krijt- bryozoa en de vertegenwoordigers uit het mioceen is opmerkelijk, al zitten de verschillen uiteraard in de details.
groeten
Lugo
Panta rhei
Heraclites
Heraclites
Antw: Antw: Franse Bryozoa / Mioceen
hubertus68 schreef:
Ik heb wel gelezen dat de familie Lichenoporidae nodig gerevideert moet worden.
Ik heb ondertussen in het boek van Buge gelezen dat dit inderdaad zo is.
Mochten jullie hierover iets vinden, laat het me weten want heb een uitgebreide reeks.
groeten
Jeremy
Trigonopora helvetica
Trigonopora helvetica
Oude naam: Metrarabdotos monilifera.
Is een mooie en speciale soort met een vrij algemeen voorkomen. Zo heb ik tevens een paar specimens uit Rittem, Nederland. (Plioceen)
De soort kent 2 groeivormen: a) korte, platte stengels die zich vertakken en b) een stam die uitgroeit tot een blad, lob. Bij deze laatste komen de zoïden niet voor op de stam noch op het onderste deel van het blad
Vanwaar dat verschil in vorm? Passen ze zich aan de stroming, de diepte? Vormt elk blad een geheel of is dit een deel van? Doordat er een recente soort van bestaat is het boeiend dit op te zoeken.
Ik veronderstel dat de bladen niet plat tegen de stroming groeiden.
De platte lobben vormen een ideale aanhechting voor de larven van andere Bryozoa. Vele kolonies zijn overgroeit en het is moeilijk om een zuiver, mooi exemplaar te vinden.
Een ander merkwaardig fenomeen is dat er hele stukken worden overwoekerd door kalkafscheiding van de eigen zoïden. Ik vraag me af of dit dient om het blad in dikte steviger te maken?
Het grote stuk vormt de rechter onderkant van een blad. Hoe groot deze konden worden is mij niet bekend. Onder dit groot stuk liggen nog minstens 2 andere lobben. Zijn het fragmenten van hetzelfde blad? Is ze onder eigen gewicht gebroken?
Op de kleinere stammen zijn geen broedkamers, jammer.
De broedkamers zijn magnifiek, reusachtig groot en wanneer ze gebroken zijn laten ze een grote holte achter.
Heel typisch aan Trigonopora helvetica is de genesie, nl er zijn uitgesproken vrouwelijke zoiden die veel groter zijn dan de mannelijke zoiden.
groeten
Jeremy
Antw: Franse Bryozoa / Mioceen
Hoi Jeremy,
dit zijn mooie heldere foto's.
En bedankt voor de interessante begeleidende uitleg.
groeten
Lugo
dit zijn mooie heldere foto's.
En bedankt voor de interessante begeleidende uitleg.
groeten
Lugo
Panta rhei
Heraclites
Heraclites
- hubertus68
- Berichten: 3240
- Lid geworden op: 12 nov 2012, 10:24
- Has thanked: 47 times
- Been thanked: 305 times
Antw: Trigonopora helvetica
jeremy schreef:
De soort kent 2 groeivormen: a) korte, platte stengels die zich vertakken en b) een stam die uitgroeit tot een blad, lob. Bij deze laatste komen de zoïden niet voor op de stam noch op het onderste deel van het blad
Vanwaar dat verschil in vorm? Passen ze zich aan de stroming, de diepte? Vormt elk blad een geheel of is dit een deel van?
Dit "fenomeen" kom je vaker tegen in de bryozoa-wereld. Vaak is het een kwestie van ontogenese, wil zeggen bepaalde soorten zich eerst "kruipend" (incrusterend) ontwikkelen en daarna in een erecte vorm overgaan (bvb. bei Reteporidea, Eschara etc.). Het gaat ook "the other way round" (bvb. bei sommige Onychocella, Porina etc.).
En dan heb je inderdaad ook soorten die of incrusterend of erect groeien. Ik kom dit fenomeen regelmatig tegen in de graafgangen van het Limburgs Krijt. In deze vind je bijna alleen maar incrusterende vormen, gewoon omdat er geen plaats was, om een verticaal groeiende kolonie te ontwikkelen. Dezelfde soort vind je dan buiten de graafgang als erecte vorm. Er bestaat dus in ieder geval een reactie van de kolonie op invloeden uit de omgeving. Of stroming, watertemperatuur etc. ook een effect op het groeiproces hebben, zou ik moeten rechercheren.
Een ander merkwaardig fenomeen is dat er hele stukken worden overwoekerd door kalkafscheiding van de eigen zoïden. Ik vraag me af of dit dient om het blad in dikte steviger te maken?
Vaak zijn deze verkalkingen veroorzaakt door een diagenetische omwerking van voormals chitineachtige membranen (Voigt, 1979b).
Sommige cheilostomate soorten vormen hun kolonie daardoor dat zij OP de oudere generatie verder bouwen (bvb. Inversaria). In de doorsnede ziet dit dan net uit als de groeiringen van een boom. Maar het is natuurlijk ook mogelijk dat larven een kolonie van dezelfde soort als substraat gekozen hebben.Het grote stuk vormt de rechter onderkant van een blad. Hoe groot deze konden worden is mij niet bekend. Onder dit groot stuk liggen nog minstens 2 andere lobben. Zijn het fragmenten van hetzelfde blad? Is ze onder eigen gewicht gebroken?
Beste Groeten,
Oliver
[Bewerkt door hubertus68 op 30-09-2016 om 11:37 NL]
Antw: Franse Bryozoa / Mioceen

Bedankt voor de interessante toevoegingen.
Ik heb bovenstaande tekening geplaatst omdat de volledige kolonie zo fragiel is en na afsterven in talrijke fragmenten uiteenvalt.
Bij het herlezen van het boek van Canu begrijp ik dat de takken regelmatig uitgroeien tot lobben en dat deze tot 10 cm kunnen worden.
Deze groei zou in verband staan met het voedselaanbod.
"Onder dit groot stuk liggen nog minstens 2 andere lobben."
Het zijn 2 losse stukken die er onder liggen en gescheiden zijn door een laag zand ed. Omdat de bovenste kolonie al een paar breuken heeft en te fragiel en te speciaal wil ik niet proberen om ze los te maken om de twee andere fragmenten blootleggen.
Ik vermeldde dit omdat er een kleine kans is dat dit de andere delen van hetzelfde blad kunnen zijn.
groeten
Jeremy