Enci excursie 6-10-2018.

[Lugo]

Het zoeken in de graafgangen van het grote blok hardground (Meerssen Kalksteen) vooraan in de groeve, dat daar gelegd is om de weg af te boorden, blijft nog altijd mooi bewaarde bryozoa kolonies opleveren.
Zo vond ik vandaag onder andere het specimen op foto 1, behorende tot het genus Floridina.
Het tweede specimen (foto 2 en 3)behoort volgens mij tot de subfamilie Castanoporinae en ik vermoed ik dat dit exemplaar zelfs tot het genus Castanopora kan gerekend worden.
Maar beide genera zijn niet de eenvoudigste om te determineren en soortnamen durf ik er niet bij plaatsen.


beste groeten

Lugo

[hubertus68]

F&%*k, ik was er alweer niet. Mooie vondsten Luc! De eerste moet je goed bewaren. Het gaat inderdaad om een zeldzame soort uit het geslacht Floridina (ik dacht "F. trilobata").

Gezien de grootte van de cellen is de tweede volgens mij een Castanopora bipunctata. In deze bewaartoestand zeker zeldzaam!


Proficiat dus!
Beste groeten,
Oliver

[Lugo]

Hoi Oliver,

bedankt voor deze reactie.
Naar aanleiding van jouw suggestie (Floridina trilobata Dartevelle, 1932) ben ik gericht gaan zoeken in mijn beschikbare literatuur en lijken de beschrijving en afbeeldingen van Voigt in "Die Bryozoen des klassischen Dano Montiens von Mons" ( 1987) wel goed overeen te komen met mijn exemplaar. Voigt kon wel geen avicularia vinden op zijn kleine fragmenten, die hij ter beschikking had. Op mijn grotere kolonie denk ik wel een avicularium te zien ( centraal op de bijgevoegde foto). Ook de fijne tandjes, vermeld door Voigt, zijn duidelijk aanwezig. Spijtig genoeg heb ik niet de beschrijving van deze soort door Meunier & Pergens (1886) onder zijn vorige benaming Membranipora gothica en deze van Dartevelle (1932) onder de nieuwe benaming (Floridina trilobata )kunnen terug vinden.

Beste groeten

Lugo

ps: er blijft nog minstens 1 m³ over van het blok hardground, dus er moeten nog mooie kolonies te vinden zijn

Lugo

[hubertus68]

Hoi Luc,

spannend. Voigt vermeld ook dat de opesiae (de mondopeningen) zeer variabel zijn bij deze soort. Daarom had ik de vermoeding dat het zou kunnen dat ik SEM-foto's van deze soort heb (zonder te weten dat het om deze soort zou kunnen gaan). Bij deze twee opnames met duidelijk drie- tot vierhoekige cellen, maar met aanduidingen van twee laterale en een distale tandjes, en ook van een proximale lip. De cryptocyste is gegranuleerd (zoals van Voigt voor F. trilobata vermeld).

De verbinding met jouw stuk zou het avicularium kunnen zijn dat jij volgens mij correct identificeerd hebt, en waarvan meerdere op mijn stuk aanwezig is (helaas een beetje vervuild). Zou het dus bij onze stukken om de zelfde soort kunnen gaan? Ik denk van wel als de afmetingen van de cellen vergelijkbaar zijn.
De autozooecia van mijn stuk zijn ca. 0,43–0,5 mm. Het avicularium is 0,5 mm lang. Komt dit ongeveer met jouw stuk overeen?

Groeten,
Oliver

[Lugo]

Hoi Oliver,

bij mijn exemplaar zijn zowel de autozooecia als de avicularia (er zitten er minstens 3 op mijn specimen) ook 0.5 mm lang.
En de lengte van de autozooecia komt zo inderdaad overeen met de afmetingen, die Voigt aangeeft in zijn beschrijving.
Spijtig genoeg kon hij geen avicularia vinden op zijn kleine fragmenten. De vorm van zo'n avicularium is wel heel specifiek.
Granulaties op de cryptocyste kan ik onder de bino niet zien, maar ik neem aan dat een SEM foto nodig is om deze details waar te nemen.
Conclusie: ik denk dat er voldoende argumenten zijn om jouw stuk op de SEM foto's ook als een Floridina trilobata Dartevelle 1932 te determineren.

Beste groeten

Lugo

[hubertus68]

Beste Luc,

ik ben nog een beetje voorzichtig met de geslachtsnaam. De avicularia zijn namelijk vrij smal voor Floridina – zij laten mij eerder aan Hagenowinella denken.

D'Orbigny heeft 1852 een vergelijkbare soort beschreven: Reptescharinella villiersi (plaat 605, figuren 8–9). Deze werd overigens van Ubaghs 1865 uit Maastricht en Valkenburg vermeld
(pag. 53, plaat 2a, fig. 5).

En dan heb je nog Floridina onydentata (Canu & Bassler, 1920, pl. 35) en Floridina antiqua (Smitt, 1873 in Canu & Bassler, pl. 35), die vooral kwa avicularia goed in de buurt komen.

Hier zal zeker nog wat recherchewerk bij moeten komen kijken.


Groeten,
Oliver

[Dirk]

Heren,
Qua namen gaat het mij allemaal wat ver, maar schitterende foto's! Blijf dus posten.
Deze ENCI was voor mij een sof; eigenlijk niets vermeldingswaardigs gevonden.
Getoonde Cretalamna appendiculata is van 4 weken geleden; daar was ik natuurlijk wel blij mee.
Tot over 11 dagen!
Dirk

[FossilDude]

Inderdaad, hulde aan Oliver en Luc, voor het tonen val al dit moois!

Ik heb de afgelopen excursie de tijd genomen om een paar foto's te schieten, met de aankomende sluiting van de groeve in gedachte.

Het koste mij ook wat tijd om iets interessants te vinden, maar na een poosje vond ik 1 blok met daarin een gruislaag, qua materiaal zou ik zeggen uit het onderste deel van de Nekum. In deze gruislaag zat vanalles interessants. Zie de foto's voor een overzicht. Verder nog wat schelpjes opgeraapt.

Groet,
Johan

[Lugo]

Dirk en Johan,

bedankt voor de appreciatie en het tonen van jullie vondsten.
Zoals jullie aangeven, het wordt wel moeilijker om nog iets te vinden door het wegvallen van de graafactiviteiten in de groeve.


Oliver,


ik heb ondertussen ook de werken van d'Orbigny en Canu & Bassler geraadpleegd ( van Ubaghs, 1865 heb ik maar een klein deel en juist niet dat stuk, waarin dit specimen vermeld wordt). Maar ik heb wel de indruk dat de positie van de autozooecia ten opzichte van mekaar verschillend is van jouw specimen, alsook hun algemeen uitzicht ( omtrek en omranding). De avicularia komen wel goed overeen.

Aan Hagenowinella heb ik ook al gedacht, maar ik zie geen beugelvormig systeem in het distale gedeelte van de mondopening.
Daarom denk ik toch eerder aan F. trilobata.

Beste groeten

Luc

[hubertus68]

Lugo schreef:
Maar ik heb wel de indruk dat de positie van de autozooecia ten opzichte van mekaar verschillend is van jouw specimen, alsook hun algemeen uitzicht ( omtrek en omranding). De avicularia komen wel goed overeen.

Aan Hagenowinella heb ik ook al gedacht, maar ik zie geen beugelvormig systeem in het distale gedeelte van de mondopening.
Daarom denk ik toch eerder aan F. trilobata.

Beste groeten

Luc

Luc,

het is inderdaad geen Hagenowinella, maar wat betreft de oude illustraties en vroege geretoucheerde foto's van bvb. Canu denk ik dat men vaak moeilijk een uitspraak kunt doen over de soort zelf. Vooral de tekeningen van Ubaghs en d'Orbigny zijn – zoals jij weet – zeer gestileerd. Men zou de holotypes van de verschillende auteurs moeten vergelijken.
Kun jij misschien een foto van jou stuk maken met een schuine lichtinval. En misschien eentje van de basale zijde?

Spannend in ieder geval.

Groeten,
Oliver

Mooie sfeerfoto's Johan!