Vuistbijl frankrijk.
Antw: Vuistbijl frankrijk.
Hallo, dit verhaal komt nog al zelf verzekerd over. Het is zeker niet de bedoeling elkaar verwijten te gaan maken. Ik heb Frederik antwoord gegeven op bepaalde vragen. Zoals steen soort e.d. Ik zelf doe al bijna 40 jaar aan archeologie en ben 25 jaar correspondent van de R.O.B. Amersfoort geweest. Ik heb diverse opgravingen gedaan zelfstandig en in samenwerking. Alles werd gedocumenteerd en goed bevonden. Dus ervaring genoeg. Maar je hebt natuurlijk mensen die beter zijn onderlegd vooral over Belgie en Noord-Frankrijk. De oplossing is de eigenaar van het werktuig moet naar een professioneel archeoloog. Er is een standpunt in genomen en dat blijft ook van mijn kant. Hiermee heb ik mijn zegje gedaan en zet er een punt achter.
Groet,Ben
0000000000
Antw: Antw: Vuistbijl frankrijk.
scherven schreef:
Hallo, dit verhaal komt nog al zelf verzekerd over. Het is zeker niet de bedoeling elkaar verwijten te gaan maken. Ik heb Frederik antwoord gegeven op bepaalde vragen. Zoals steen soort e.d. Ik zelf doe al bijna 40 jaar aan archeologie en ben 25 jaar correspondent van de R.O.B. Amersfoort geweest. Ik heb diverse opgravingen gedaan zelfstandig en in samenwerking. Alles werd gedocumenteerd en goed bevonden. Dus ervaring genoeg. Maar je hebt natuurlijk mensen die beter zijn onderlegd vooral over Belgie en Noord-Frankrijk. De oplossing is de eigenaar van het werktuig moet naar een professioneel archeoloog. Er is een standpunt in genomen en dat blijft ook van mijn kant. Hiermee heb ik mijn zegje gedaan en zet er een punt achter.
Groet,Ben
Hoi Ben,
Ik kan deze reactie van jou niet zo goed plaatsen. Er komt een vraag over een artefact dat Stefaan heeft gekregen en sommige forumleden geven een mening en reageren op elkaars mening en/of onderbouwing daarvan. Een deel van die reacties bevalt jou kennelijk niet zo goed, getuige een aantal van jouw opmerkingen.
"het is me het onderwerp weer wel",
"jammer dat het altijd een ja of nee discussie wordt" ,
"wie heeft de langste adem",
"we wachten wel weer af wat er weer komt" ,
"hiermee heb ik mijn zegje gedaan en zet er een punt achter".
Waar is wat verkeerd gegaan?
donckey
Antw: Vuistbijl frankrijk.
Zoals beloofd zal ik uitleggen waarom dit artefact m.i. de achterzijde van een halffabrikaatbijl of een deel van een pic is, neolitisch en van Spiennes afkomstig.
De vragen van Frederik geven een mooie kapstok om een combinatie van factoren te geven waarop ik mijn mening baseer.
1. Uiterlijke kenmerken en eigenschappen van het vuursteen
2. Soort werktuig of artefact
3. Typologische kenmerken van het artefact
4. Vondstmogelijkheden en vondstlokatie
1. Al zou je het niet zeggen, vuursteen komt mondiaal gezien niet veel voor. Over het ontstaan van vuursteen bestaan meerdere theoriën, maar zeker is dat het gaat om concreties van kiezelzuur (98% SiO2) met daaraan gebonden water gevormd in kalksteen.
Het is vooral bekend van afzettingen uit de Krijtperiode en dan uit afzettingen die bestaan uit kalk/mergel. Ook zijn enkele voorkomens bekend uit het Jura-tijdperk en Tertiair. In Europa komt het meer voor dan in andere delen van de wereld. Het blijkt dat de kenmerken van vuursteen per locatie flink kunnen verschillen en er zijn meerdere studies gedaan naar de eigenschappen van vuursteen van verschillende herkomst. De reden waarom onze verre voorouders graag vuursteen voor de vervaardiging van hun werktuigen kozen, heeft 3 redenen,
* de relatief grote hardheid van het materiaal 6 of 7 op de schaal van Mohs (Is dus net zo hard of harder dan staal),
* de goede bewerkingsmogelijkheden van het materiaal. Vuursteen kent geen kristalvorm(en) maar is amorf en varieerd van zeer fijnkorrelig tot grof korrelig. Door de amorfe structuur "breekt" vuursteen bij druk of door een slag door een druk/slaggolf, in de vorm van een kegel. Door deze eigenschap is het goed te voorspellen wat het effect van een slag op vuursteen heeft en heeft men bij bewerking dus enige tot heel veel controle op het resultaat.
* vuursteen geeft, vooral bij fijne korrelstructuur, vlijmscherpe randen bij bewerking.
Vuursteen kan vele kleuren hebben, dit wordt veroorzaakt door verschillende mineralen die als "verontreinigingen" in het materiaal voorkomen. Ook hebben sommige soorten vuursteen veel insluitsels in de vorm van fossielen, kalk en stukken vuursteen met een andere textuur, structuur of minerale samenstelling. Daarnaast hebben vuursteenknollen een soort korst om zich heen. Deze korst noemt men "cortex" en is ontstaan door dehydratie van de buitenkant van het vuursteen.
Vuursteen van verschillende locaties hebben vaak kenmerken waardoor het mogelijk is ze te linken aan die locaties. Zo zien we in noordelijk vuursteen (uit scandinavië) vaak vele fossielen insluitingen en is dit vuursteen vaak zeer fijnkorrelig. Uit Polen is vuursteen bekend met vele gekleurde banden die karakteristiek zijn voor het vuursteen uit die streken. In Midden-Frankrijk (omgeving Le Grand Pressigny) vinden we (Touraine) vuursteen met een karakteristieke honing bruine kleur. Dichter bij huis vinden we bijvoorbeeld "Rijckholtvuursteen" "Valkenburgvuursteen" , "DonMartinvuursteen", "Rullenvuursteen" en "Spiennesvuursteen" Elk van deze soorten vuursteen heeft bepaalde eigenschappen, waardoor je ze mogelijk kan onderscheiden van vuursteen van andere locaties. Verder is het ook nog zo dat je per locatie, per laag, grote verschillen kan hebben van de karakteristieke eigenschappen van vuursteen.
In Spiennes is in het Neolithicum lange tijd sprake geweest van werkelijke vuursteenmijnbouw. Waarschijnlijk begonnen met het verzamelen van vuursteen uit zelfgegraven ondiepe kuilen. Dit vuursteen werd verhandeld met culturen uit de nabije en verdere omgeving. Langzaam groeide de exploitatie van het vuursteen en ging men schachten aanleggen om de vuursteen te winnen. Men had ontdekt dat vuursteen in lagen/banden in de kalkondergrond voorkwamen en dat sommige lagen een hoge kwaliteit vuursteen bevatten , die zeer geschikt waren voor de fabricage van bijlen en productie van klingen. Vuursteen insitu gevonden in de oorspronkelijk kalklagen wordt gekenmerkt door " een vers uiterlijk" van deze steen, Bewerking van dit vuursteen vond onder andere plaats in volgestorte oude mijnschachten, die een soort depressies vormde aan het oppervlak. Al het afvalmateriaal van de bijlen- en klingenproductie en ook mislukte en afgekeurde halffabrikaten werden achtergelaten in die mijningangen en de laatste pakweg 200 jaar door ploegen omhoog gewerkt. Vooral de laatste 50 jaar, als gevolg van diepploegen (dieper dan 40 cm) werd en wordt veel materiaal aan het oppervlak gebracht. Dit materiaal ziet er "vers"uit. Een van de kenmerken van het artefact van Stefaan is dit verse uiterlijk. In het artefact zijn ook een insluitingen van iets grofkorreliger vuursteen te zien. Naast de lichte kleur, één van de kenmerken van de specifieke vuursteen die voor de bijlenproductie omhoog werd gehaald.
De "versheid" van het artefact pleit voor neolitisch ipv paleolitisch omdat paleolitische artefacten vrijwel altijd lange tijd, in het geval van Mousteriën > meer dan 30.000 jaar aan of nabij het oppervlak hebben gelegen. Van al deze paleolitische werktuigen is een eigenschap dat ze een soort glimmende, vettig uitziende, buitenzijde hebben, die veroorzaakt is door inwerking van bodemmineralen en klimaatinvloeden. Dit vettige laagje op deze artefacten wordt "patina" genoemd. De kenmerkende patina die je terug vindt op paleolitische werktuigen ontbreekt op het artefact van Stefaan. Dit is extra goed te zien op de breuk van het artefact. Als je een stuk(je) van een paleolitisch werktuig afslaat dan zie je de oorspronkelijke kleur van het vuursteen en zie je direct het grote verschil in kleur en glans. Op het artefact van Stefaan zie je dat er weinig tot geen verschil is in het uiterlijk van de buitenkant van het stuk en de binnenkant. Natuurlijk aan Stefaan de vraag of dit inderdaad zo is
Wordt vervolgt
Opmerkingen, commentaar of eventuele vragen worden op prijs gesteld.
[Bewerkt door donckey op 12-01-2014 om 10:19 NL]
De vragen van Frederik geven een mooie kapstok om een combinatie van factoren te geven waarop ik mijn mening baseer.
1. Uiterlijke kenmerken en eigenschappen van het vuursteen
2. Soort werktuig of artefact
3. Typologische kenmerken van het artefact
4. Vondstmogelijkheden en vondstlokatie
1. Al zou je het niet zeggen, vuursteen komt mondiaal gezien niet veel voor. Over het ontstaan van vuursteen bestaan meerdere theoriën, maar zeker is dat het gaat om concreties van kiezelzuur (98% SiO2) met daaraan gebonden water gevormd in kalksteen.
Het is vooral bekend van afzettingen uit de Krijtperiode en dan uit afzettingen die bestaan uit kalk/mergel. Ook zijn enkele voorkomens bekend uit het Jura-tijdperk en Tertiair. In Europa komt het meer voor dan in andere delen van de wereld. Het blijkt dat de kenmerken van vuursteen per locatie flink kunnen verschillen en er zijn meerdere studies gedaan naar de eigenschappen van vuursteen van verschillende herkomst. De reden waarom onze verre voorouders graag vuursteen voor de vervaardiging van hun werktuigen kozen, heeft 3 redenen,
* de relatief grote hardheid van het materiaal 6 of 7 op de schaal van Mohs (Is dus net zo hard of harder dan staal),
* de goede bewerkingsmogelijkheden van het materiaal. Vuursteen kent geen kristalvorm(en) maar is amorf en varieerd van zeer fijnkorrelig tot grof korrelig. Door de amorfe structuur "breekt" vuursteen bij druk of door een slag door een druk/slaggolf, in de vorm van een kegel. Door deze eigenschap is het goed te voorspellen wat het effect van een slag op vuursteen heeft en heeft men bij bewerking dus enige tot heel veel controle op het resultaat.
* vuursteen geeft, vooral bij fijne korrelstructuur, vlijmscherpe randen bij bewerking.
Vuursteen kan vele kleuren hebben, dit wordt veroorzaakt door verschillende mineralen die als "verontreinigingen" in het materiaal voorkomen. Ook hebben sommige soorten vuursteen veel insluitsels in de vorm van fossielen, kalk en stukken vuursteen met een andere textuur, structuur of minerale samenstelling. Daarnaast hebben vuursteenknollen een soort korst om zich heen. Deze korst noemt men "cortex" en is ontstaan door dehydratie van de buitenkant van het vuursteen.
Vuursteen van verschillende locaties hebben vaak kenmerken waardoor het mogelijk is ze te linken aan die locaties. Zo zien we in noordelijk vuursteen (uit scandinavië) vaak vele fossielen insluitingen en is dit vuursteen vaak zeer fijnkorrelig. Uit Polen is vuursteen bekend met vele gekleurde banden die karakteristiek zijn voor het vuursteen uit die streken. In Midden-Frankrijk (omgeving Le Grand Pressigny) vinden we (Touraine) vuursteen met een karakteristieke honing bruine kleur. Dichter bij huis vinden we bijvoorbeeld "Rijckholtvuursteen" "Valkenburgvuursteen" , "DonMartinvuursteen", "Rullenvuursteen" en "Spiennesvuursteen" Elk van deze soorten vuursteen heeft bepaalde eigenschappen, waardoor je ze mogelijk kan onderscheiden van vuursteen van andere locaties. Verder is het ook nog zo dat je per locatie, per laag, grote verschillen kan hebben van de karakteristieke eigenschappen van vuursteen.
In Spiennes is in het Neolithicum lange tijd sprake geweest van werkelijke vuursteenmijnbouw. Waarschijnlijk begonnen met het verzamelen van vuursteen uit zelfgegraven ondiepe kuilen. Dit vuursteen werd verhandeld met culturen uit de nabije en verdere omgeving. Langzaam groeide de exploitatie van het vuursteen en ging men schachten aanleggen om de vuursteen te winnen. Men had ontdekt dat vuursteen in lagen/banden in de kalkondergrond voorkwamen en dat sommige lagen een hoge kwaliteit vuursteen bevatten , die zeer geschikt waren voor de fabricage van bijlen en productie van klingen. Vuursteen insitu gevonden in de oorspronkelijk kalklagen wordt gekenmerkt door " een vers uiterlijk" van deze steen, Bewerking van dit vuursteen vond onder andere plaats in volgestorte oude mijnschachten, die een soort depressies vormde aan het oppervlak. Al het afvalmateriaal van de bijlen- en klingenproductie en ook mislukte en afgekeurde halffabrikaten werden achtergelaten in die mijningangen en de laatste pakweg 200 jaar door ploegen omhoog gewerkt. Vooral de laatste 50 jaar, als gevolg van diepploegen (dieper dan 40 cm) werd en wordt veel materiaal aan het oppervlak gebracht. Dit materiaal ziet er "vers"uit. Een van de kenmerken van het artefact van Stefaan is dit verse uiterlijk. In het artefact zijn ook een insluitingen van iets grofkorreliger vuursteen te zien. Naast de lichte kleur, één van de kenmerken van de specifieke vuursteen die voor de bijlenproductie omhoog werd gehaald.
De "versheid" van het artefact pleit voor neolitisch ipv paleolitisch omdat paleolitische artefacten vrijwel altijd lange tijd, in het geval van Mousteriën > meer dan 30.000 jaar aan of nabij het oppervlak hebben gelegen. Van al deze paleolitische werktuigen is een eigenschap dat ze een soort glimmende, vettig uitziende, buitenzijde hebben, die veroorzaakt is door inwerking van bodemmineralen en klimaatinvloeden. Dit vettige laagje op deze artefacten wordt "patina" genoemd. De kenmerkende patina die je terug vindt op paleolitische werktuigen ontbreekt op het artefact van Stefaan. Dit is extra goed te zien op de breuk van het artefact. Als je een stuk(je) van een paleolitisch werktuig afslaat dan zie je de oorspronkelijke kleur van het vuursteen en zie je direct het grote verschil in kleur en glans. Op het artefact van Stefaan zie je dat er weinig tot geen verschil is in het uiterlijk van de buitenkant van het stuk en de binnenkant. Natuurlijk aan Stefaan de vraag of dit inderdaad zo is

Wordt vervolgt
Opmerkingen, commentaar of eventuele vragen worden op prijs gesteld.
[Bewerkt door donckey op 12-01-2014 om 10:19 NL]
donckey
Antw: Vuistbijl frankrijk.

2 en 3 Wat voor soort werktuig/artefact is het en wat zijn de typologische kenmerken van het artefact?
Voor het beantwoorden van die vraag is het nuttig om eerst aan te geven welke soorten bewerking van vuursteen worden onderscheiden om artefacten te kunnen maken.
Zie foto.
HARDE PERCUSSIE, door middel van het gooien of slaan van een stuk vuursteen tegen een äambeeldsteen. Hiermee kan een groot stuk vuursteen in meerdere kleinere stukken worden verdeeld. Deze techniek werd voor het eerst gebruikt in het Vroege-Paleolithicum en de toenmalige mens kon de stukken met scherpe zijden eventueel als (snij)werktuig gebruiken. Ook in latere tijden werd deze techniek gebruikt voor het verkleinen van grotere stukken vuursteen waarvan het verkleinen met klopstenen geen handige optie was. Het resultaat van deze handelswijze was slecht te voorspellen.
HARDE PERCUSSIE, het met behulp van een klopsteen, gelegen op een aambeeldsteen "kraken" van een stuk vuursteen of vuursteenknol. Vaak waren de klopstenen van een ander materiaal dan vuursteen. Steen zoals kwartsiet of zandsteen zijn meer geschikt als klopsteen dan vuursteen zelf, omdat dit zachter, minder bros en taaier is dan vuursteen. Het eindresultaat is iets beter te voorspellen en te beïnvloeden als de eerder genoemde methode.
HARDE PERCUSSIE, waar mee afslagen van vuursteen worden genomen terwijl het stuk te bewerken vuursteen los van een harde ondergrond of los in de hand ligt. Deze techniek werd al toegepast in het vroege paleolithicum en geeft meer controle dan de voornoemde methodes. Grove schabbers, schaven en vuistbijlen kunnen zo vervaardigd worden. Maar ook de eerste bewerkingen van bijvoorbeeld neolitische bijlen en dergelijke werden uitgevoerd met deze techniek. Klopstenen kunnen verschillende formaten hebben, maar voor het gemiddelde werk zijn klopstenen van 300-400 gram
heel goed bruikbaar voor deze techniek. Ook hier is het beter iets zachtere en taaiere steensoorten te gebruiken zoals kwarsiet of zandsteen.
(DIRECTE) ZACHTE PERCUSSIE, Hierbij worden met een hamer van gewei of zeer hard hout, afslagen van vuursteen afgeslagen. Ondanks dat deze materialen zachter zijn dan vuursteen, kunnen door de taaiheid van het materiaal en de broze eigenschappen van het te bewerken vuursteen, heel goed met deze hamers vuursteen bewerkt worden.
Door de langgerekte vorm van deze hamers kon met grote kracht op het vuursteen worden geslagen. Deze methode is waarschijnlijk aan het eind van het Vroege- Paleolithicum al gebruikt. En werd tijdens de hele steentijd toegepast. Het gewicht van de hamers varieerde meestal tussen de 200 en 700 gram.
Als gevolg van harde percussie is er op de afslag een duidelijke en sterk ontwikkelde slagbult aanwezig. Met op de slagbult bijna altijd een "litteken". De afslagen kunnen zeer groot zijn en zijn meestal breed en dik. Ze werden meestal gebruikt als basis voor het vervaardigen van gewenste werktuigen waarbij meer verfijnde technieken werden gebruikt voor de afwerking.
Bij zachte percussie is de slagbult meestal minder sterk ontwikkeld en ontbreekt vrijwel altijd een litteken. Ook zijn de afslagen meestal dunner, omdat er dichter op de rand van het slagvlak geslagen kan worden.
INDIRECTE PERCUSSIE, bij deze techniek werd gebruik gemaakt van een drevel (soort puntige beitel) van bijv. gewei, bot, tand of hard hout. Ook werden wel (vuur)stenen drevels gebruikt. Met deze (punch) techniek kon men zeer nauwkeurig bepalen waar men een slag wilde plaatsen en onder welke hoek een slag kon worden uitgevoerd.
Men had grote controle over het eindresultaat (grootte, lengte, dikte van de afslag) en deze techniek werd dan ook vanaf het Jong-Paleolithicum veelvuldig toegepast bij het maken van verfijnde werktuigjes. Een ander voordeel van deze techniek is dat het werktuig in bewerking minder snel breekt omdat de schokgolf beter gedoseerd is.
INDIRECTE PERCUSSIE in de vorm van de contra-couptechniek (tegenslagtechniek).
Bij deze vorm van techniek rust het te retoucheren deel van het werktuig op een aambeeld en wordt er met een gewei-hamers, een stuk hout of (vuur)steen op het werktuig zelf geslagen. Daar waar het werktuig contact heeft met het aambeeld worden zeer gedoseerd kleine stukjes vuursteen verwijderd. Voor sommige soorten kleine werktuigen is dit een zeer effectieve en nauwkeurige methode.
DRUKTECHNIEK met een gepunte soort drukstaafje. Dit kan gewei, bot, tand of (vuur)steen zijn. Voor de productie van zeer grote klingen (een kling is een afslag die minimaal tweemaal langer is dan de breedte) en grote dunne afslagen werden soms zeer grote en zware drukstaven gebruikt. Deze techniek geeft een grote controle over het gewenste eindresultaat. Zowel bij zeer grote lange afslagen als bij zeer verfijnde retouche.
DRUKTECHNIEK waarbij het te bewerken stuk(je) vuursteen op een aambeeld wordt gedrukt. Ook met deze techniek kan men zeer verfijnd werken en krijg je afslagjes die heel smal en dun zijn en het vuursteen aan het oppervlak volgt.
SLIJPTECHNIEK, dit wordt ook wel een secundaire techniek genoemd omdat het een eindfase is bij reeds voorbewerkte werktuigen die men glad wilde hebben, bijvoorbeeld vuurstenen bijlen. Het slijpen van vuursteenbijlen werd waarschijnlijk pas in het Neolithicum (nà de Bandceramiek).toegepast.
donckey
Antw: Vuistbijl frankrijk.



Levalloistechniek,
Deze techniek wordt hier uitgelegd om te kijken of het artefact van Stefaan inderdaad overeenkomsten vertoond met het paleolitische Mousterienwerktuig dat Ben laat zien.
In het Midden-Paleolithicum ontstond de Mousterientraditie. Deze tijd werd gekenmerkt door bepaalde specifieke werktuigen, typologie en vervaardigingstechnieken. Een van de nieuw gebruikte technieken, was de zogenaamde "Levalloistechniek". Bij deze techniek werd een stuk vuursteen, waarschijnlijk met harde percussietechnieken, voorgevormd door van het oppervlak vele afslagen vanuit verschillende richtingen te produceren. Men noemt dit "kernpreparatie. De bedoeling was om van de geprepareerde kern, dunne afslagen te slaan, die verder bewerkt konden worden tot schabbers, messen, schaven, spitsen ed.
Om dit te kunnen doen werd aan de zijkant een soort slagvlak geprepareerd waarlangs de afslag kon worden afgeslagen. Het resultaat was een platte afslag met aan de bovenzijde de negatieven van afslagen en een geheel gladde onderzijde met duidelijke slagbult. Vanaf de onderzijde werd vervolgens met de meer verfijnde vuursteenbewerkingstechnieken eenzijdig retouche aangebracht.
Op de foto's kan je duidelijk zien dat het artefact van Stefaan een heel andere vorm en ontstaansgeschiedenis heeft en typologisch geen overeenkomsten vertoond met het levalloiswerktuig. Stefaan werktuig is bifaciaal bewerkt (afslagen van meerdere zijden) en is niet plat maar min of meer hoekig van doorsnee. Het artefact vertoond geen kenmerken van een afslag van een geprepareerde kern. Ook zien we nergens de mooie regelmatige parallelle retouche die de snijrand of schaafrand van het mousteriewerktuig vormt. Het artefact van Stefaan is met de harde percussietechniek (klopsteen) en misschien ook met de zachte percussietechniek rondom bewerkt door afslagen te verwijderen. Dit is gebeurd om de vorm van een bijl te verkrijgen. Het was de bedoeling om de bewerking steeds verder te verfijnen met steeds fijnere vuursteenbewerkingstechnieken. Helaas is de bijl tijdens het begin van het bewerkingsproces gebroken. De kans op breuk, in de beginfase van de bijlproductie was niet gering. Dit komt doordat er in het begin grote afslagen moeten worden verwijderd om een steeds definitievere eindvorm te verkrijgen. Voor het produceren van deze relatief grote afslagen is relatief veel kracht nodig. Dit veroorzaakt veel trilling in het vuursteen waardoor een breuk kan ontstaan.
Op een van de foto's zie je een aantal gebroken halffabrikaat bijlen uit Spiennes die ook tijdens de productiefase zijn "gesneuveld" Het soort breuk dat ontstaat is karakteristiek voor bijlen van deze soort.
donckey
Antw: Vuistbijl frankrijk.
Vondst mogelijkheden en vondst locatie.
Er schuilt inderdaad een gevaar in het feit dat ikzelf veel in Spiennes heb verzameld.
Al lijkt het artefact van Stefaan veel op de halffabrikaten uit Spiennes, dan hoeft het nog niet te betekenen dat deze daadwerkelijk van deze locatie komt en niet van een andere locatie waar dit soort halffabrikaten werden vervaardigd. De foto lijkt weliswaar veel van de karakteristieke kenmerken van het Spiennesvuursteen te hebben, maar eigenlijk zou je het stuk in de hand moeten hebben. En ook dan is het nog moeilijk om zonder geavanceerde technieken met een 100% zekerheid te kunnen aantonen dat het in Spiennes gevonden is.
aan de andere kant zijn er enorme hoeveelheden artefacten in bijvoorbeeld de vorm van halffabrikaat bijlen en delen daarvan in Spiennes gevonden (tienduizenden) In Spiennes heeft gedurende een zeer lange periode mijnbouw en productie plaats gevonden. Bovendien was deze vindplaats algemeen bekend, zeker bij de amateurarcheologen. Ook was/is er veel informatie beschikbaar over de exacte plaats waar je de artefacten kon aantreffen. En last but not least heb ik in de tijd dat ik er nog zocht, nooit zelf meegemaakt of van anderen gehoord dat zoekers niet welkom waren. Uiteraard zocht ik niet op ingezaaide akkers en heb meerdere malen toestemming gevraagd en gekregen als er landbouwers aan het werk waren.
Als er dan een artefact opduikt zoals Stefaan laat zien dan is de kans redelijk groot dat deze in Spiennes is gevonden.
Over de typologie kan gezegd worden dat juist het vele vergelijkingsmateriaal dat ter beschikking staat, een positieve ID over het soort werktuig/artefact zeer waarschijnlijk maakt. Hierbij is de lokatie Spiennes ook minder relevant omdat op meerdere andere neolitische vuursteenmijnbouwlocaties zoals Rijckholt, Rullen, Champi....., omgeving Le Grand Pressigny ed ook veelvuldig bezocht zijn. De typologische kenmerken van de halffabrikaat bijlen en de tijdens de productie gebroken bijlen zijn op al deze locaties nagenoeg hetzelfde. Dus voor mij is het zeker dat het artefact van Stefaan een gebroken neolitische bijl of pic is en dat de vindplaats Spiennes zeer voor de hand ligt. Een paleolitisch werktuig lijkt mij gezien het ontbreken van de karakteristieke patina, de typologie en de bewerkingskenmerken uitgesloten.
Pfffffff dat was toch nog een pittig karweitje
Stefaan, ik hoop dat je iets meer te weten bent gekomen over jouw artefact. Als je wilt mail ik je een lijst met literatuur en Websites zodat je een en ander kan nalezen en checken.
Frederik, ik hoop dat ik in ieder geval voor een deel antwoord gegeven heb op je vragen en nieuwsgierigheid.
Peter
Er schuilt inderdaad een gevaar in het feit dat ikzelf veel in Spiennes heb verzameld.
Al lijkt het artefact van Stefaan veel op de halffabrikaten uit Spiennes, dan hoeft het nog niet te betekenen dat deze daadwerkelijk van deze locatie komt en niet van een andere locatie waar dit soort halffabrikaten werden vervaardigd. De foto lijkt weliswaar veel van de karakteristieke kenmerken van het Spiennesvuursteen te hebben, maar eigenlijk zou je het stuk in de hand moeten hebben. En ook dan is het nog moeilijk om zonder geavanceerde technieken met een 100% zekerheid te kunnen aantonen dat het in Spiennes gevonden is.
aan de andere kant zijn er enorme hoeveelheden artefacten in bijvoorbeeld de vorm van halffabrikaat bijlen en delen daarvan in Spiennes gevonden (tienduizenden) In Spiennes heeft gedurende een zeer lange periode mijnbouw en productie plaats gevonden. Bovendien was deze vindplaats algemeen bekend, zeker bij de amateurarcheologen. Ook was/is er veel informatie beschikbaar over de exacte plaats waar je de artefacten kon aantreffen. En last but not least heb ik in de tijd dat ik er nog zocht, nooit zelf meegemaakt of van anderen gehoord dat zoekers niet welkom waren. Uiteraard zocht ik niet op ingezaaide akkers en heb meerdere malen toestemming gevraagd en gekregen als er landbouwers aan het werk waren.
Als er dan een artefact opduikt zoals Stefaan laat zien dan is de kans redelijk groot dat deze in Spiennes is gevonden.
Over de typologie kan gezegd worden dat juist het vele vergelijkingsmateriaal dat ter beschikking staat, een positieve ID over het soort werktuig/artefact zeer waarschijnlijk maakt. Hierbij is de lokatie Spiennes ook minder relevant omdat op meerdere andere neolitische vuursteenmijnbouwlocaties zoals Rijckholt, Rullen, Champi....., omgeving Le Grand Pressigny ed ook veelvuldig bezocht zijn. De typologische kenmerken van de halffabrikaat bijlen en de tijdens de productie gebroken bijlen zijn op al deze locaties nagenoeg hetzelfde. Dus voor mij is het zeker dat het artefact van Stefaan een gebroken neolitische bijl of pic is en dat de vindplaats Spiennes zeer voor de hand ligt. Een paleolitisch werktuig lijkt mij gezien het ontbreken van de karakteristieke patina, de typologie en de bewerkingskenmerken uitgesloten.
Pfffffff dat was toch nog een pittig karweitje

Stefaan, ik hoop dat je iets meer te weten bent gekomen over jouw artefact. Als je wilt mail ik je een lijst met literatuur en Websites zodat je een en ander kan nalezen en checken.
Frederik, ik hoop dat ik in ieder geval voor een deel antwoord gegeven heb op je vragen en nieuwsgierigheid.
Peter
donckey
- Smaug
- Community Manager
- Berichten: 1417
- Lid geworden op: 11 nov 2003, 17:14
- Has thanked: 225 times
- Been thanked: 109 times
Antw: Vuistbijl frankrijk.
Zeggum, Peter...
Twee opmerkingen:
1. Waar komen de fotos vandaan? Zit er geen copyright op sommige stukken die je laat zien? (Zet even de bron et cetera erbij)
2. Is dit misschien niet iets voor een artikel? Je kan het zo met fotos opsturen, plaatjes kunnen we allicht zelf maken...
Groeten,
Richard
Twee opmerkingen:
1. Waar komen de fotos vandaan? Zit er geen copyright op sommige stukken die je laat zien? (Zet even de bron et cetera erbij)
2. Is dit misschien niet iets voor een artikel? Je kan het zo met fotos opsturen, plaatjes kunnen we allicht zelf maken...
Groeten,
Richard
My armour is like tenfold shields, my teeth are
swords, my claws spears, the shock of my tail
is a thunderbolt, my wings a hurricane, and my
breath death!
swords, my claws spears, the shock of my tail
is a thunderbolt, my wings a hurricane, and my
breath death!
Antw: Vuistbijl frankrijk.
Richard,
Al de artefacten die ik laat zien heb ik zelf verzameld en gefotografeerd, Dus als er al copyright op zit dan is die van mij
De tekeningen van de bewerkingstechnieken zijn uit "Vakmanschap in vuursteen" (Museumpublicatie Assen, 1983) en zijn grondig nabewerkt door mij. De tekening van het mousterien werktuig is overgenomen van Ben's reactie en ik zou niet weten uit welk (oud) werk dat afkomstig is. Ik ben er verder vanuit gegaan dat Stefaan geen bewaar had tegen het gebruik van zijn foto's.
Bedankt dat je hiervoor de aandacht vraagt.
Peter
[Bewerkt door donckey op 12-01-2014 om 21:27 NL]
Al de artefacten die ik laat zien heb ik zelf verzameld en gefotografeerd, Dus als er al copyright op zit dan is die van mij

Bedankt dat je hiervoor de aandacht vraagt.
Peter
[Bewerkt door donckey op 12-01-2014 om 21:27 NL]
donckey
Antw: Vuistbijl frankrijk.

Hier zoals beloofd de zelfgevonden bijl uit het mousterien is al tien jaar in mijn bezit .
Theo
- Frederik
- Administrator
- Berichten: 8668
- Lid geworden op: 28 sep 2003, 20:33
- Has thanked: 9 times
- Been thanked: 47 times
- Contacteer:
Antw: Vuistbijl frankrijk.
Dag Peter,
Ik ben even geveld door ziekte, maar als ik weer wat tijd kan maken, zal ik je reacties eens ten gronde doornemen. Ik had dezelfde bedenkingen als Richard
(vooral ook van dat artikel).
Ik ben even geveld door ziekte, maar als ik weer wat tijd kan maken, zal ik je reacties eens ten gronde doornemen. Ik had dezelfde bedenkingen als Richard

Try to learn something about everything and everything about
something (TH Huxley)
something (TH Huxley)