Hoplitide uit het Albiaan van de Franse Ardennen
Hoplitide uit het Albiaan van de Franse Ardennen

Gisteren bezocht ik naar jaarlijkse gewoonte de beurs van Hannut. Vooral omdat de organisatoren zo een fijne mensen zijn die elk jaar opnieuw een hele leuke en prachtige tentoonstelling opbouwen achteraan de beurs. Toegang is gratis, lekker bier voorhanden, de chips goedkoop, en steunkaartjes kan je er kopen voor 2,5 euro, wat je meteen recht geeft op een tombola-ticket.
Ik vond er ook deze ammoniet, van het Albiaan van de Franse Ardennen. Hij doet me erg denken aan Dimorphoplites die ik vooral ken uit Wissant, maar zo goed ben ik niet thuis in het Albiaan, maar ik ben vrij zeker dat Phil me een eindje in de goede richting kan duwen. Sorry voor de lage kwaliteit van de foto's.
mvg Stijn
[Bewerkt door Stijn op 07-03-2016 om 16:01 NL]
"Ammonites are the quintessential
fossils, seemingly covering all the
major themes of paleontology"
Eldredge 1996
fossils, seemingly covering all the
major themes of paleontology"
Eldredge 1996
Antw: Hoplitide uit het Albiaan van de Franse Ardennen
dit is Otohoplites auritiformis, de gelijkenis met Dimorphoplites is treffend maar de verwantschap is is in familietermen toch de 4e graad. er is 3 keer een gelijkaardige evolutie gebeurd
-1 Sonneratia naar Protohoplites bij deze staan de ventrale tubercules recht tegenover enkaar
-2 Pseudosonneratia naar Otohoplites; hier zijn de ventrale tubercules alternerend
-3 Pseudosonneratia (Isohoplites) steinmanni naar Hoplites
Dimorphoplites is geëvolueerd uit Hoplites zoals Anahoplites en Euhoplites
ik wil hier ook nog verwijzen naar het topic 'to be or not to be a Dimorph' waar ik het vermoeden heb dat de meeste Dimorphoplites van cap blanc nez een andere oorsprong hebben dan deze van Folkestone. zodra ik wat tijd heb zal ik foto's maken om mijn stelling te onderbouwen.
-1 Sonneratia naar Protohoplites bij deze staan de ventrale tubercules recht tegenover enkaar
-2 Pseudosonneratia naar Otohoplites; hier zijn de ventrale tubercules alternerend
-3 Pseudosonneratia (Isohoplites) steinmanni naar Hoplites
Dimorphoplites is geëvolueerd uit Hoplites zoals Anahoplites en Euhoplites
ik wil hier ook nog verwijzen naar het topic 'to be or not to be a Dimorph' waar ik het vermoeden heb dat de meeste Dimorphoplites van cap blanc nez een andere oorsprong hebben dan deze van Folkestone. zodra ik wat tijd heb zal ik foto's maken om mijn stelling te onderbouwen.
philippe
ingenieur in de cephalopode huisvesting
ingenieur in de cephalopode huisvesting
- Frederik
- Administrator
- Berichten: 8668
- Lid geworden op: 28 sep 2003, 20:33
- Has thanked: 9 times
- Been thanked: 47 times
- Contacteer:
Antw: Hoplitide uit het Albiaan van de Franse Ardennen
Hey Phil,
Bij Dimorphoplites staan de ventrale tuberkels toch ook alternerend, niet? Waar maak je dan precies het onderscheid met Otohoplites? Vorm van de ventrale knobbels, of laterale kenmerken, ...?
Bij Dimorphoplites staan de ventrale tuberkels toch ook alternerend, niet? Waar maak je dan precies het onderscheid met Otohoplites? Vorm van de ventrale knobbels, of laterale kenmerken, ...?
Try to learn something about everything and everything about
something (TH Huxley)
something (TH Huxley)
- Frederik
- Administrator
- Berichten: 8668
- Lid geworden op: 28 sep 2003, 20:33
- Has thanked: 9 times
- Been thanked: 47 times
- Contacteer:
Antw: Hoplitide uit het Albiaan van de Franse Ardennen
Even voor het gemak een link naar je andere topic, 'to be or not to be a Dimorp': http://www.fossiel.net/forums/viewtopic ... icID=31038
Try to learn something about everything and everything about
something (TH Huxley)
something (TH Huxley)
Antw: Antw: Hoplitide uit het Albiaan van de Franse Ardennen
inderdaad, als ik niet weet uit welke laag ze komen zie ik het ook niet altijdFrederik schreef:
Hey Phil,
Bij Dimorphoplites staan de ventrale tuberkels toch ook alternerend, niet? Waar maak je dan precies het onderscheid met Otohoplites? Vorm van de ventrale knobbels, of laterale kenmerken, ...?
philippe
ingenieur in de cephalopode huisvesting
ingenieur in de cephalopode huisvesting
Antw: Hoplitide uit het Albiaan van de Franse Ardennen
De specimens van de Franse Ardennen zijn natuurlijk een stukje ouder dan die van Blanc Nez, met name Onder Albiaan ipv Midden en Boven Albiaan. Het is wel frappant dat je zoveel verschillen ziet tussen het Folkstone materiaal en dat van CBN. Lijkt me heel erg interessant om dat verder uit te spitten!
Alvast dank voor de determinatie van dit beestje. Het is de soort waarnaar ook een biozone is genaamd. Met de naam kwam ik o.a. op de website van David Jolly terecht, die me toelaat de andere specimens te determineren. Ze komen van twee fosfaatniveaus die erg dicht tegen elkaar aanlagen die tijdens wegenwerken kortstondig bemonsterd konden worden, nu al meer dan 10 jaar geleden. Ik had het geluk dat één iemand van al m'n vrienden wist waar de werken gelegen waren. Anders had ik het nooit op tijd geweten. Toen de werken al bezig waren, heb ik zelfs eens deelgenomen aan een excursie naar de streek van Novion-Porcien die een bevriende Antwerpse vereniging voor ons (destijds Tellus) verzorgde, waar de excursieleider ook niet wist dat er werken bezig waren. En dat terwijl we op amper 2 km van de werken in andere lagen gezocht hebben. Aan het eind van de dag namen enkele vrienden me mee naar enkele velden waar je Albiaan ammonieten verzamelen kon. Fragmenten welliswaar en veel vonden we er niet, maar de preservatie was wel erg bijzonder en goed herkenbaar.
Enkele weken nadien organiseerde Tellus onder leiding van Willy Vanherle een tocht naar Resteigne voor een Franse club. Tijdens de gezamenlijke lunch vroegen ze of we zin hadden in wat te ruilen. Natuurlijk hadden we dat. Maar veel ruilmateriaal had ik toen niet bij. In hun koffers zaten enkele zakken met een heel aantal Douvilleiceras ammonieten mee waar de klei nog aanhing. Net gevonden op de weg naar Resteigne. Maar ze wouden ons niet zeggen waar exact het vandaag kwam. Maar de preservatie was dezelfde als die van de velden die we enkele weken voordien bezochten. Er moesten dus ergens werken aan de gang zijn in die regio. Na heel wat rondbellen was er ééniemand die me kon vertellen. Een goed bewaard Frans geheim zo bleek. De week nadien de werf bezocht, enkele weken nadien op terugweg van vakantie in Frankrijk nog eens. Maar toen waren de graafwerkzaamheden al zeer ver gevorderd en de bermen al afgeschuind, zodat graven nagenoeg ontoelaatbaar was geworden. Ik heb best wel goed gevonden die dag, maar heb sindsdien een zwak voor ammonieten van deze ontsluiting. De binnenkern is niet meestal niet met sediment gevuld, terwijl ze in fosforietknolletjes bewaard zijn. De binnenwindingen breken dan meestal open bij preparatie, maar laten wel bijzonder mooie alle kamerstructuurtjes zien.
Ik zal de volgende dagen nog wat andere ammonieten van daar posten.
Meest voorkomend was Douvilleiceras. Toen ik de werf bezocht was er een Franse lokale verzamelaar die er toen al (de werken waren nog niet gedaan) meer dan 900 had...
mvg stijn
[Bewerkt door Stijn op 07-03-2016 om 19:08 NL]
Alvast dank voor de determinatie van dit beestje. Het is de soort waarnaar ook een biozone is genaamd. Met de naam kwam ik o.a. op de website van David Jolly terecht, die me toelaat de andere specimens te determineren. Ze komen van twee fosfaatniveaus die erg dicht tegen elkaar aanlagen die tijdens wegenwerken kortstondig bemonsterd konden worden, nu al meer dan 10 jaar geleden. Ik had het geluk dat één iemand van al m'n vrienden wist waar de werken gelegen waren. Anders had ik het nooit op tijd geweten. Toen de werken al bezig waren, heb ik zelfs eens deelgenomen aan een excursie naar de streek van Novion-Porcien die een bevriende Antwerpse vereniging voor ons (destijds Tellus) verzorgde, waar de excursieleider ook niet wist dat er werken bezig waren. En dat terwijl we op amper 2 km van de werken in andere lagen gezocht hebben. Aan het eind van de dag namen enkele vrienden me mee naar enkele velden waar je Albiaan ammonieten verzamelen kon. Fragmenten welliswaar en veel vonden we er niet, maar de preservatie was wel erg bijzonder en goed herkenbaar.
Enkele weken nadien organiseerde Tellus onder leiding van Willy Vanherle een tocht naar Resteigne voor een Franse club. Tijdens de gezamenlijke lunch vroegen ze of we zin hadden in wat te ruilen. Natuurlijk hadden we dat. Maar veel ruilmateriaal had ik toen niet bij. In hun koffers zaten enkele zakken met een heel aantal Douvilleiceras ammonieten mee waar de klei nog aanhing. Net gevonden op de weg naar Resteigne. Maar ze wouden ons niet zeggen waar exact het vandaag kwam. Maar de preservatie was dezelfde als die van de velden die we enkele weken voordien bezochten. Er moesten dus ergens werken aan de gang zijn in die regio. Na heel wat rondbellen was er ééniemand die me kon vertellen. Een goed bewaard Frans geheim zo bleek. De week nadien de werf bezocht, enkele weken nadien op terugweg van vakantie in Frankrijk nog eens. Maar toen waren de graafwerkzaamheden al zeer ver gevorderd en de bermen al afgeschuind, zodat graven nagenoeg ontoelaatbaar was geworden. Ik heb best wel goed gevonden die dag, maar heb sindsdien een zwak voor ammonieten van deze ontsluiting. De binnenkern is niet meestal niet met sediment gevuld, terwijl ze in fosforietknolletjes bewaard zijn. De binnenwindingen breken dan meestal open bij preparatie, maar laten wel bijzonder mooie alle kamerstructuurtjes zien.
Ik zal de volgende dagen nog wat andere ammonieten van daar posten.
Meest voorkomend was Douvilleiceras. Toen ik de werf bezocht was er een Franse lokale verzamelaar die er toen al (de werken waren nog niet gedaan) meer dan 900 had...
mvg stijn
[Bewerkt door Stijn op 07-03-2016 om 19:08 NL]
"Ammonites are the quintessential
fossils, seemingly covering all the
major themes of paleontology"
Eldredge 1996
fossils, seemingly covering all the
major themes of paleontology"
Eldredge 1996
Antw: Hoplitide uit het Albiaan van de Franse Ardennen - Otohoplites raulinianus

Hier nog een Otohoplites uit dezelfde locatie. Als ik het goed heb, is dit Otohoplites raulinianus d'Orbigny, 1841. Wat mij echter opvalt in vergelijking met Otohoplites auritiformis is dat bij deze laatste het spiegelpunt van de sutuur (of beter nog het mediaan element van de externe lob) niet op het midden van het venter ligt, maar een stukje ernaast, ter hoogte van de (bij mijn specimen) linkse ventrolaterale tuberkelrij, zoals bij latere hoplitiden (ik kan het me voor Hoplites zelf nu even niet voor de geest halen, maar voor Anahoplites van de Blanc Nez wel), in tegenstelling tot bij Otohoplites raulinianus waarbij de sutuur mooi symetrisch is tov het midden van het venter.
"Ammonites are the quintessential
fossils, seemingly covering all the
major themes of paleontology"
Eldredge 1996
fossils, seemingly covering all the
major themes of paleontology"
Eldredge 1996
Antw: Antw: Hoplitide uit het Albiaan van de Franse Ardennen
ik vermoed dat je de auritus-zone bedoelt, deze is echter naar Callihoplites auritus genoemd en is de eerste zone boven de (Hysteroceras) varicosum-zone.Stijn schreef:
Alvast dank voor de determinatie van dit beestje. Het is de soort waarnaar ook een biozone is genaamd.
philippe
ingenieur in de cephalopode huisvesting
ingenieur in de cephalopode huisvesting
Antw: Antw: Hoplitide uit het Albiaan van de Franse Ardennen
de verschillen liggen voornamelijk in de stratigrafie, Dimorphoplites komt voor in bed II tot bed VIII van Folkestone. de P4 van CBN komt overeen met bed III tot VI van Folkestone maar de ammonieten zijn echt zeldzaam in deze laag, zelfs fragmenten zijn schaars.Stijn schreef:
Het is wel frappant dat je zoveel verschillen ziet tussen het Folkstone materiaal en dat van CBN. Lijkt me heel erg interessant om dat verder uit te spitten!
de P5 komt dan overeen met bed VIII dus reeds het einde van het geslacht Dimorphoplites,
de ammonieten in Folkestone zijn ook veel kleiner dan in CBN waardoor Dimorphoplites silenus niet herkend wordt omdat de binnenste windingen identiek zijn aan Epihoplites(Metaclavites) compressus. ik vraag me nu af of E.compressus wel bestaat en of dit niet allemaal binnenste windingen van D.silenus (en aanverwanten) zijn. soms blijven de ribben enkel tot 8cm voor ze de lautiforme ribben vormen.
philippe
ingenieur in de cephalopode huisvesting
ingenieur in de cephalopode huisvesting