Vraag over CBN Gault ammo\'s.
-
- Berichten: 125
- Lid geworden op: 15 apr 2012, 11:31
Vraag over CBN Gault ammo\'s.
Beste forumleden,
Leuke ammonieten heb ik uit het CBN Gaultklei kunnen verzamelen.
Van een aantal heb ik een paar vragen. Ammo 1 is een Euhoplites en gefosfatiseerd. Aangegeven is een deel dat uit klei bestaat. Waarom is daar de gefosfatiseerde ammo onderbroken door een kleiopvulling. Ik heb hier meerdere voorbeelden van. Het lijkt mij geen afgebeten stuk, omdat de ribbels gewoon doorlopen.
Ammo 2 is voor een deel gepyritiseerd (deel met schaal) en voor een deel gefosfatiseerd (het glanzende deel zonder schaalbewaring).
Waarom is dat? Kan het mogelijk zijn, dat het gefosfatiseerde deel de woonkamer vertegenwoordigde en de omzetting chemisch anders is verlopen? Wie zou hier wat over kunnen vertellen?
Dan graag. cheers,
Wilson
- FossilDude
- Administrator
- Berichten: 2368
- Lid geworden op: 24 nov 2007, 22:23
- Locatie: Leuven, België
- Has thanked: 326 times
- Been thanked: 310 times
- Contacteer:
Antw: Vraag over CBN Gault ammo's.
Hoi Wilson,
Dit zijn leuke voorbeelden voor de tafonomie, de wetenschap die onderzoek doet naar gestorven organismen en wat er na het sterven met de resten gebeurd.
Het is belangrijk om te realiseren hoe fossielen fosfatiseren. Dit gebeurd als er in de sedimenten een grote hoeveelheid (in zeewater opgelost) fosfaat aanwezig is, dat vervolgens in of rond de schelp zal afzetten als fosfatiet.
Pyritisatie is een vergelijkbaar proces, maar dan onder sterker gereduceerde (=zuurstof-armere) condities, maar vooral: ijzer-rijkere condities.
De klei die je bij je eerste specimen ziet, is precies dat: klei. Met andere woorden: gewoon, normaal sediment. De ammoniet was dus waarschijnlijk al gebroken toen hij in de zeebodem begraven werd. Daardoor kon een deel van de schelp zich met klei vullen. Er hoeft natuurlijk maar een klein gat te zitten voor de ammoniet om (gedeeltelijk) op te vullen. Waarschijnlijk bleef ook een deel niet opgevuld. Dit was dus een holte in het sediment, waarin het fosfatiet kon worden afgezet.
Vaak zie je dat de chemie op de zeebodem plaatselijk erg heterogeen is. Het kan bijvoorbeeld zijn dat een deel van de ammoniet in een stuk zeebodem zit dat behoorlijk zuurstof-arm, maar rijk aan ijzer en zwavel is. Dan zal dat gedeelte pyritiseren. Het gedeelte van de zeebodem dat iets minder ijzer-rijk is, zal juist tot fosfatisatie leiden. Dit verklaard waarschijnlijk jouw tweede ammoniet.
Groet,
Johan
[Bewerkt door FossilDude op 14-09-2017 om 16:08 NL]
Dit zijn leuke voorbeelden voor de tafonomie, de wetenschap die onderzoek doet naar gestorven organismen en wat er na het sterven met de resten gebeurd.
Het is belangrijk om te realiseren hoe fossielen fosfatiseren. Dit gebeurd als er in de sedimenten een grote hoeveelheid (in zeewater opgelost) fosfaat aanwezig is, dat vervolgens in of rond de schelp zal afzetten als fosfatiet.
Pyritisatie is een vergelijkbaar proces, maar dan onder sterker gereduceerde (=zuurstof-armere) condities, maar vooral: ijzer-rijkere condities.
De klei die je bij je eerste specimen ziet, is precies dat: klei. Met andere woorden: gewoon, normaal sediment. De ammoniet was dus waarschijnlijk al gebroken toen hij in de zeebodem begraven werd. Daardoor kon een deel van de schelp zich met klei vullen. Er hoeft natuurlijk maar een klein gat te zitten voor de ammoniet om (gedeeltelijk) op te vullen. Waarschijnlijk bleef ook een deel niet opgevuld. Dit was dus een holte in het sediment, waarin het fosfatiet kon worden afgezet.
Vaak zie je dat de chemie op de zeebodem plaatselijk erg heterogeen is. Het kan bijvoorbeeld zijn dat een deel van de ammoniet in een stuk zeebodem zit dat behoorlijk zuurstof-arm, maar rijk aan ijzer en zwavel is. Dan zal dat gedeelte pyritiseren. Het gedeelte van de zeebodem dat iets minder ijzer-rijk is, zal juist tot fosfatisatie leiden. Dit verklaard waarschijnlijk jouw tweede ammoniet.
Groet,
Johan
[Bewerkt door FossilDude op 14-09-2017 om 16:08 NL]
Van je hobby je beroep maken.... kan het nog beter? ;)
-
- Berichten: 125
- Lid geworden op: 15 apr 2012, 11:31
Antw: Vraag over CBN Gault ammo's.
Hi Johan,
Hartelijk dank voor je uiteenzetting! Machtig interessante materie, zo komt eigenlijk een verstening 'tot leven'.
Als ik het dus goed begrijp, dan vulde een deel van deze ammoschelp zich door een scheur met sediment. In dit geval klei en de rest loste op en daar heeft zich fosfatiet afgezet. Opmerkelijk lijkt mij dat de buitenzijde van de ammoschelp dan toch bewaard is gebleven met veelal de veelkleurige glans van paarlemoer. Er moeten destijds bijzondere bodemomstandigheden zijn geweest.
Bij dat tweede voorbeeld bevond dus een deel van de schelp zich in een laag sediment die van samenstelling verschilde met het andere deel. Dat betekent, denk ik, dat de bodemomstandigheden heel rustig geweest moeten zijn, langzame sedimentatie en geen aaseters (behalve bacteriën die geen zuurstof nodig hebben), zodat de ammoniet geruime tijd op de bodem kon liggen en het opgeloste fosfaat (afkomstig van kadavers) kon inwerken.
Als dit correct is, dan snap ik het.
Nu ben ik tijdens het doorzoeken van het klei ook vrij grote kleiammonieten tegengekomen, voornamelijk van het geslacht Anahoplites. Pure klei met wat schaalbewaring, maar middenin, het jongste gedeelte dus, bevond zich een kleine pyrietkern.
Wat mij ook zo boeit, nu we het toch over tafonomie hebben, zijn de vondsten van gefosfatiseerde zachte weefsels. Bijvoorbeeld die vissen uit Brazilië (Onder-Krijt). Zachte weefsels zoals spieren zijn vervangen door mini-bolletjes. Het zijn eigenlijk gefosfatiseerde replica's. Slijpplaatjes tonen aan dat mogelijk zich soms onder die laag bolletjes nog organisch materiaal bevindt. Waanzinnig interessant, maar een begrijpelijke verklaring ben ik nog niet tegengekomen. Daar was een zuurstofloze laag water boven een zee-of meerbodem met een hoeveelheid rottende (dus geen ontbindende) beesten. Deze zorgden voor een verzadiging van fosfaat in die bodemlaag water.
Maar hoe dat verzadigde zeewater, bijvoorbeeld, spieren fosfatiseerde is mij onduidelijk. Dit verschijnsel is in Engeland met garnalen met succes nagebootst.
Nogmaals dank, cheers
Hartelijk dank voor je uiteenzetting! Machtig interessante materie, zo komt eigenlijk een verstening 'tot leven'.
Als ik het dus goed begrijp, dan vulde een deel van deze ammoschelp zich door een scheur met sediment. In dit geval klei en de rest loste op en daar heeft zich fosfatiet afgezet. Opmerkelijk lijkt mij dat de buitenzijde van de ammoschelp dan toch bewaard is gebleven met veelal de veelkleurige glans van paarlemoer. Er moeten destijds bijzondere bodemomstandigheden zijn geweest.
Bij dat tweede voorbeeld bevond dus een deel van de schelp zich in een laag sediment die van samenstelling verschilde met het andere deel. Dat betekent, denk ik, dat de bodemomstandigheden heel rustig geweest moeten zijn, langzame sedimentatie en geen aaseters (behalve bacteriën die geen zuurstof nodig hebben), zodat de ammoniet geruime tijd op de bodem kon liggen en het opgeloste fosfaat (afkomstig van kadavers) kon inwerken.
Als dit correct is, dan snap ik het.
Nu ben ik tijdens het doorzoeken van het klei ook vrij grote kleiammonieten tegengekomen, voornamelijk van het geslacht Anahoplites. Pure klei met wat schaalbewaring, maar middenin, het jongste gedeelte dus, bevond zich een kleine pyrietkern.
Wat mij ook zo boeit, nu we het toch over tafonomie hebben, zijn de vondsten van gefosfatiseerde zachte weefsels. Bijvoorbeeld die vissen uit Brazilië (Onder-Krijt). Zachte weefsels zoals spieren zijn vervangen door mini-bolletjes. Het zijn eigenlijk gefosfatiseerde replica's. Slijpplaatjes tonen aan dat mogelijk zich soms onder die laag bolletjes nog organisch materiaal bevindt. Waanzinnig interessant, maar een begrijpelijke verklaring ben ik nog niet tegengekomen. Daar was een zuurstofloze laag water boven een zee-of meerbodem met een hoeveelheid rottende (dus geen ontbindende) beesten. Deze zorgden voor een verzadiging van fosfaat in die bodemlaag water.
Maar hoe dat verzadigde zeewater, bijvoorbeeld, spieren fosfatiseerde is mij onduidelijk. Dit verschijnsel is in Engeland met garnalen met succes nagebootst.
Nogmaals dank, cheers
Wilson