Hoi Age,
frisian-old-age schreef:
we weten wel dat het opgespoten matriaal Midden-Mioceen tot Vroeg Plioceen is dus kan je ook een schatting maken over de ouderdom van de vondsten
In Mill liggen ruwweg 2 pakketten met fossielen: Een pakket van vroeg-Laat Mioceen en een pakket van Laat Pliocene ouderdom . Twee heel duidelijk verschillende afzettingen. Verder is er een basisgrind waarin alles uit de tussenliggende tijd lijkt te zijn samengespoeld. Het is dus zeer goed mogelijk dat er verschillende fauna\'s aanwezig zijn.
frisian-old-age schreef:
Zonder gebruikname van statistiek c.q kansberekening heb ik gesteld dat de \"ongekende schoonheid\" mijn inziens een D.rugosa is.Bij deze stellingname blijf ik totdat men met juiste tegen-argumenten komt, wat nog niet gebeurd is.
De tegenargumenten zijn inmiddels legio:
1) Ik heb boven aannemelijk gemaakt dat gerede twijfel is tot welk genus deze stekel behoort. Er hoeft namelijk geen verband te zijn met de tanden die je er vind. Volgens jouw redenering zou je de stekel beter aan Raja kunnen toeschrijven. Die zijn immers het meest voorkomend in Mill (je schrijft bovenstaand ergens dat Dasyatis het meest voorkomend is in Mill, maar in dat geval maak je vermoedelijk geen onderscheid tussen de tanden van vrouwtjes van Raja en Dasyatis. Raja komt veel, veel, veel meer voor dan Dasyatis (in de verhouding 100:1 ongeveer...). n.b., ook Raja kan staartstekels hebben. En dan hebben we de verhouding Myliobatis-Dasyatis nog niet eens onder de loep genomen. Die kon ook wel eens in jouw nadeel liggen.
2) Daarnaast heb ik aangegeven dat er meerdere soorten Dasyatis aanwezig kunnen zijn. Het antwoord van Somniosus geeft aan dat dat zelfs waarschijnlijk is (Lee Creek: tenminste 3 soorten (zie Elasmo), Loupian 7 soorten, Cappetta noemnt er al 4 in met Mioceen van de Atlantische oceaan (1987)), Elasmo noemt er 6 uit het mioceen van de Atlantische Oceaan onder verwijzing naar Cappetta 1970, en dan hebben we de Pliocene soorten (in principe alle recente Atlantische soorten) nog niet gehad).
3) Ook kun je twijfelen aan de waarde van de soortsnaam D. rugosa.
Conclusie:
Mijns inziens kloppen de volgende zaken niet aan jouw redenering:
Je maakt ten eerste niet aannemelijk dat D. rugosa inderdaad in Mill zit (Je moet dan de kenmerken (!) van de staartstekel van D. rugosa geven i.p.v. een gokje naar de naam van de soort).
En het belangrijkste: je keert de bewijsvoering om: je poneert een stelling en verwacht van mij dat ik die onderuit haal. \"D. rugosa zit er, en bewijs jij maar dat \'ie er niet zit...\"
Zo werkt het volgens mij niet. We blijven schermen met aantallen en waarschijnlijkheden (kansrekening werd dat hierboven al terecht genoemd), hoewel dat
nooit tot een bevredigende oplossing van de vraag van Fossielenzoeker kan leiden.
Zonder argumenten (Op basis van
kenmerken) leidt deze discussie tot weinig inzichten in de origine van deze stekel.
Groeten, Erik
[Bewerkt door Erik op 09-05-2006 om 09:21 NL]