Hallo, als het goed is, heb ik net m`n eerste foto op het forum weten te zetten; ik kreeg maar iedere keer de melding dat mijn foto meer dan 6.000.000 bytes telde en daarom niet geplaatst kon worden. Fijn...in plaats dat er dan een suggestie volgt van: bewerk de foto o.i.d. nu heb ik het puzzeltje zelf opgelost met hulp van de infopagina van deze site; hulde!
Weet nog niet hoe het er uit gaat zien, maarre... dit is een gedeelte van de vondsten van gisteren met goed nieuws voor Spongebob; volgens mij zijn er wel degelijk sponzen te vinden in het Toarcien van de Causses.
Het ronde ding rechtsonder is, vermoed ik, een gepyritiseerde spons.
Spongebob moet het me maar vertellen; ik ga nog proberen om een detailopname te maken, maar verwacht nog niet te veel van me.
Op de foto heb ik de ammonieten gerangschikt grofweg op het nivo waar ze gevonden zijn; hoe hoger in de foto, hoe hoger in het Toarcien gevonden.
Aan de rechter zijkant de zaken die niet-ammoniet zijn, wat gastropoden, een nodule met mogelijk een kreeftje en een deel van een nautilus of belemniet, ikzelf denk dat het een losse kamer van een nautilus is.
Het verhaal begint met mijn wens om de bron van die boer toch weer terug te vinden en dat is me gelukt; idd het trekkerspoor volgen tot zo hoog mogelijk en daar vond ik de bassins met bronwater; niet zo koel als vorig jaar, het is dit seizoen hier veel warmer en droger geweest dan vorig jaar.
Voorafgaand hier aan heb ik eerst een andere locatie bezocht; de kleine Hildoceras in steenbewaring helemaal onderaan op de foto komt er vandaan, verder was er niet veel te vinden.
En de boer die deze grond bezit, kwam, op weg naar zijn runderen, langs en informeerde wat ik van plan was.
Hem, in mijn beste frans (datisniezoveel) zo goed mogelijk duidelijk gemaakt dat ik niet een van de mensen ben die zijn keurig aangelegde weg verniel door in de berm te gaan graven en zo de stabiliteit van die berm naar zijn grootje help.
Maar het gereedschap, dat ik heel zichbaar bij me droeg, uitsluitend gebruik om me een weg te banen langs steile regengeulen en uiteindelijk werd ik begrepen, was het goed en hebben we elkander een goed vervolg van de dag gewenst.
Even later daar een leuke seam git gevonden; net onder de oppervlakte, een meter lang, max. 20 cm breed en max. 1.5 cm dik, in allemaal blokjes gebroken, pondje ongeveer; best een leuke hoeveelheid git.
Na een snelle rondgang op deze eerste locatie, waar ik ook wel es met Kalootklooier geweest ben, er voor gekozen om toch het puzzeltje van de vorige dag eerst op te lossen, al had ik nu absoluut geen gebrek aan drinken.
Kan het gewoon niet uitstaan als ik zoiets niet kan terugvinden...
Net onderweg er naar toe verraste ik een hinde, die er aanvankelijk snel vandoor ging, maar even later bleef staan en ik bleef ook wachten; ik zag die hinde kijken en denken "maar ik zag hem toch?"
In het veld ben ik doorgaans in camouflagekleuren gekleed, juist om dichter bij het wild te kunnen komen en niet zo snel op te vallen bij loslopende stieren met een slecht humeur.
Dus ik bleef doodstil staan (ws. onzichtbaar voor het dier), dat even later haar weg rustig vervolgde en langzaam uit beeld verdween.
Doorgelopen naar de waterbassins, die nu wel makkelijk te vinden waren en daarna door naar een ontsluiting iets verder op, midden voor de Puech de Suege.
Daar een uurtje gezocht, maar het was wel duidelijk dat ik daar niet de eerste bezoeker was dit seizoen; overal voetsporen van eerdere bezoekers en de vondsten waren magertjes.
Terug gewandeld onder escorte van een zestal lammergieren; ze blijven hoop houden...
De steile wand waar ik gister verslag van deed, is een zijkant van een diepe kloof waarvan ik eigenlijk altijd de rechterkant heb afgezocht; de linkerkant ziet er heel ontoegankelijk uit en het onderste gedeelte is echt heel steil, misschien wel 70+ graden, dus onbeklimbaar.
Dacht ik.
Had op Google Earth al meermalen zitten kijken en de gemiddelde hellinghoek van de linkerzijde moest minder zijn dan die van de rechter...?
Ben op de bonnefooi een regengeul aan die linkerkant in geklommen en na 20 meter werd het idd veel te steil, maar net voor dat stuk leek het me wel mogelijk om, via de zijkant, omhoog te klimmen en zo dat heel steile stuk te omzeilen.
Ik zeg niet dat het makkelijk was, maar het was te doen en toen ik eenmaal naar dat 2e niveau geklommen was, werd het me duidelijk: het onderste stuk is na ca. 20 meter zeker onbeklimbaar, maar daarna vlakt het uit en een gedeelte van 30m tot 45m is dan redelijk begaanbaar, waarna de hellinghoek van het stuk daar boven weer ruim 70+ is.
En ik had al gezien dat de meest interessante lagen keurig tussen die 30 en 45 meter hoogte zaten, dus ben ik, rustig aan en heel behoedzaam, maar es gaan kijken of er op dat terras wat te vinden was.
En dat bleek zo te zijn! Geen spoor van menselijke activiteit en in kort tijdbestek raapte ik een aantal grote pyrietammonieten op, waaronder enkele flinke Hammatoceraten die tot nu ontbraken in mijn Causses verzameling.
Op de foto zijn het de grootste exemplaren, net onder het midden.
Inmiddels was het zonnetje alweer een eind om me heen gedraaid, was ik al weer best lang bezig, dus heb ik ervoor gekozen om niet alles af te zoeken, maar een flink gedeelte te bewaren voor een bezoek later in deze trip; wie wat bewaart...
En ik had wel weer zin om te zwemmen; de camping ligt direct aan de Tarn, met een eigen strandje.
En net stroomopwaarts ervan is een stroomversnelling over een sterke ondiepte en een stuk stroomafwaarts is dat ook zo, dus alle vis van formaat zit het hele zomerseizoen gevangen tussen die twee ondieptes.
Tegenover de camping, aan de andere kant van de rivier, is een ontsluiting van de Schistes Carton, die even verderop via een forse breuk/verschuiving weer helemaal verdwijnt.
De breuk zorgt ervoor dat er tegenover het campingstrand een diep stuk water is, waar alle grote vis zich heeft verzameld; ik heb het dan over met name barbelen (wel 300 stuks), maximaal tot 90 cm groot, een enkele rivierkarper, forel, baars, kopvoorns en allerlei kleinere types als grondel ect.
Het is een favoriete bezigheid van me geworden om een stukje van de ene stroomversnelling naar de andere af te zwemmen met duikbril en snorkel en dan de vis, die soms maar hooguit een meter onder me zwemt, te observeren. Alsof ik door een heel groot aquarium zwem!
En sinds ik die barbelen letterlijk in de ogen heb gekeken, ben ik gestopt met er op vissen; ze zijn toch niet te eten...en hondsmoeilijk om te vangen...
Morgen ga ik een versnellinkje terug; alleen even kijken op de ontsluiting waar het voor mij hier allemaal begonnen is, het lag er vorig jaar door diverse instortingen met bijhorende moddergletsjers droevig bij, dus hopelijk nu iets beter...
En als dit foto experiment een succes is, kunnen jullie binnenkort meer beelden bij de verhalen verwachten.
Laten we het hopen...
Tot morgen, Bert
[Bewerkt door Elbert op 02-09-2016 om 19:09 NL]
[Bewerkt door Elbert op 22-10-2016 om 07:25 NL]