Re: Calamites met “gouden” laagje
Geplaatst: 07 nov 2022, 21:47
Wat voorbeelden
Lets Talk All Things Paleo
https://forum.paleontica.org/
Heel interessant!! Hartelijk dank voor je uitleg!mihcaz schreef: ↑07 nov 2022, 21:43 Hi Felicia,
Ik zal proberen een wat 'eenvoudige' uitleg te geven over de kleuren die jij ziet in de carboonfossielen.
Laat ik beginnen met de goudkleur:
Organisch materiaal bevat vaak zwavel (denk aan rotte eierengeur als iets aan het verrotten is). in combinatie het vele ijzer dat in de aardbodem aanwezig is, maar ook in de organismen zelf, wordt bij de juiste omstandigheden diep in de aarde een ijzer-zwavel verbinding gevormd. Als het mooi uitgekristalliseerd is dan kan het kubusvormig pyriet worden of markasiet. Beide zijn ijzer-zwavel verbindingen (FeS2 - ijzersulfide) en hebben een goudkleur. Echter, bij veel fossielen is er niet veel ruimte geweest voor het mooi uitkristalliseren en daarom zijn er op grensvlakken dunne filmpjes van ijzersulfide ontstaan die dus ook een gouden kleur hebben. De ijzersulfiden kunnen ook sporen van koper bevatten en bij juiste samenstelling spreken we dan van chalcopyriet. De aanwezigheid van koper geeft het mineraal een andere glans.
Andere kleuren:
Nu wordt het interessant. Pyriet, markasiet en chalcopyriet kunnen vrij makkelijk oxideren waarbij er dunne oxidehuidjes ontstaan. Deze oxidehuidjes reflecteren en absorberen licht allemaal op verschillende manieren afhankelijk van hun samenstelling en dikte. Massief verweerd (geoxideerd) koper wordt groen en verweerd ijzer wordt bruin (roest) maar afhankelijk van de laagdikte van deze dunne huidjes zullen er ook andere effecten optreden qua lichtbreking.
Zonlicht bevat alle golflengtes van het zichtbare licht maar bepaalde golflengtes (=bepaalde kleuren) zullen gaan 'resoneren' in de dunne oxidehuidjes waardoor ze versterkt worden en jij ze als waarnemer beter ziet dan andere kleuren. Je kunt het vergelijken met een zeepbel die een gevarieerde oppervlaktedikte heeft over de bel en waarbij bepaalde kleuren versterkt worden afhankelijk van de lokale dikte van de bel.
Als je bovenstaande een beetje snapt, dan snap je ook dat je in principe alle kleuren van de regenboog kunt tegenkomen in jouw carboonfossielen.
Ik hoop dat ik het wat simpel heb kunnen uitleggen...![]()
![]()
Groeten,
Micha
mihcaz schreef: ↑07 nov 2022, 21:43 Hi Felicia,
Ik zal proberen een wat 'eenvoudige' uitleg te geven over de kleuren die jij ziet in de carboonfossielen.
Laat ik beginnen met de goudkleur:
Organisch materiaal bevat vaak zwavel (denk aan rotte eierengeur als iets aan het verrotten is). in combinatie het vele ijzer dat in de aardbodem aanwezig is, maar ook in de organismen zelf, wordt bij de juiste omstandigheden diep in de aarde een ijzer-zwavel verbinding gevormd. Als het mooi uitgekristalliseerd is dan kan het kubusvormig pyriet worden of markasiet. Beide zijn ijzer-zwavel verbindingen (FeS2 - ijzersulfide) en hebben een goudkleur. Echter, bij veel fossielen is er niet veel ruimte geweest voor het mooi uitkristalliseren en daarom zijn er op grensvlakken dunne filmpjes van ijzersulfide ontstaan die dus ook een gouden kleur hebben. De ijzersulfiden kunnen ook sporen van koper bevatten en bij juiste samenstelling spreken we dan van chalcopyriet. De aanwezigheid van koper geeft het mineraal een andere glans.
Andere kleuren:
Nu wordt het interessant. Pyriet, markasiet en chalcopyriet kunnen vrij makkelijk oxideren waarbij er dunne oxidehuidjes ontstaan. Deze oxidehuidjes reflecteren en absorberen licht allemaal op verschillende manieren afhankelijk van hun samenstelling en dikte. Massief verweerd (geoxideerd) koper wordt groen en verweerd ijzer wordt bruin (roest) maar afhankelijk van de laagdikte van deze dunne huidjes zullen er ook andere effecten optreden qua lichtbreking.
Zonlicht bevat alle golflengtes van het zichtbare licht maar bepaalde golflengtes (=bepaalde kleuren) zullen gaan 'resoneren' in de dunne oxidehuidjes waardoor ze versterkt worden en jij ze als waarnemer beter ziet dan andere kleuren. Je kunt het vergelijken met een zeepbel die een gevarieerde oppervlaktedikte heeft over de bel en waarbij bepaalde kleuren versterkt worden afhankelijk van de lokale dikte van de bel.
Als je bovenstaande een beetje snapt, dan snap je ook dat je in principe alle kleuren van de regenboog kunt tegenkomen in jouw carboonfossielen.
Ik hoop dat ik het wat simpel heb kunnen uitleggen...![]()
![]()
Groeten,
Micha