Op 1 september besloten we om ons weer op te splitsen.
Ik ging met René en Chris mee om de plantensite te bezoeken en wat te prospecten terwijl de rest zich verder zou bezig houden om de opgraving bij Robin af te ronden.
De plantensite was een erg kleine outcrop (5 a 6 meter) die enorm rijk was aan planten materiaal uit de Lance formatie.
Takjes, bladeren en zaadkegel alsook zoetwater bivalven en gastropoden waren hier te vinden.
Zaadkegel, mogelijk Sequoia gevonden door René
Hoewel de vondsten van de plantensite bedoeld zijn voor wetenschappelijk onderzoek, had ik van Jonathan toestemming gekregen om volgende 3 stukken te houden voor mijn eigen collectie.
Zaadkegel, mogelijk Sequoia.
Takje van een conifeer
Loofblad
Na een tijdje zoeken op de plantensite besloten we om te gaan prospecten.
Het is hier dat ik mijn eerste ratelslang tegenkwam wat toch even schrikken was toen ik de typerende ratel hoorde. Het beestje was gelukkig banger van mij en besloot vrijwel onmiddelijk zijn holletje in te kruipen.
Een uurtje later ben ik terug gaan kijken naar het diertje om deze foto te kunnen maken.
Een minuutje later nadat ik de slang zag kwam René met het nieuws dat hij een nieuwe microsite had gevonden met veel kaaimansnoek schubben, stukken schildpad alsook wat botten.
René had ook dit stuk kaakfragment van Triceratops opgeraapt.
Schildpad schild, mogelijk van Basilemys gevonden door Chris