ziepe schreef:
Interessant.
De stratigrafische omvang van het genus
Sublepidodendron (Nathorst) Hirmer 1927 loopt van ongeveer het Laat Devoon tot het Onder Carboon. Wanneer je spreekt over het Stephaniaan zitten we aan het einde van het Carboon waar ten eerste
Suplepidodendron niet meer aanwezig was en ten tweede het genus
Lepidodendron (waar blijkbaar toch een allusie wordt op gemaakt) al bijna niet meer aanwezig was.
Stratigrafie is o zo belangrijk
Persoonlijk denk ik ook dat je hier in het Pennsylvaniaan zit. Op het eerste zicht zijn foto's 1-3 geen
Syringodendron. Syringodendron is de gedocorticeerde staat van
Sigillaria waarbij de parychene littekens (gepaard!!) zichtbaar zijn. Ik zou het hier houden op
Sigillaria sp. (van het Eusigillaria type) omdat ik de littekens (op de foto toch) niet zie. Aan de andere kant
IS Syringodendron Sigillaria. -- Lange leve de vormgenera --
Verder zit er zeker een
Calamites sp. tussen, niet op soortnaam te brengen omdat je onder andere onmogelijk kan weten hoe node en internodiale afstand is en hoe deze twee zich verhouden ten opzichte van elkaar.
Genus is m.i. enkel mogelijk voor
Sigillaria sp. en
Calamites sp. Soortnaam al helemaal niet. Verder meen ik toch enkele Lycophyte stamafdrukken te herkennen al zou'k mijn hand daarvoor niet in het vuur durven steken.
Boeiend!
Hallo Sven,
Klopt, stratigrafie is bijzonder belangrijk - ook in de archeologie waar ik mijn opleiding in gevolgd heb
Helaas had ik voorheen echter nagenoeg geen informatie over de site. De enige aanwijzingen die ik had waren die uit een bericht op dit forum uit 2004. Nu had ik gehoopt dat met het vaststellen van de soorten mogelijk ook serie, subsysteem, of etage vastgesteld zouden kunnen worden, maar dat blijkt toch een stuk lastiger dan ik in eerste instantie dacht.
Interessant trouwens dat Pennsylvaniaan denkt als herkomst voor dit materiaal. Heb je een bepaalde reden, buiten de vermelding op Wikipedia, om dit te vermoeden (iets waar ikzelf misschien lering uit kan trekken), of is dat gewoon een kwestie van ervaring?
Ik had inderdaad al gezien dat
Syringodendron met
Sigillaria sp. overeenkomt, de oudere stammen of onderste gedeelten van laatstgenoemde zou betreffen, waarbij de ribben breder uit elkaar liggen, zegels minder prominent aanwezig en vervormd zijn, en bladlittekens minder vaak voorkomen (bronnen:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Syringodendron en
http://www.geocraft.com/WVFossils/SigillariaScar1.html). Met veel verbazing heb ik vervolgens over het probleem van de vormgenera gelezen. Het principe was me wel bekend, maar ik heb nog nooit zo'n set treffende voorbeelden gezien...!
Ik denk dat ik me er wat dat betreft volledig in kan vinden dat tussen het materiaal enkele voorbeelden
Calamites sp. en
Sigillaria sp. voorkomen. Hierbij denk ik dat ik fragmenten 1, 3, 4, en 6 als bevestigde fossielen kan aanmerken, over fragmenten 2 en 5 nog wat zal moeten nadenken, maar de rest in principe van de hand kan doen.
Het is geen vetpot, maar ik denk dat onze excursie naar Lalaye hiermee toch iets van nut heeft gehad, buiten een middag in de gezonde berglucht! Bedankt voor alle hulp in wat in eerste instantie een redelijk hopeloze opdracht leek!
Groeten,
Alexander.
P.S.: met al het bovenstaande vraag ik me toch af waar de Association Strasbourgeoise des Amis de la Minéralogie hun determinatie/vondst van een stuk Sublepidodendron uit Lalaye vandaan halen (
http://www.asam67.org/galerie/fossiles?page=21)...