Elbert schreef:
Hallo, wat je wil bereiken is het verlijmen van de hele kies; als je alleen lijm op de buitenkant smeert, kun je het net zo goed laten...
Elbert heeft gelijk, met dat je de lijm helemaal door het fossiel heen wil laten trekken. Dit helpt namelijk de natuurlijk in het bot aanwezige gaten te hechten en verstevigd zo het hele fossiel. Dit is een lastig proces, maar kan erg succesvol zijn. Zo heb ik diverse stukken git (mooi stukjes boom met knotten en zijtakjes) van de Isle of Wight weten te behouden, terwijl lokale verzamelaars je aanraden dit niet te verzamelen, omdat je het toch niet kunt conserveren. Met de juiste methoden ben ik het daar dus niet meer eens...
Everhardus schreef:
Ik zou de oorzaak van de scheuren eerst aanpakken, zouten vermoedelijk in dit geval. Ontzilten dus.
Wat dan wel belangrijk is, zoals Marcel ook aangeeft, is eerst de bron van het scheuren goed te doorgronden. Komt dit door het in het bot aanwezige zout, dan is ontzilten eigenlijk een vereiste wil je überhaupt iets aan conservering doen. Want net als dat je "pyriet kunt behouden door het onder een vernislaag luchtdicht af te schermen", is dit eigenlijk nooit met 100% zekerheid te bewerkstelligen. Er zit vaak toch wel een zwakke plek in je vernislaag, waar water doorheen kan en daarmee langzaam de integriteit van het fossiel van binnen aantast. Omdat afbraakproducten dan vervolgens ook niet makkelijk meer kunnen ontsnappen, verergerd dit de situatie en neemt de snelheid van afbraak vaak alleen maar toe.
optimo schreef:
zelf zou ik de scheuren ,(of barsten ) vullen met watervaste houtlijm, ( er zijn heel kleine flesjes te koop bij de doe het zelf zaken )een paar keer voorzichtig vol laten lopen ,en de kies een paar keer per week inspecteren .
Als het op gevuld is met voldoende lijm ,de kies op een plek plaatsen waar de temperatuur het meest stabiel is ,dus niet in de vensterbank of in de volle zon.
Daarna kan je, zoals Huug voorstelt, inderdaad de grotere gaten vullen door herhaaldelijke opvulling met watervaste houtlijm (als je zeker weet dat je de "restauratie" niet later eventueel nog ongedaan wilt kunnen maken). Telkens een kleine laag aanbrengen en goed laten drogen, daarna nog eens aanbrengen, enz. Ook het advies om het fossiel uit de zon in op een droge plek met stabiele temperatuur te bewaren is natuurlijk een supergoede, want erosie vindt ook binnenshuis plaats. Eventueel kan je een zakje (herlaadbare) silicagel naast het fossiel leggen, zodat de lucht in de buurt van de tand wat droger is dan daar omheen. Komt het scheuren nu inderdaad door het zout in de tand, dan zou droge lucht het uitzetten en krimpen van het zout (dat de erosie veroorzaakt) moeten tegenhouden.
Overigens is mijn aanrader van hierboven, de Daler-Rowney's Decoupage Medium Craft Seal, ook erg geschikt voor impregnatie. Omdat het al een verdund middel betreft, trekt het goed in, waardoor je verder dus niet zelf hoeft te verdunnen. Ook hoef je het fossiel niet helemaal in een bak of bad onder te dompelen. Met een wast aanbrengen werkt natuurlijk ook, evenals het fossiel in een bakje van gevouwen aluminiumfolie leggen, en dan de Craft Seal opgieten...
Ondanks al deze adviezen blijft het uiteindelijk toch een persoonlijke keuze die je zult moeten maken op basis van goed begrip van erosieprocessen, materiaalcompositie, herkomst van het fossiel, en mogelijke eerdere behandelingen die het ondergaan heeft. Hoe meer je van het fossiel en van conservatie/stabilisatie in het algemeen af weet, hoe meer ervaring je er zelf al mee opgedaan hebt, hoe beter je deze keuze zult kunnen maken. Al wat ik nog kan toevoegen is je heel veel succes te wensen!
Met vriendelijke groeten,
Alexander.