Paleontica Community

Dag Luc,

mooie vondsten alweer en mooie foto's!

De soort, die Hagenow "Pustulipora virgula" noemt is kort daarna
naar het genus benoemt worden, dat d'Orbigny een jaar van tevoren (1850)
beschreven had: Entalophora sp.

Er is veel geschreven en discuteert over dit genus en de exemplaren uit Maastricht,
in vergelijking met exemplaren uit andere regio's en tijdperken. De laatste discussie
die ik gelezen heb komt van Taylor & McKinney (2006).

Zo te zien is er – tenmindste op soortniveau – geen algemeen geldige naamgeving mogelijk, omdat de diverse stukken, die de basis vormden van de wetenschappelijke beschrijvingen, niet alleen uit verschillende stratigrafische lagen kwamen, maar ook verschillende groeiphases toonden.

Ik zou het dus op Entalophora sp. houden.

Groeten,
Oliver

Bedankt voor jouw reactie, Oliver.

De naamgeving van dit genus ( en nog vele andere bryozoa) is inderdaad zeer verwarrend.

Met de benaming van Pustulipora virgula von Hagenow, 1851 is het echter wel duidelijk naar welke beschrijving verwezen wordt voor dit fossiel en waar die beschrijving te vinden is.
Entalophora sp. daarentegen is zeer vaag en bevat geen enkele verwijzing naar een publicatie.

Welke auteur/ wetenschapper heeft in deze het laatste woord en aan welke criteria moet voldaan worden om een valide genus/ species naam toe te kennen? Ik vrees dat ik het process van naamgeving toch nog niet helemaal begrijp.

groeten

Luc

Hier zijn nog twee bryozoa soorten uit de Meerssen Member van ENCI, die ik aan het lijstje kan toevoegen.

De eerste foto toont een Onychocella cyclostoma ( Goldfuss, 1826 ).
Meestal komt deze soort voor als een bilamellair bladvormend organisme, maar af en toe, zoals hier het geval is, vormt zij een unilamellair blad. De mondopeningen van deze soort zijn erg groot ( ongeveer 0.5 mm diameter), cirkelvormig en bijna de volledige cel bedekkend.
Op de bovenste rij cellen zit ook een gespecialiseerde cel ( 3de van rechts) in de vorm van een vogelbek. Daarom noemt men dit dan ook een avicularium.
In de uiterst rechtse cel van de tweede rij zijn ook een drietal communicatieporiën te zien, waarmee de cellen in verbinding stonden.

De tweede foto toont een Lopholepis alternans von Hagenow, 1851.
Vanaf een centrale as vertrekken cellen, die alternerende uitstulpingen maken en steeds hoger worden naar de randen toe.
De tussenliggende gebieden zijn glad.
Von Hagenow geeft deze soort als zeldzaam aan voor het Maastrichtiaan van Maastricht.

Lugo

Hallo Luc,

Bedankt voor het tonen en de verklaringen! Dit topic wordt langzaam een leerzaam onderwerp.

Ik heb er ook nog eentje uit de Nekum member. De soortnaam moet ik NOG schuldig blijven.
Misschien kun jij me verderhelpen?

Beste Groeten,
Oliver

Oliver,

het mosdiertje, die jij laat zien, is echt prachtig.
Maar ik kan je helaas niet helpen bij de determinatie.
E. Voigt beschrijft wel een soort, die enige gelijkenis vertoont ( Pliophloea meunieri Pergens, 1894), maar er zijn toch ook belangrijke verschillen merkbaar.
En het specimen op de foto, die ik heb toegevoegd, lijkt ook een beetje op jouw exemplaar, maar is toch ook weer erg verschillend.
Ik weet niet of er nog veel literatuur voorhanden is, behalve die oude monografieën, om ons verder te helpen met de determinaties van de Bryozoa uit het Maastrichtiaan.
In elk geval is elke hint of info omtrent literatuur over dit onderwerp welkom.


Lugo

hallo Olivier en Lugo,

het doet mij plezier de foto's te zien en de teksten te lezen, eindelijk nog mensen op het forum die door Bryozoa gebeten zijn.
Door tijdsgebrek kan ik mijn referenties, boeken niet openslaan, sorry


groetjes
Jeremy

Dag Jeremy,

de verscheidenheid en de mooie structuren van deze kleine diertjes is inderdaad fascinerend en werkt aanstekelijk om deze wereld verder te verkennen.
Ik heb nog heel wat verschillende soorten uit de Meerssen Kalk gehaald, maar ze determineren is een hele opgave.
Naarmate ik er in slaag om er een naam op te plekken, toon ik nog wel wat vondsten.
Maar ook verder zoekwerk naar relevante literatuur ivm de Bryozoa uit het Laat Krijt is een hele opgave.

mvg

Lugo

Tja, en vanwegens het feit dat er heel weinig literatuur over de Maastrichtse bryozoa bestaat, is dit stuk eveneens moeielijk of niet te determineren.
Ik ben trouwens nog niet eens zeker of dit een bryozoa-kolonie is. Ik denk zelfs van niet.
Maar misschien past dit stuk juist vanwegens de gelijkenis met een bryozoa-kolonie goed in dit topic. Misschien kunnen jullie helpen.

De gehele

Het lijkt wel een beetje op de structuren die je ziet als kalksteen oplost in zuur. De groottes van de openingen lijken me inderdaad te onregelmatig voor een Byozoa-kolonie.

KoenJ schreef:
Het lijkt wel een beetje op de structuren die je ziet als kalksteen oplost in zuur. De groottes van de openingen lijken me inderdaad te onregelmatig voor een Byozoa-kolonie.

Hoi Koen,

de onregelmatige celstructuur laat mij ook twijfelen. Verder de afwezigheit van porieen op de oppervlakte en. Ik denk eerder aan de kalkalg Lithothamnium, ook al heb ik deze celstructuren nog niet eerder gezien aan de stukken, die ik in de verzameling heb.
Maarja, er zijn een aantal soorten van Lithothamnium beschreven, niet alleen de meest voorkomende L. mammillosum...

Groet,
Oliver