9e dag, zondag 8 april,
Hallo, ik had gisteravond de wekker voor vroeg gezet; kwart over 4, zonsopgang om 06.16u. hoog water om 10.04u.; dus opkomend water, wilde ik genoeg zoektijd op dit tij overhouden om een rugzak te kunnen vullen, moest ik idealiter heel vroeg en de eerste op het strand zijn en liefst geen concurrentie hebben.
Eerst nog even de vondsten van gisteren(1+2).
De weersverwachting zou niet beter kunnen; droog, zonnig en koel; de zuidoostenwind brengt de lucht over bijna de volle lengte van de noordzee van Nederland naar hier en de zeewatertemperatuur is nog maar 8 graden.
Voorlopig was het nog donker en voorzien van mijn hoofdlamp ben ik naar het strand afgedaald via het touw, dat had ik nog niet eerder in het donker gedaan.
Omdat het pad redelijk goed begaanbaar is, was het goed te doen en ben ik maar 1 keer op m`n kont gegleden en dat had, afgezien van wat modder, geen noemenswaardige gevolgen, gelukkig.
Aan de waterkant aangekomen ervoer ik al snel dat het zoeken in het donker niet meeviel; mijn gezichtsveld was maar klein, alsof je door de koker van een toiletrolletje kijkt,dus schoot het maar heel langzaam op.
Wel raapte ik af en toe toch een nodule op, die ik direct in de linnen tas liet verdwijnen; met slecht licht kun je beter geen knollen kloppen...
Na een klein half uurtje begon het langzaam licht te worden en dat was maar goed ook, want de batterijen van de hoofdlamp liepen op hun laatste benen en naar mate het daglicht sterker werd, nam de kracht van de hoofdlamp in evenredige mate af; dat is nog eens timing!
Met het daglicht eenmaal zo sterk dat ik het wanende hoofdlampje uit kon doen, namen de vondsten onmiddelijk flink toe en mijn linnen tasje begon al flink door te wegen.
Inmiddels had ik de slump bereikt en was heel benieuwd hoe het gedeelte voorbij de slump er bij zou liggen.
Eerst mijn spullen op een groot zandsteenblok gelegd en mijn tasje geleegd, zodat ik weer zonder de hinder van al dat gewicht over het strand kon drentelen.
Voor de zekerheid een tweede tasje bij me gestoken en met mijn geologenhamer in de ene en een tasje in de andere hand bewoog ik me langzaam langs de gestadig naderende waterlijn, ondanks het maar geringe tij kwam het water er toch redelijk vlot in en ik nam me voor om langs de waterlijn te blijven zoeken en zo, langzaam klifwaarts opschuivend, het hele strand te kunnen afzoeken daar waar stenen lagen.
Het eerste tasje was rap vol met Dacs en twee stuks Hildoceras en het tweede tasje nam ook snel in gewicht toe, dus omgedraaid, richting mijn zandsteen.
Toen ik daar aan kwam, waren beide tasjes en ook mijn gordeltassen vol; mijn hemel! wat lag er veel goed spul!
En geen concurrentie te bekennen, gniffel, gniffel...
Tijdens de volgende ronde ging het net zo en toen ik bij het rondje daar na ook mijn favoriete hoekje mee nam op mijn ronde, was daar net weer een instortinkje geweest, met een Hildo en een handvol Dacs er nog weer bij was ik maar net in staat om de zandsteen te halen zonder dat het gewicht me ondersteboven had geholpen of ik alles had laten vallen.
Aangekomen bij de zandsteentafel was ik weer de tassen aan het legen, toen ik een ingehouden kuchje achter me hoorde en daar stond zowaar Max.
En er kwamen kleine zwarte pufjes uit zijn oren...en of ik nu helemaal van de pot gerukt was als ik er ook maar aan dacht om deze hoeveelheid steen met me mee naar boven te slepen.
Refererend aan de zwarte pufjes; "goh Max, nooit gedacht dat jij een diesel was; toch geen sjoemeldiesel he?"
Max deed er, wijselijk, het zwijgen toe...
Hem gerust gesteld met de argumentering dat ik nog knollen moest gaan kloppen, en er dus nog flink wat van zou afvallen,bovendien had ik het schone plan opgevat om terug naar beneden te komen om het mysteriefossiel te zoeken en daarna zou ik nog een tweede lading naar boven kunnen brengen. Max was om.
Tegen half negen maakte de hoge waterstand het zoeken onmogelijk en ben ik begonnen met het kloppen van de knollen, waar ik een uur mee zoet was en en het verpakken nam nog eens een half uur. Precies met hoog water was ik klaar.
Toen deze plaatjes geschoten(3) en daarna de spullen die nu mee naar boven moesten in de rugzak gestoken en de rest, verdeeld over twee tasjes, waren bedoeld om zolang te parkeren en bij de 2e keer mee naar boven zouden kunnen.
Ik heb met een van de locals, die dit vissershutje(5) beheert, afgesproken dat ik daar materiaal mag stallen, mocht dit nodig zijn en Max was er heeeel duidelijk over geweest dat dit nu het geval was.
Langzaam maar gestaag naar boven geklommen, ik merk nu goed dat ik weer in vorm begin te komen; met twee keer uithijgen was de zware tas boven.
Terug in the Applehouse snel gelost, gedouched, gegeten, spullen weer klaar gemaakt en terug naar beneden gegaan.
Daar was het water al weer een eind af gegaan(4), nog wat knollen geraapt en toen ben ik, linksom, naar Brackenberry wyke gelopen om te zoeken naar mijn vondst van vorige trip.
Daar kan ik kort over zijn: veel gezocht en toch niet gevonden...het blaaswier dekt alles af, je kunt niet zien waar je loopt.
Toen ik eenmaal, steen en steen kapot, met mijn tweede vrachtje, terug kwam bij the Applehouse, kwam ik Karen, degene die deze vakantiehuisjes runt, tegen en zij schrok er zichtbaar van hoe ik er aan toe was; haar uitgelegd dat dit een kwestie van wat eten, wassen en slapen zou zijn en dan ben ik weer als nieuw, nou ja, nieuw...
Ik ben, na het eten, lekker vroeg naar bed gegaan, morgen een gelijksoortig scenario, de wekker op 06.15u.
Tot morgen.
groeten, Bert
[Bewerkt door Elbert op 05-05-2018 om 17:34 NL]