Mike komt met een Harpoceras weer omlaag, steekt die in zijn tas en we gaan verder; het is nu klauteren over en tussen enorme zandsteenblokken, die soms prachtig uitverweerd zijn en ik maak een paar foto`s ( 1,2 ) en uit een van de blokken zandsteen haal ik een stengel van een paardestaart (Equisitum).
Wat later pauzeren we voor een hap en een slok aan de waterkant en wederom slaan we beiden aan het fotograveren.( 4,5 ).
Eenmaal weer onderweg, passeren we een blok met sporenfossielen; Rhizocorallium( 6 ) en we klauteren weer verder; de engelsen hebben een woord voor deze manier van voortbewegen: "scrambling" en zo voelt het ook...
Iets later kom ik in mijn ritme en kan nu Mike wat beter bijhouden.
Plots verstijfd hij en blijft, als door de bliksem getroffen, doodstil staan en blikt zwijgend omlaag, wanneer ik naast hem sta, zegt hij alleen: " dinosaur " en ik kijk ook omlaag en zie een blok ( 7,8 ) met, maar net zichtbaar, een fijne honingraatstructuur, verder, qua kleur, nauwelijks te onderscheiden van al die andere stenen.
Op mijn vraag hoe hij dat zo onmiddelijk herkende, zegt Mike dat hij onlangs nog dinosaurusmateriaal van deze kust geprepareerd heeft en dat hij het daardoor kon zien.
Hij vertelt me dat dit zijn allereerste keer is dat hij zelf dino op deze kust heeft gevonden, dat het extreem zeldzaam is en met een meters brede glimlach raapt hij het blok op, bekijkt het nog even van dichtbij en rolt het voorzichtig in een jas die hij in zijn rugzak bij zich heeft en steekt de jas daarna weer terug in de tas.
Daarna geeft hij de Harpoceras, die daar eerst zat, met een grote grijns aan mij en maakt me zo duidelijk hoezeer verguld hij is met zijn meest recente vondst.
We gaan verder, na nog een bijzonder moeilijk traject, waar we af en toe stukjes terug gaan omdat we niet verder kunnen en een andere route moeten zoeken.
Deze kust is bijzonder veranderlijk en Mike, die hier ook maar zelden komt, moet soms ook even puzzelen hoe we verder moeten.
Na een kleine drie uur hebben we net zoveel kilometers afgelegd en arriveren we bij Widdyfield.
Als we bij het touw komen, herken ik de plek eerst niet; in vroeger jaren klom ik daar omhoog en keek dan tegen een zandsteenblok aan van ca. 5 bij 6 bij 3 meter, dat op 35 meter hoogte boven me uit de klif stak en een uitermate onheilspellende aanblik bood.
Well, dat blok is dan eindelijk gevallen, heeft de hele klif veranderd en het blijkt zo`n 10 meter lang te zijn! ; ik schat het op zeker 1000 ton ofwel 1 miljoen! kilo zandsteen(...)
Ook het strand, ook wel bekend als Gravely Bite, omdat er altijd veel grind aanspoelde, is volkomen veranderd en vol gespoeld met grote stukken zandsteen.
Dat maakt dat er nog maar weinig abrasievlak zichtbaar is en is rampzalig voor de vondsfrequentie; spoelden er vroeger veel, uit de klif gevallen, nodulen terug het strand op, nu ligt er betrekkelijk weinig en we zijn snel klaar met zoeken.
Mike is zo blij met zijn dinoblok, dat hij al zijn overige vondsten aan mij schenkt; een mooie Hildoceras( 9 ), nog een kleinere en een paar dacs.
Zelf had ik ook een Hildi gevonden en een mooi cluster met 5 stuks D. athleticum en een aantal losse dacs( 10 ) en vertel Mike over mijn vriend max, die in Engeland max carryload heet; Mike grinnikt en geeft aan dat hij hem ook al lang kent, ware het niet onder die naam.
Well, max maakte aan mij weer es ondubbelzinnig duidelijk zijn mening kenbaar en daarop zijn we maar naar boven geklommen.
De klim lijkt nu iets makkelijker geworden, nu dat dodelijke blok weg is, maar toch heb ik, tijdens de klim, wijselijk maar niet omlaag gekeken...
Jaren terug deed ik dat een keer wel en zat toen meteen vast; verstijfd van angst(ik heb wel degelijk hoogtevrees), heb ik daar toen eerst een tiental minuten, stijf bevroren, al mijn moed verzameld, voordat ik verder durfde.
Als ik dat, eenmaal boven, aan Mike vertel, kijkt hij me oprecht verbaast aan en vraagt: "hoe doe je dat dan? ".
Ik vertel hem dat mijn drang om mooie ammonieten te verzamelen net iets sterker is dan mijn hoogtevrees...maar niet veel... Mike grijnst.
De wandeling terug, geholpen door mijn, met adrenaline verzadigd, bloed verloopt vlot.
Tot de adrenaline uitgewerkt is en ik toch echt even op een bankje plaats moet nemen.
Even later hervatten we de wandeling langs deze zo schitterende kustlijn( 11 ) en hebben maar 1 gespreksthema: dino`s.
Wordt vervolgd->
[Bewerkt door Elbert op 15-04-2017 om 07:48 NL]