Oliver,
heb jij een idee welke naam nu geldig is, want ik vind Reticrisina girondina ook niet terug in de geaccepteerde lijsten?
Hoi Luc,
het is niet eenvoudig, de geldige naam voor deze soort (en diverse andere) achter te halen,
omdat het werk van d'Orbigny sommige fouten in de afbeeldingen toont. Jij moet bei deze auteur ook rekening houden met de zeer gestileerde tekeningen (die zelden 100% met het beschreven stuk overeen komen).
Maar laten wij eens met 'Reticulipora' girondina (d' Orbigny, 1850) beginnen:
- d'Orbigny beschreef deze zeer platte, netachtige kolonieen (met bijne perfect vierhoekige tussenruimtes) als Reticulipora girondina. Tergelijkertijd beschreef hij Reticulipora ligeriensis, die zich van R. girondina alleen door de vorm van de genoemde tussenruimtes onderscheid.
Pergens heeft de namen van d'Orbigny 1890 in zijn revisie van het werk van Orbigny overgenomen. Negen jaren later heeft Gregory in "Catalogue of the fossil Bryozoa in the Department of Geology, British Museum (Natural History). The Cretaceous Bryozoa Vol. pp.1-457" de soorten R. ligeriensis en R. girondina onder de nieuwe genus- en soortnaam Reticrisina ligeriensis samengevat. Hij beschouwde Reticulipora girondina als variant van R. ligeriensis met de genoemde vierhoekige (in plaats van polygonale) tussenruimtes.
In 1985 noemt Voigt in zijn werk "Bryozoaires du Crétacé supérieur trouvés dans les résidus du remplissage d'une fente karstique dans les Gorges du Nant (Vercors).
Geobios, 18(5): 621-642, 1 Tab., Taf. 1-6; Lyon" de soort "Reticrisina girondina" als algemeen voorkomend voor het Campanien in het Bassin d'Aquitaine.
Wat is gebeurt? Er zijn twee mogelijkheden:
1. Het zou kunnen dat Voigt de uitvoeringen van Gregory over de soorten-onderscheiding niet geaccepteerd heeft – maar hierover heeft hij – naar mijn kennis – geen verklaring over gegeven of een revisie geschreven.
2. Hij heeft het werk van Gregory niet gelezen (zeer onwaarschijnelijk)
Ik ga ervan uit dat Voigt de revisie van de genusnaam geaccepteerd heeft, maar dat hij de beide soorten R. ligeriensis en R. girondina als twee eigenstandige soorten beschouwd heeft. Jammer genoeg heeft hij naar mijn kennis nooit meer iets over R. ligeriensis geschreven.
En dan hebben wij nog de soort Reticrisina obliqua. Deze had ik een paar dagen geleden nog een keer gepost en zij behoord in ieder geval in de zelfde groep als R. 'girondina'
Ik ben vandaag nog een keer de verzameling ingeduikt en heb gezien dat ik de drie genoemde soorten met meerdere exemplaren in gearchiveerd heb (R. ligeriensis, R. girondina en R. obliqua). Deze kleine zoektocht was de moeite waard, omdat ik enkele exemplaren onder Idmidronea disticha sorteerd had. Een fout!
Ik zal de komende dagen een paar foto's van deze exemplaren maken, omdat er stukken tussen zitten, die ietwat tussen twee of drie soorten zitten. Ik heb bvb. een R. obliqua, die zeer op jouw stuk lijkt, maar waar de aperturae "oblique" (dus schuijn) gerangschikt zijn.
---------
To cut a long story short: Deze drie Reticrisina-soorten moeten nodig gerevideerd worden – net zoals de 'Hagenowinella'-soorten, die wij een tijdje geleden ook als revisie-waardig beschouwd hadden.
Dit betrefend moet ik wel nog aanvoegen, dat ik een soort identificeerd heb, die als Hagenowinella vaginata (Hagenow, 1851) in de boeken staat en die dus gekend – maar die wij niet "op de rekening" hadden. Ik heb er meerdere in de collectie en wil jouw graag een, twee exemplaren overlaten. Ik zal van deze ook een paar foto's maken...
Beste Groeten,
Oliver