planten-categorie

Updates, mededelingen en suggesties voor deze website.
Gebruikersavatar
Carboon
Berichten: 1504
Lid geworden op: 02 sep 2008, 19:10
Locatie: Haarlem
Has thanked: 432 times
Been thanked: 525 times
planten-categorieën informatie foto-pagina's

Bericht door Carboon » 11 feb 2010, 20:01

Hoi allemaal,

Een tijdje terug alweer vroeg Herman me of ik stukjes kon schrijven voor de info-pagina's van de nieuwe planten foto-categorieën. Nu heb ik de eerste tekst zo ongeveer af en vraag ik me af of het zo goed is (weet niet wat er wel en niet in zo'n info-blokje thuis hoort). Alle nuttige tips en commentaar zijn heel welkom, en laat het ook even weten als er een fout in staat! Alvast bedankt!

Ciao!
Tim


Op zoek naar groen in het zwart.

 
Gebruikersavatar
Carboon
Berichten: 1504
Lid geworden op: 02 sep 2008, 19:10
Locatie: Haarlem
Has thanked: 432 times
Been thanked: 525 times
Antw: planten-categorieën informatie foto-pagina's

Bericht door Carboon » 11 feb 2010, 20:03

Planten: Lycophyta

De lycophyten van vandaag-de-dag vormen een kleine, redelijk onbelangrijke groep planten die voornamelijk uit wolfsklauwen en biesvarens bestaat. Veel van deze planten hebben op het eerste gezicht een mos-achtig uiterlijk. Hoewel ze in de meeste moderne floras slechts een bijrol vervullen, kennen de lycophyten een heel lange geschiedenis: het is zelfs de oudste groep vaatplanten die nog huidige representanten kent. Met een geschatte midden Vroeg Devoon ouderdom is Baragwanathia longifolia (Australie) de oudste bekende lycophyta. Verder waren er in het geologisch verleden ook periodes waarin de lycophyta een veel belangrijker rol speelden dan ze tegenwoordig doen. Van de plant fossielen uit het Devoon, hoewel op zichzelf nog zeldzaam, vormen de lycophyten de algemeenste vondsten (dit kan worden geinterpreteerd als goed gerepresenteerd in deze floras). Het gaat vaak om kleine, waarschijnlijk kruidachtige planten, hoewel dit laatste op basis van de beperkte fragmenten die meestal gevonden worden niet met zekerheid te zeggen valt. Tijdens het Carboon beleefde de groep haar hoogtijdagen. Torenhoge, bos-vormende representanten, ook wel schub- en zegelbomen genoemd, die volgens sommige schattingen wel meer dan 30 meter hoog konden worden, domineerden toen het moerassige landschap. Fossielen van deze planten komen dan ook algemeen voor op de storthopen van oude kolenmijnen. Nu is het natuurlijk heel onwaarschijnlijk dat een dergelijke boom in zijn geheel wordt gevonden, en daarom hebben de verschillende onderdelen ieder een eigen naam gekregen. Zo heten de wortels Stigmaria, wordt de bast Lepidodendron (spiraalsgewijs-) of Sigillaria (rijgewijs gerangschikte lidtekens) genoemd en staan de sporenaren (onder andere) onder de namen Lepidostrobus en Flemingites bekend. Tegen het einde van het Carboon begonnen de moerassen op te drogen (door tectonisch activiteit). Omdat ze een vochtig klimaat nodig hebben voor de voortplanting en in hun watervoorziening, nam hierdoor het aantal grote, boomachtige wolfsklauwen snel af in Europa (in China hielden ze het nog wat langer vol, tot in het Midden Perm). Het vroege Mesozoicum kende vooral een groep tot 3 meter hoge voorgangers van de biesvarens: Pleuromeia, een van de plantengeslachten die sterk opkwamen na de permotriassische extinctie. Deze planten bestonden uit een onvertakte stam bedekt met lancetvormige bladeren die tot wel 10 cm lang konden worden (basale delen verloren hun blad). Ze vormden een dominante vegetatie van coastal-plain en deltamillieus gedurende het Trias. Hoewel het fossiel bewijs-materiaal fragmentarisch is, wordt gedacht dat de biesvarens later in het Mesozoicum en Cenozoicum vrij algemene planten bleven, alhoewel reeds sterk in hun formaat afnemend.


Op zoek naar groen in het zwart.

Gebruikersavatar
Carboon
Berichten: 1504
Lid geworden op: 02 sep 2008, 19:10
Locatie: Haarlem
Has thanked: 432 times
Been thanked: 525 times
Antw: planten-categorieën informatie foto-pagina's

Bericht door Carboon » 11 feb 2010, 21:03

Planten: Sphenophyta

Tegenwoordig bestaat de groep nog uit ongeveer 20-30 soorten, die allen binnen het geslacht Equisetum vallen. Deze planten, ook wel paardenstaarten genoemd, hebben met hun holle, gelede stammen en rosetvormige bladkransen een redelijk karakteristiek uiterlijk, ietswat gelijkend op “mini-kerstboompjes” en zijn de restanten van een groep met glansrijk verleden. Op enkele uitzonderingen na (de grootste extante paardenstaart, een tropische soort uit Mexico, kan tot wel bijna 3 meter hoog worden) zijn de meeste huidige vormen kruidachtig en relatief klein van formaat. Hoewel de sphenophyten nooit zo divers zijn geweest als de andere sporenplanten, zoals de varens en de lycophyten, hebben ze toch een interessant record achter gelaten. Naast de Equisetales, waarin alle huidige representanten vallen, zijn er ook nog twee volledig uitgestorven ordes, namelijk de Pseudoborniales en de Sphenophyllales. Het oudste lid van de Sphenophyta behoort tot de eerste van de twee en komt uit het Laat Devoon van Alaska. Deze plant, Pseudobornia, had een stam met een diameter tot 60 cm en kon wel 20 meter hoog worden. De geledingen op de stam droegen slechts 1 a 2 takken, die op hun beurt weer secondaire takken vol bladkransen droegen. De sporenkegels zaten aan de uiteindes van de eerste-orde takken. Deze toch vroege vorm had al veel van de paardenstaart-karakteristieken; geribde, gelede stammen, bladkransen en sporenaren. De complexiteit van de bladeren is echter een eigenschap die Pseudobornia gemeen heeft met de cladoxylales, een groep vroege varen-achtige planten. De tweede orde, de Sphenophyllales, verschenen in het Onder Carboon en deden het goed in de tropische, paleo-equatoriale wouden van het Laat Carboon. Sphenophyllum en de andere geslachten uit deze groep worden gekenmerkt door nog steeds gekranste, maar complexere bladvormen en de driehoekige doorsnede van hun gelede stengels. Waarschijnlijk zijn de Sphenophyllales aan het einde van het Perm, tijdens de permotriassische extinctie, uitgestorven, hoewel er een aantal twijfelachtige Triassische records bekend zijn. Ook de Equisetales zelf gaan ver terug. Paardestaart-bomen uit de Calamitaceae familie, qua uiterlijk niet heel anders dan de huidige Equisetum, maar dan (dankzij secondair verdikkings-hout) in staat hoogtes van tenminste 10 meter te bereiken, groeiden in de wouden van het Boven Carboon. De fossiele afdrukken van de stammetjes van zulke planten die veel op de oude mijn-storten te vinden zijn behoren tot het vorm-genus Calamites. Net als de moderne Equisetales verspreidden ze zich met behulp van kruipend rhiozome. Het loof staat bekend als Asterophyllites (zijaanzicht) en Annularia (kransen). Ook in het Mesozoicum komen dergelijke planten voor, waar, ergens wel toepasselijk, de naam Neocalamites aan stammentjes van deze ouderdom is gegeven. De moderne Equisetaceae familie vertoont geen secondaire groei, en heeft bladkransen die basaal vergroeid zijn. De oudste, met zekerheid vastgestelde Equisetaceae komen uit het Tertiair. Er zijn ook oudere vondsten die sterk gelijken met Equisetum, maar vanwege kleine verschillen of onvoldoende gegevens worden deze meestal Equisetites genoemd.

[Bewerkt door Carboon op 11-02-2010 om 21:09 NL]


Op zoek naar groen in het zwart.

Gebruikersavatar
Frederik
Administrator
Berichten: 8668
Lid geworden op: 28 sep 2003, 20:33
Has thanked: 9 times
Been thanked: 47 times
Contacteer:
Antw: planten-categorieën informatie foto-pagina's

Bericht door Frederik » 12 feb 2010, 08:28

Hoela Tim, niet slecht.
Inhoudelijk zal ik je niet veel kunnen helpen, maar amai, chapeau. Dat wilde ik even zeggen.


Try to learn something about everything and everything about
something (TH Huxley)

Gebruikersavatar
Smaug
Community Manager
Berichten: 1417
Lid geworden op: 11 nov 2003, 17:14
Has thanked: 225 times
Been thanked: 109 times
Antw: planten-categorieën informatie foto-pagina's

Bericht door Smaug » 12 feb 2010, 11:37

Hey Tim,

Idd leuke en informatieve stukjes (hoewel ik ze vooral gescanned heb). Wat me opvalt is dat je een aantal overbodige subjectieve woorden gebruikt. Persoonlijk zou ik zeggen (en ik hoor het ook altijd van de leraren bij mij op school) dat je woorden als veel, vele, heel en hele weg kunt laten.

Maar dat is nitpicking.

Groeten,

Richard


My armour is like tenfold shields, my teeth are
swords, my claws spears, the shock of my tail
is a thunderbolt, my wings a hurricane, and my
breath death!

Gebruikersavatar
Smaug
Community Manager
Berichten: 1417
Lid geworden op: 11 nov 2003, 17:14
Has thanked: 225 times
Been thanked: 109 times
Antw: planten-categorieën informatie foto-pagina's

Bericht door Smaug » 12 feb 2010, 12:15

Even de tekst een beetje aangepast, wat je ermee doet moet je zelf weten. Wat ik heb gedaan:
Veel van de onnodige - weggehaald.
Een aantal vekleiningen weggehaald: stammetjes.
En wat subjectieve zaken weggehaald.
Iets duidelijkere allineas gemaakt.

Planten: Sphenophyta

Tegenwoordig bestaat deze groep uit ongeveer 20 tot 30 soorten, die allen binnen het geslacht Equisetum vallen. Deze planten, ook wel paardenstaarten genoemd, hebben met hun holle, gelede stammen en rosetvormige bladkransen een redelijk karakteristiek uiterlijk, enigszins gelijkend op “minikerstbomen”. Op enkele uitzonderingen na zijn de meeste huidige paardestaart vormen kruidachtig en relatief klein van formaat (de grootste extante paardestaart, een tropische soort uit Mexico, kan tot wel bijna 3 meter hoog worden).
Hoewel de sphenophyten nooit zo divers zijn geweest als andere sporenplanten, zoals varens en lycophyten, hebben ze toch een interessant fossielenrecord achter gelaten. Naast de Equisetales, waarin alle huidige representanten vallen, zijn er twee volledig uitgestorven ordes, namelijk de Pseudoborniales en de Sphenophyllales, vastgesteld.
Het oudste lid van de Sphenophyta behoort tot de eerste van deze twee ordes en komt uit het Laat Devoon van Alaska. Deze plant, Pseudobornia, had een stam met een diameter tot 60 cm en kon een hoogte van 20 meter bereiken. De geledingen op de stam droegen slechts 1 à 2 takken, die op hun beurt weer secundaire takken vol bladkransen droegen. De sporenkegels zaten aan de uiteindes van de eerste-orde takken. Deze toch vroege vorm had al een aantal van de paardenstaartkarakteristieken; geribde, gelede stammen, bladkransen en sporenaren. De complexiteit van de bladeren is echter een eigenschap die Pseudobornia gemeen heeft met de cladoxylales, een groep vroege varenachtige planten.
De tweede orde, de Sphenophyllales, verschenen in het Onder Carboon en deden het goed in de tropische, paleo-equatoriale wouden van het Laat Carboon. Sphenophyllum en de andere geslachten uit deze groep worden gekenmerkt door gekranste, maar complexere bladvormen en de driehoekige doorsnede van hun gelede stengels. Waarschijnlijk zijn de Sphenophyllales aan het einde van het Perm, tijdens de Perm-Trias-extinctie, uitgestorven, hoewel er een aantal twijfelachtige Triassische records bekend zijn.
Ook de Equisetales zelf gaan ver terug. Paardestaartbomen uit de Calamitaceae familie, qua uiterlijk niet heel anders dan de huidige Equisetum, maar dan (dankzij secondair verdikkingshout) in staat hoogtes van tenminste 10 meter te bereiken, groeiden in de wouden van het Boven Carboon. De fossiele afdrukken van de stammen van zulke planten die veel op de oude mijnstorten te vinden zijn behoren tot het vormgenus Calamites. Net als de moderne Equisetales verspreidden ze zich met behulp van kruipend rhiozome. Het loof staat bekend als Asterophyllites (zijaanzicht) en Annularia (kransen). Ook in het Mesozoicum komen dergelijke planten voor, waar, ergens wel toepasselijk, de naam Neocalamites aan stammen van deze ouderdom is gegeven.
De moderne Equisetaceae familie vertoont geen secundaire groei, en heeft bladkransen die basaal vergroeid zijn. De oudste, met zekerheid vastgestelde Equisetaceae komen uit het Tertiair. Er zijn ook oudere vondsten die sterk gelijken met Equisetum, maar vanwege kleine verschillen of onvoldoende gegevens worden deze meestal Equisetites genoemd.


My armour is like tenfold shields, my teeth are
swords, my claws spears, the shock of my tail
is a thunderbolt, my wings a hurricane, and my
breath death!

Gebruikersavatar
Smaug
Community Manager
Berichten: 1417
Lid geworden op: 11 nov 2003, 17:14
Has thanked: 225 times
Been thanked: 109 times
Antw: planten-categorieën informatie foto-pagina's

Bericht door Smaug » 12 feb 2010, 12:43

Planten: Lycophyta

De lycophyten van tegenwoordig omvatten een kleine groep planten die voornamelijk bestaat uit wolfsklauwen en biesvarens. Deze planten hebben op het eerste gezicht een mosachtig uiterlijk. Deze plantengroep vult in de meeste moderne flora’s slechts een bijrol, toch kennen de lycophyten een lange geschiedenis met een dominantere rol. De lycophyten zijn zelfs de oudste groep vaatplanten die nog huidige representanten kent. Met een geschatte Laat Silurische tot Vroeg Devonische ouderdom is Baragwanathia longifolia uit Australië, de oudst bekende lycophyta.
Van de vrij zeldzame plantenfossielen uit het Devoon vormen de lycophyten de algemeenste vondsten. Het gaat vaak om kleine kruidachtige planten, hoewel dit laatste op basis van de beperkte fragmenten die meestal gevonden worden niet met zekerheid te zeggen valt. Tijdens het Carboon beleefde de groep haar hoogtijdagen. Er ontstonden tot 30 meter hoge bosvormende soorten die ook wel schub- of zegelbomen worden genoemd. Deze planten domineerden het Carbonische moeraslandschap. Fossielen van deze planten komen dan ook algemeen voor op de storthopen van oude kolenmijnen. Doordat het onwaarschijnlijk is dat een dergelijke boom in zijn geheel fossiliseert en vaak in delen wordt gevonden, hebben de verschillende onderdelen van deze planten ieder een eigen naam gekregen. Zo heten de wortels Stigmaria, wordt de bast Lepidodendron (spiraalsgewijs-) of Sigillaria (rijgewijs gerangschikte littekens) genoemd en staan de sporenaren bekend onder de namen Lepidostrobus en Flemingites.
Tegen het einde van het Carboon begonnen de moerassen door tektonische activiteiten op te drogen. Doordeat lycophyten een vochtig klimaat nodig hebben nam hierdoor het aantal grote, boomachtige wolfsklauwen snel af . In China hielden deze soorten het tot het Midden Perm vol door lokaal gunstige omstandigheden.
Het vroege Mesozoïcum kende een groep tot 3 meter hoge voorgangers van de biesvarens: Pleuromeia, een van de plantengeslachten die sterk opkwamen na de Perm-Trias-extinctie. Deze planten bestonden uit een onvertakte stam bedekt met lancetvormige bladeren die tot wel 10 cm lang konden worden. Ze vormden een dominante vegetatie van kustvlakten en deltamilieus gedurende het Trias. Hoewel het fossiele bewijsmateriaal fragmentarisch is, wordt gedacht dat de biesvarens later in het Mesozoïcum en het Kenozoïcum vrij algemene planten bleven, hoewel sterk in afmetingen afnemend.


My armour is like tenfold shields, my teeth are
swords, my claws spears, the shock of my tail
is a thunderbolt, my wings a hurricane, and my
breath death!

Gebruikersavatar
Smaug
Community Manager
Berichten: 1417
Lid geworden op: 11 nov 2003, 17:14
Has thanked: 225 times
Been thanked: 109 times
Antw: planten-categorieën informatie foto-pagina's

Bericht door Smaug » 12 feb 2010, 12:45

Hmmm, ik ben onderweg de bold teksten en de italic teksten verloren...


My armour is like tenfold shields, my teeth are
swords, my claws spears, the shock of my tail
is a thunderbolt, my wings a hurricane, and my
breath death!

Gebruikersavatar
Carboon
Berichten: 1504
Lid geworden op: 02 sep 2008, 19:10
Locatie: Haarlem
Has thanked: 432 times
Been thanked: 525 times
Antw: planten-categorieën informatie foto-pagina's

Bericht door Carboon » 12 feb 2010, 14:16

Hoi Richard,

Bedankt voor het meedenken! Soms ben ik inderdaad wat enthousiast in het gebruik van bijvoegelijk naamwoorden om m’n verhaal mee aan te kleden en het is fijn als iemand dan ‘met frisse ogen’ naar je teksten kijkt. Meestal is het niet nodig om ze te hebben, zoals in de zin “Verder waren er in het geologisch verleden ook periodes waarin de lycophyta een veel belangrijker rol speelden dan ze tegenwoordig doen.” Daar heb je helemaal gelijk in, daarom ik zal er bij het schrijven van de andere teksten dan ook rekening mee proberen te houden. Toch denk ik dat op sommige momenten woorden als ‘veel’ zeker wel een belangrijke betekenis hebben. Zoals hier, waar je het woord hebt weg gehaald in jouw versie:
smaug schreef:
Deze planten hebben op het eerste gezicht een mosachtig uiterlijk.
In de originele zin stond het woord ‘veel’ voor ‘veel, maar niet alle’. Belangrijk, want de biesvarens hebben bijvoorbeeld niet direct het mosachtige uiterlijk waarnaar ik refereerde. Zo heb je op meerdere plaatsen in de tekst ‘subtiele nuances’ eruit gehaald door dit soort woorden weg te halen. Daarom laat ik ze op bepaalde plekken wel staan. Zeg dat maar tegen je docenten de volgende keer dat ze punten aftrekken voor het gebruik van zulke woorden ;)
Ten slotte vind ik het heel (ja, zo’n extra woord is hier op z’n plek :)) fijn om te zien dat je ook op de inhoud hebt gelet. Het is goed dat ik hierin gecontrolleerd wordt, want de meeste tekst schrijf ik ook als vrije interpretatie van wat ik in artikelen lees (waarin ze veel meer de tijd hebben om dingen uit te leggen dan ik hier in een pagina). Van mij had je ook best even mogen zeggen dat je het hebt opgezocht, want dat vind ik oprecht leuk! :) Helaas moet ik wel melden dat wikipedia het niet altijd bij het juiste eind heeft (denk dat je het daar hebt opgezocht, klopt dat?). Ik weet dat Baragwanathia longifolia daar een Laat Siluur – Vroeg Devoon range wordt toegekend, maar deze ondergrens is gebaseerd op literatuur uit 1935. Nu heb ik de gegevens nog een keer opgezocht, gewoon om het zeker te weten. De literatuur waar ik me op baseer komt uit 2009 en omvat nieuwer onderzoek, wat de plant uit Victoria (Australie) in het midden Onder Devoon zet. Nu wil ik niet zeggen dat nieuwer automatisch beter is, maar toch gebruik ik graag de recentste bron die ik tot m’n beschikking heb.
Ook vroeg ik me af waarom je ‘vandaag-de-dag’ hebt vervangen. Ik gebruikte het woord omdat steeds opnieuw ‘tegenwoordig’ saai wordt, althans vind ik, maar misschien heb je een goede reden om het weg te halen.
smaug schreef:
Doordat het onwaarschijnlijk is dat een dergelijke boom in zijn geheel fossiliseert en vaak in delen wordt gevonden, hebben de verschillende onderdelen van deze planten ieder een eigen naam gekregen.
Prima aanpassing! Neem ik over. Zo zijn er nog wel wat meer trouwens.
De alineas zoals ze in m’n word-document zaten had ik juist weggehaald in de post, maar gelukkig plaats jij ze op ongeveer dezelfde plekken terug (zit dus wel goed denk ik). In de volgende posts zal ik ze er in laten, blijkbaar leest dat toch wat prettiger. In ieder geval ga ik wat met je aanpassingen doen. Je hebt me laten zien waar nog ‘rare’ puntjes en slecht lopende zinnen in de tekst zitten (bijv. eerste alinea lycophyten, waar ik zowel jouw als mijn werk nog niet afdoende vind). Verder blijken er sowieso nog wat spel en stijlfoutjes in te staan. Nieuwe versie volgt nog, maar ’t kan even duren want het moet naast werk aan een m'n scriptie en het schrijven van tekst voor Carbobase gebeuren...

Nogmaals bedankt voor het meedenken!

Ciao!
Tim

P.S. Ik ben dol op verkleinwoordjes, dus die komen waarschijnlijk gedeeltelijk weer terug :P


Op zoek naar groen in het zwart.

Gebruikersavatar
Smaug
Community Manager
Berichten: 1417
Lid geworden op: 11 nov 2003, 17:14
Has thanked: 225 times
Been thanked: 109 times
Antw: planten-categorieën informatie foto-pagina's

Bericht door Smaug » 12 feb 2010, 14:52

Wikipedia sla ik 9 van de 10 keer over, het laat silurische heb ik van meerder sites overgenomen maar voornamelijk naar aanleiding van de volgende paper met een redelijk veelzeggende titel "The age of the earliest club mosses: the Silurian Baragwanathia flora in Victoria, Australia
by R. B. RICKARDS" :
http://geolmag.geoscienceworld.org/cgi/ ... /137/2/207

en de volgende pdf : http://www.sou.edu/Biology/Courses/Bi43 ... lution.pdf Waarin staat:

The occurrence of the genus Baragwanathia in the presumed late Silurian (Ludlow; Garratt et al., 1984; Rickards, 2000) of Victoria,
Australia suggests a possible pre-Devonian diversification of lycophytes. Zosterophylls
also are recorded from these strata, but detailed descriptions are lacking (Tims and Chambers, 1974).

[Bewerkt door Smaug op 12-02-2010 om 14:53 NL]


My armour is like tenfold shields, my teeth are
swords, my claws spears, the shock of my tail
is a thunderbolt, my wings a hurricane, and my
breath death!


Gesloten