bram schreef:
Klein maar fijn! Wat ik me afvraag, hoe vind je deze tandjes en andere erg kleine Maastrichtiaan fossielen? Wat doe je met het sediment, simpelweg vergruizen, of weken oid? Ik wil dit van de zomer gaan doen, als ik weer eens naar de ENCI ben geweest en ik ben daarom erg benieuwd.
Groeten,
Bram
Hoi Bram,
Aangezien ik enkel naar de tandjes zoek gebruik ik een methode die wellicht nogal 'bruut' is voor andere (kalk)fossielen.
Als ik ga zoeken, zoek ik ter plekke naar een laag. Die hak ik uit met wat speling boven en onder en ik neem alles mee (liefst in grote blokken) in grote zakken. Als Theo en ik gaan zoeken nemen wij altijd een kruiwagen mee, dus materiaal meenemen wordt op die manier al een pak gemakkelijker. Thuisgekomen laat ik dit materiaal eerst drogen. Daarna gooi ik alles in een zeef met een gaasbreedte van een mm. Dit om te zien of er toevallig al geen fossielen(tandjes) zijn losgekomen van een breukvlak o.i.d. Indien dit het geval is kan ik ze er al uitnemen, zodat ze zeker niet stukgaan bij het vervolgproces.
Vervolgens gooi ik enkele blokken in een grote bak die ik op een stevige ondergrond zet. Daarna mep ik met een hamer de blokken in kleine blokjes van max 2 cm grootte, meestal kleiner. Meestal pak ik een redelijk kleine bak voor een relatief groot aantal blokken en wel om een specifieke reden: het gruis van de blokken stapelt zich dan dikker op, hetgeen zorgt voor een buffer voor de fossielen waardoor deze minder snel zullen breken in het proces. Als je een groot oppervlak hebt voor slechts weinig kalk, dan is de kans immers groter dat uw fossielen die zijn vrijgekomen rechtstreeks contact krijgen met de (harde) ondergrond waardoor de kans op kapotte fossielen vergroot.
Bon, vervolgens zeef ik alles in drie fracties. Als eerste zeef ik het geheel met een zeef van 0.5cm boven een kruiwagen, die dient om al wat er door gaat (en dat is veel) op te vangen. Vervolgens zeef ik dit weer op dezelfde manier met een gaas van 2mm, en dan met eentje van net geen mm. Dit zoek ik dan uit met het blote oog (>0.5 + >2mm) of onder de binoculair (<2mm).
Wat ik ook nog wel eens doe is het gruis wassen, dan heb je een pak minder last van dat poederig kalk, hetgeen vooral irritant is en het zicht belemmert in de kleinste fractie.
Dit proces vernielt echter veel van de andere fossielen, andere dingen die ik soms wel tegenkom zijn coprolieten van vissen, koraaltjes, vissenwerveltjes,... soms zijn er ook kleine schelpjes die het proces overleven, maar niet zo vaak:).
Ondanks het destructieve proces ben ik nog geen kapotte haaientand (hiermee bedoel ik: een tand die ik zeker zelf kapot heb gedaan door dit proces, dus geen tandjes met recente breukvlakken) tegengekomen in het uitgezochte materiaal. Dit in tegenstelling tot het werk in de groeve zelf, waar ik al meermaals tandjes heb gebroken omdat ik er, ongeduldig als ik ben, altijd wel wat zit aan te prullen.
Bedankt aan de rest voor de reacties;-)
[Bewerkt door Hieronymus op 19-03-2011 om 22:43 NL]