Paleontica Community

Euhoplitessen behoren tot de mooiste ammonieten maar ook tot de moeilijkste om te determineren. Zelfs in de betere literatuur zie ik determinaties waar ik zware twijfels over heb en ik zal nu ook niet beweren dat ik alle wijsheid in pacht heb. Ik probeer gewoon deze megasudoku te ontrafelen; Er bestaan een vijfentwintigtal soorten en ontelbaar veel tussenvormen.
Dit is Euhoplites truncatus maar dan wel de vorm die in CBN gevonden wordt; deze heeft een twaalftal umbicinale knobbels met tussen 2 knobbels 4 à 5 ribben. Zo is hij afgebeeld in het gea nummer uit 1996 over de ammonieten van Wissant

Zeer fraai ! More !! Gr,Marcel

Hallo Phil,wat bedoel je met knobbels,niet de bolletjes blijkbaar die je ziet want daar zitten geen 4-5 ribbels tussen.Dit voor de duidelijkheid.GR

tijdens mijn zoektocht om Euhoplitessen te determineren ontdekte ik dat de engelse E.truncatus er toch anders uitziet : deze heeft slechts 2 à 3 ribben tussen 2 umbicinale knobbels. Dit ergerde mij een lange tijd, ik begreep niet waarom ik deze niet in CBN kon vinden terwijl dit toch uit de zelfde gaultklei komt en Folkstone ligt maar 50 kilometer van CBN. Het antwoord vond ik bij Amedro : die van Folkstone zijn iets ouder; de kleilaag is er 40 meter dik en is verdeeld in 13 beds. De kleilaag van CBN is slechts 10 meter dik waarin zich 4 fosfaatlagen bevinden. De E.truncatus van CBN komt uit de P5 wat overeenkomt met bed 8 en de typisch E.truncatus van Folkstone komt uit bed7. Ammonieten evolueerden snel en het is belangrijk te weten uit welke laag het fossiel komt wat niet altijd mogelijk is. Het omgekeerde is wel mogelijk, als men de ammoniet kan determineren kan men zien over welke laag het gaat
word vervolgd
groetjes

strandjutters schreef:
Hallo Phil,wat bedoel je met knobbels,niet de bolletjes blijkbaar die je ziet want daar zitten geen 4-5 ribbels tussen.Dit voor de duidelijkheid.GR

de umbicinale knobbels zijn deze aan de binnenkant, deze aan de buitenkant zijn de ventrale knobbels
groetjes

phil schreef:
tijdens mijn zoektocht om Euhoplitessen te determineren ontdekte ik dat de engelse E.truncatus er toch anders uitziet : deze heeft slechts 2 à 3 ribben tussen 2 umbicinale knobbels. Dit ergerde mij een lange tijd, ik begreep niet waarom ik deze niet in CBN kon vinden terwijl dit toch uit de zelfde gaultklei komt en Folkstone ligt maar 50 kilometer van CBN. Het antwoord vond ik bij Amedro : die van Folkstone zijn iets ouder; de kleilaag is er 40 meter dik en is verdeeld in 13 beds. De kleilaag van CBN is slechts 10 meter dik waarin zich 4 fosfaatlagen bevinden. De E.truncatus van CBN komt uit de P5 wat overeenkomt met bed 8 en de typisch E.truncatus van Folkstone komt uit bed7. Ammonieten evolueerden snel en het is belangrijk te weten uit welke laag het fossiel komt wat niet altijd mogelijk is. Het omgekeerde is wel mogelijk, als men de ammoniet kan determineren kan men zien over welke laag het gaat
word vervolgd
groetjes

Knappe ontdekking! Literatuur doorspitten en vergelijken met eigen materiaal is een van de mooie zaken aan deze hobby. 't Zijn zeer mooie ammo's ook. Mooie bewaring. Top!

Euhoplites lautus lijkt op E.truncatus maar heeft meer umbicinale knobbels (ongeveer 16, E.truncatus 11 a 12)en de ribben zijn regelmatiger en meer evenwijdig aan elkaar. De meeste Euhoplitessen hebben een diepe ventrale groef en de ventrale knobbels staan schuin op de rand. Dit exemplaar heb ik niet zelf gevonden, hij komt uit bed VII van Folkstone en werd nog gedetermineerd door Jim Craig.

Op CBN heb ik maar 1 exemplaar gevonden die ik als E.lautus kan benoemen, hij komt uit de P4

Deze ammoniet uit de P5 lijkt er wel op maar heeft meer ribben die fijner zijn. De umbicinale knobbels zijn langwerpiger en naar voor gericht. Ik denk dat dit E.vulgaris is maar heb nog geen betrouwbare foto gevonden die dit bevestigt. Volgens mij is dit de vorm tussen E.lautus en E.alphalautus

E.alphalautus, de windingsdoorsnede is hoger, de vele ribben zijn mooi gebogen. Uit de umbicinale knobbels die langwerpig en naar voor gericht zijn vertrekken een drietal ribben. Dit exemplaar komt uit de P6 van CBN en is tot nu toe mijn enige volledige. Spath schrijft dat hij ze met honderden vond maar in Folstone heb ik er nog geen gevonden.
In de literatuur heb ik meerdere keren gezien dat een E.subcrenatus werd afgebeeld met de naam E.alphalautus, de ribben lijken er wel op maar deze heeft slechts een tiental umbicinale nobbels