Runderkies pleistoceen

[DNAtim]

Ik zat te denken aan een Aurochs. Is dit zo?

[The Stone]

Neigt inderdaad naar een rundachtige.

Voor een Oeros is deze kies eigenlijk wat te klein.

[DNAtim]

Oke bedankt. Aangezien die wat klein is: zou het dan ook hert ofzo kunnen zijn?

[Jan Losser]

Steppenwisent zou ook kunnen Bison priscus.
Het fornaat zegt niet veel. Manelijke exemplaren zijn veel groter dan de vrouwelijke

[Bewerkt door Jan Losser op 30-05-2006 om 13:43 NL]

[The Stone]

Jan Losser schreef:
Het formaat zegt niet veel.

Het formaat zegt wel veel, groot formaat kiezen van rundachtigen zijn zonder uitzondering altijd of een Oeros of een Steppenwisent.
Een klein formaat kies kan minimaal 4 soorten betekenen.
Steppenwisent; Boswisent!!; Oeroes of Huisrund! Waarbij de laatste veel voorkomend en niet altijd fossiel is en de Boswisent heel erg zeldzaam is.

Een onderscheid tussen de losse kiezen v.d. 4 soorten onderling zijn nauwelijks (of niet?!?) te zien.
Zelfs tussen complete onderkaken (en ook losse bovenkaak fragmenten) van Steppenwisent en Oeros zit heel weinig (of ook geen) verschil. Alleen in de min of meer complete schedels is een duidelijk verschil te zien.

Er was ooit een WPZ lezing met de vraag of het mogelijk was om botten en tanden van de soorten Bison priscus en Bos primigenius van elkaar te onderscheidden.
Het antwoord; Nee nooit voor 100% maar je mag wel aannames doen waarbij de meer slanke botten meestal tot de oeros behoren.


[Bewerkt door The Stone op 29-05-2006 om 10:36 NL]

[DNAtim]

Zeer interessant. Om het maar eens te bevestigen dat het moeilijk is om kiezen te determineren:
Ik vond dit plaatje in een publicatie, de tand zou dus ook heel goed een tand van een hert kunnen zijn (tenminste voor deze zijde).
Links is een C. elaphus, rechts een M. giganteus. Het schaalbalkje is 1cm.