Laat onze mosa maar in Parijs
Geplaatst: 30 jul 2006, 15:04
Hoi Allemaal,
Dit jaar was ik rond en op 14 juli in Parijs, en bezocht een goede vriend. Ik was diep onder de indruk van de stad. Begrijp me goed, Amsterdam heeft op haar manier ook haar mooie plekjes, maar het vondelpark haalt het toch niet bij de grandeur van -ik noem een- Jardin du Luxembourg. De hele stad ademt een sfeer van overdaad en rijke historie. Versailles, Louvre... ik geef toe, het is wat triviaal daaraan te refereren, maar het houdt eenvoudigweg niet op. Kerk na kerk, gebouw na gebouw doet je weer verheugd, verrast en verrukt opkijken naar hoe de gevel zich met veel gratie ten hemel verheft. Voorzichtig kon ik mijmeren over het moment dat ik er met een vriendinnetje zal terugkeren om er samen op het Place des Vosges te gaan wonen en daar mijn kindertjes daar op een lome zaterdagmiddag in de zandbak te kunnen laten spelen...
Het kwam zo uit dat daar ook de nationale feestdag (14 juli) kon meevieren. Nu heeft dat niet zo heel veel om het lijf. ’s Ochtends is er een Defile op de Champs Elysees (een in een democratisch land -objectief bezien- een bevreemdende excercitie maar hier een vanzelfsprekende achteloos subtiele verwijzing naar de (voormalige?) militaire macht van het land). ’s Avonds kun je je \'s avonds laven aan een indrukwekkend vuuurwerk bij de Eiffeltoren en later aan gezelligheid bij feestjes door de stad heen. Dat alles werd weldadig overgoten in een sausje van zwoele zomeravond en vergezichten over de Seine gelardeerd met mooie mensen, een glaasje wijn en crepes zoals je het bakken ervan aan de Fransen kunt overlaten.
Ik vond het buitengewoon aangenaam daar te kunnen verpozen. Om de geschiedenis van de stad, het land, te kunnen opsnuiven. Aan alle gebouwen kleeft een verhaal, alles heeft een geschiedenis. Je hoeft ze niet eens te kennen om te weten dat ze er zijn.
Het kwam ook zo uit dat ik op de vroege middag van 14 juli met mijn goede vriend een bezoek bracht aan het Museum National D\'Histoire Naturelle. Het heeft verschillende afdelingen, maar voor fossielenexperts en mensen geinteresseerd in comparatieve anatomie, is de dependence \"Paleontologie et anatomie comparee\" zeer de moeite waard. Er wordt niets in het engels uitgelegd en wat er in het Frans te lezen is houdt eerlijk gezegd ook niet over. Om kort te gaan: voor leken behoorlijk oninteressant, maar voor mij een waar feestje.
Ik kon –blijkbaar- een verontwaardigde uitroep niet onderdrukken toen ik plots in volle glorie het beroemdste Nederlandse fossiel zag liggen: De mosa uit de st. Pietersberg...! Ik was even vergeten dat ze sie hier ook hadden! Ik moest mijn Frans compaan (die niets van fossielen weet) de geschiedenis van het fossiel vertellen, en hoe Napoleon het als oorlogsbuit meevoerde naar Parijs. Ik legde hem verontwaardigd uit dat de Fransen \"jullie!\" het gestolen hebben, en dat de schedel in Nederland hoort...
Mijn Franse vriend kijkt me aan: hij lijkt meer verwonderd over het feit dat ik mij zo druk maak over een paar kapotte kaken in een brok steen, dan dat hij zich als Fransman geneert over het onrecht dat de Nederlandse paleontologische gemeenschap is aangedaan.
Met een subtiele lach herinnert hij me aan het defile die ochtend, en mijn indrukken van de historie, macht en grandeur van de stad waarvan ik hem in onze conversaties deelgenoot had gemaakt.
En opeens valt het kwartje...
De Fransen hebben het fossiel niet gestolen, maar in een soms groots, soms tragisch maar zeker bewogen verleden verworven. Parijs ademt in zijn hele zijn de belangrijke plaats die het heeft in de Europese geschiedenis. De stad is gebouwd ten koste van pijn: het bloed van Fransen, Russen, Oostenrijkers, Koningen, Marie-Antoinette, Nederlanders, Jeanne d\'arc, Pruisen, Indo-Chinezen... Heel de wereld vormt het bevlekt fundament van deze stad.
Ik wil niet dat Parijs, en mijn mooie herinnering aan deze stad, wordt afgebroken. Ik wil niet dat elke kunstschat, elke kerk en elke straathoek wordt afgebroken en teruggeven uit pieteit met belanghebbenden uit een lang verleden, neen. Parijs is groots, en dat heeft veel gekost: levens, oorlogen, noeste arbeid en goud. Naast gebouwen heeft het een geschiedenis en ademt het verhalen. Zonder die geschiedenis, zonder die verhalen is Parijs Parijs niet meer.
De Mosa hoort in Parijs. “Onze mosa” is het verwaarloosbare beetje pijn dat ik persoonlijk (en wij verzamelaars samen) lijden om Parijs te laten zijn wat zij is...
Elke verzamelaar weet dat ‘het verlangen te bezitten’ vele malen groter is dan het ‘geluk te bezitten’. Waarom anders gaan we steeds opnieuw op zoek? Ik blijf liever verlangen naar “onze mosa” dan dat ik haar binnen onze landsgrenzen sluit.
Maakt dat mijn een romanticus? Ik houd het erop dat dat Parijs is...
groeten, Erik
Een website over verlangen... Mooier kan het niet... ik hoop dat het zo blijft...
http://www.nhmmaastricht.nl/textonly-nl/exp_tk31.htm
[Bewerkt door Erik op 30-07-2006 om 15:00 NL]
Dit jaar was ik rond en op 14 juli in Parijs, en bezocht een goede vriend. Ik was diep onder de indruk van de stad. Begrijp me goed, Amsterdam heeft op haar manier ook haar mooie plekjes, maar het vondelpark haalt het toch niet bij de grandeur van -ik noem een- Jardin du Luxembourg. De hele stad ademt een sfeer van overdaad en rijke historie. Versailles, Louvre... ik geef toe, het is wat triviaal daaraan te refereren, maar het houdt eenvoudigweg niet op. Kerk na kerk, gebouw na gebouw doet je weer verheugd, verrast en verrukt opkijken naar hoe de gevel zich met veel gratie ten hemel verheft. Voorzichtig kon ik mijmeren over het moment dat ik er met een vriendinnetje zal terugkeren om er samen op het Place des Vosges te gaan wonen en daar mijn kindertjes daar op een lome zaterdagmiddag in de zandbak te kunnen laten spelen...
Het kwam zo uit dat daar ook de nationale feestdag (14 juli) kon meevieren. Nu heeft dat niet zo heel veel om het lijf. ’s Ochtends is er een Defile op de Champs Elysees (een in een democratisch land -objectief bezien- een bevreemdende excercitie maar hier een vanzelfsprekende achteloos subtiele verwijzing naar de (voormalige?) militaire macht van het land). ’s Avonds kun je je \'s avonds laven aan een indrukwekkend vuuurwerk bij de Eiffeltoren en later aan gezelligheid bij feestjes door de stad heen. Dat alles werd weldadig overgoten in een sausje van zwoele zomeravond en vergezichten over de Seine gelardeerd met mooie mensen, een glaasje wijn en crepes zoals je het bakken ervan aan de Fransen kunt overlaten.
Ik vond het buitengewoon aangenaam daar te kunnen verpozen. Om de geschiedenis van de stad, het land, te kunnen opsnuiven. Aan alle gebouwen kleeft een verhaal, alles heeft een geschiedenis. Je hoeft ze niet eens te kennen om te weten dat ze er zijn.
Het kwam ook zo uit dat ik op de vroege middag van 14 juli met mijn goede vriend een bezoek bracht aan het Museum National D\'Histoire Naturelle. Het heeft verschillende afdelingen, maar voor fossielenexperts en mensen geinteresseerd in comparatieve anatomie, is de dependence \"Paleontologie et anatomie comparee\" zeer de moeite waard. Er wordt niets in het engels uitgelegd en wat er in het Frans te lezen is houdt eerlijk gezegd ook niet over. Om kort te gaan: voor leken behoorlijk oninteressant, maar voor mij een waar feestje.
Ik kon –blijkbaar- een verontwaardigde uitroep niet onderdrukken toen ik plots in volle glorie het beroemdste Nederlandse fossiel zag liggen: De mosa uit de st. Pietersberg...! Ik was even vergeten dat ze sie hier ook hadden! Ik moest mijn Frans compaan (die niets van fossielen weet) de geschiedenis van het fossiel vertellen, en hoe Napoleon het als oorlogsbuit meevoerde naar Parijs. Ik legde hem verontwaardigd uit dat de Fransen \"jullie!\" het gestolen hebben, en dat de schedel in Nederland hoort...
Mijn Franse vriend kijkt me aan: hij lijkt meer verwonderd over het feit dat ik mij zo druk maak over een paar kapotte kaken in een brok steen, dan dat hij zich als Fransman geneert over het onrecht dat de Nederlandse paleontologische gemeenschap is aangedaan.
Met een subtiele lach herinnert hij me aan het defile die ochtend, en mijn indrukken van de historie, macht en grandeur van de stad waarvan ik hem in onze conversaties deelgenoot had gemaakt.
En opeens valt het kwartje...
De Fransen hebben het fossiel niet gestolen, maar in een soms groots, soms tragisch maar zeker bewogen verleden verworven. Parijs ademt in zijn hele zijn de belangrijke plaats die het heeft in de Europese geschiedenis. De stad is gebouwd ten koste van pijn: het bloed van Fransen, Russen, Oostenrijkers, Koningen, Marie-Antoinette, Nederlanders, Jeanne d\'arc, Pruisen, Indo-Chinezen... Heel de wereld vormt het bevlekt fundament van deze stad.
Ik wil niet dat Parijs, en mijn mooie herinnering aan deze stad, wordt afgebroken. Ik wil niet dat elke kunstschat, elke kerk en elke straathoek wordt afgebroken en teruggeven uit pieteit met belanghebbenden uit een lang verleden, neen. Parijs is groots, en dat heeft veel gekost: levens, oorlogen, noeste arbeid en goud. Naast gebouwen heeft het een geschiedenis en ademt het verhalen. Zonder die geschiedenis, zonder die verhalen is Parijs Parijs niet meer.
De Mosa hoort in Parijs. “Onze mosa” is het verwaarloosbare beetje pijn dat ik persoonlijk (en wij verzamelaars samen) lijden om Parijs te laten zijn wat zij is...
Elke verzamelaar weet dat ‘het verlangen te bezitten’ vele malen groter is dan het ‘geluk te bezitten’. Waarom anders gaan we steeds opnieuw op zoek? Ik blijf liever verlangen naar “onze mosa” dan dat ik haar binnen onze landsgrenzen sluit.
Maakt dat mijn een romanticus? Ik houd het erop dat dat Parijs is...
groeten, Erik
Een website over verlangen... Mooier kan het niet... ik hoop dat het zo blijft...
http://www.nhmmaastricht.nl/textonly-nl/exp_tk31.htm
[Bewerkt door Erik op 30-07-2006 om 15:00 NL]