Stijn schreef:
ik zou het interessant vinden dat elk stukje een beetje uitleg zou krijgen. Puik materiaal! Alles zelf bijgepolierd?
Maar natuurlijk. Bij deze:
1.
Psaronius sinuosus Herbst 1991, een boomvaren uit het vroege Perm (Sakmariaan) van het versteende woud van Araguaina, Brazilië. De doorsnede toont een centrale bundel houtvaten, omringd door een wortelmantel (antwoord op de vraag van Joost).
2.
Rhexoxylon africanum Bancroft 1913, een zaadvaren (Corystospermales) uit het Late Trias van Gokwe, Zimbabwe. De doorsnede toont de kenmerkende ring van primaire vaatbundels.
3.
Cyathodendron texanum Arnold 1945, een varen uit het Eoceen van zuid Texas, Verenigde Staten. Een lengtedoorsnede.
4.
Araucarioxylon arizonicum Kidston 1889, een gymnosperm uit het Late Trias (Carniaan) van de Chinle Formatie, Arizona, Verenigde Staten. De doorsnede toont prachtig de jaarringen (bijzonder voor deze vindplaats). De nomenclatuur voor dit soort hout gaat momenteel op de schop, dus naamgeving kan binnenkort wel eens officieel veranderen...
5.
Acrostichum sp., een petiole van een varenachtige uit het midden Eoceen van de Green River Formatie, Wyoming, Verenigde Staten. De doorsnede toont mooi de adaxiale groef in deze bladsteel.
6.
Osmundacaulis jonesii Tidwell 1987, een varenachtige (Osmundales) uit het vroege Jura (Toarciaan) van Tasmanië, Australië.
7. Zie 1.
8. Ongedetermineerd hout in zeolietbewaring uit het Mioceen van Mount Elgon, Oeganda. Het stuk toont de externe houtstructuur en vele rozetten naaldvormig natroliet.
9.
Morus sp. (moerbei), uit het Mioceen van Montana, Verenigde Staten.
10. Zie 4.
11. Ongedetermineerd hout met waarschijnlijk schimmelgroei uit het late Jura tot vroege Krijt van het Azrou-Khenifra bekken, Marokko.
12. Ongedetermineerd hout uit het Late Krijt (Santoniaan) van de Käskorb groeve, nabij Kelmis / La Calamine, België
13.
Palaeosmunda williamsii Gould 1970, een varenachtige (Osmundales) uit het late Perm (Wuchiapingian) van Blackwater, Queensland, Australië.
14. Zie 12.
15. Zie 8.
16.
Protocupressinoxylon purbeckensis Francis 1983, een conifeerachtige uit het Late Jura (Tithoniaan) van Dorset/Portland, Groot Brittannië. Dit stuk toont de gezwollen basis van de stam.
17.
Tempskya grandis Read and Brown 1937, een varenachtige uit het Vroege Krijt (Albiaan) van de Aspen Shale Formatie, Wyoming, Verenigde Staten. Tijdje terug heb ik van dit stuk microscopische opnamen getoond.
18.
Araucarioxylon sp., een gymnosperm uit het Late Trias van de Chinle Formatie, Circle Cliffs, Utah, Verenigde Staten. De doorsnede toont een duidelijk centraal merg, welke soms als "star artisia" gemerkt wordt.
19.
Palmoxylon edenense Tidwell 1973, een palmachtige uit het Eoceen van Eden Valley, Wyoming, Verenigde Staten.
20.
Woodworthia sp., een conifeerachtige (?) uit het Late Trias van Gokwe, Zimbabwe. Het stuk toont erg mooi de "short-shoots" en ook een krans zijtak-littekens.
Een deel van de stukken is zelf gezaagd en gepolijst.