Paleontica Community

Een redelijk mooie schelp van de Maasvlakte.
Ik vermoed een Venerupsis maar welke soort?

Groeten,

Sibo

Ik ben niet echt thuis in de schelpen, maar kreeg laatst onderstaande link van een vriend van mij. Mogelijk kan het je helpen bij de determinatie.

http://www.strandvondsten.nl/bibliothee ... _53-60.pdf

Geen Venerupis maar een Tridonta borealis. Deze soort is algemeen op de Maasvlakte (en veel andere opgespoten stranden), als fossiele schelp zonder opperhuid.
Zeer uitzonderlijk worden er ook exemplaren gevonden mét opperhuid, zoals in dit geval, die nog (gedeeltelijk) doorschijnend zijn. In 'Afzettingen' van de WTKG van oktober 2015 staat een uitgebreid artikel over dit soort vondsten en Tridonta borealis in het algemeen, geschreven door Arthur Reinink.
Omdat de schelpen nog niet of nauwelijks de tijd gehad hebben om te rekristalliseren, niet of nauwelijks verkleurd zijn én de opperhuid nog aanwezig is, concludeert hij dat het vermoedelijk om relatief jonge schelpen gaat. Bij de auteur zijn slechts drie dergelijke 'subrecente' kleppen van de Tweede Maasvlakte bekend; het zijn dus zeer uitzonderlijke vondsten.
Tridonta borealis is een noordelijke soort die nog steeds voorkomt, maar niet in de zuidelijke Noordzee.

Groet, Lex

Mooi! Is het nu eigenlijk bekend van wanneer de Tridonta's precies zijn? En de correlatie met grote aantallen C. edule major (en evt Gari fervensis), is dat toeval of zouden ze uit dezelfde lagen komen?

Tridonta borealis is in Nederland aangetroffen in pleistocene sedimenten (aldus 'De fossiele schelpen van de Nederlandse kust'). De vermoedelijke ouderdom is Laat Pleistoceen. Omdat het een koudwatersoort is zal hij niet in het (warme) Eemien geleefd hebben, maar mogelijk in de koele periode voor of na het Eemien (of voor resp. na een ander interglaciaal).
Of er een correlatie is met het voorkomen van C. edule forma major, is mij niet bekend. Het is inderdaad opvallend dat je beide soorten vaak samen vindt. Dat is ook het geval op opgespoten Walcherse stranden zoals Domburg (daar ben ik beter bekend dan op de Maasvlakte), maar ik heb begrepen dat dit niet altijd zo geweest is. In de tijd voor de strandsuppleties (vóór 1990) was de forma major al bekend van Domburg. In die jaren was Tridonta borealis hier zeer, zeer zeldzaam.

Hoi Lex,

Dank je wel voor de uitgebreide uitleg en ik zal dat artikel ook eens doornemen. En erg leuk dat het toch nog iets bijzonders is met de opperhuid die nog aanwezig is.

Hartelijk dank en groeten,

Sibo