Aveyron 2016
Geplaatst: 31 aug 2016, 21:57
Hallo, afgelopen zondagavond ben ik vertrokken naar zuid- Frankrijk voor een trip van een kleine drie weekjes, als altijd: kamperen aan de oever van de Tarn.
Dit jaar voor het eerst met mijn splinternieuwe Lotus-belle tent, een kruising tussen een jurt en een tipi; een magnifique ding; mooi en praktisch en eenvoudig door 1 persoon op te zetten en da`s heel handig als je alleen bent.
De reis; ik vertrek doorgaans op de zondagavond rond 22 uur en dan is de weg nagenoeg leeg met alleen rond de ochtendspits wat meer verkeer.
Dit keer ervoor gekozen om wat eerder de snelweg te verlaten en het laatste stuk langs de Tarn gereden; schitterende rit met werkelijk ongelofelijk mooie vergezichten die de vermoeienis van het de hele nacht doorrijden deden vergeten.
Aangekomen in Pailhas, na het handenschudden, zoenen geven, schouders slaan en het onvermijdelijke 1e drankje, wijselijk niet blijven hangen en kamp gemaakt.
En ik moet zeggen: de verkooporganisatie van de tent had niet overdreven; in drie kwartier stond het kamp en had ik mijn bed al opgemaakt.
En dat was maar goed ook; na een overgeslagen nacht en een lange rit en dan nog kamp maken, was het meer dan tijd om even aan de oplader te gaan...
Dus niet meer het veld in gegaan; dit uitgesteld tot de volgende morgen, maar wel een plan gemaakt voor het veld; op Google earth had ik in een Domeriaan afzetting wat onregelmatigheden (septaries?) gezien waarvan ik niet goed kon uitmaken of het onder- of boven- Domeriaan was en wilde dit graag duidelijk hebben; het maakt nogal uit voor welke vondsten er te verwachten zijn en ik hoopte dat het boven- zou zijn; daar zijn soms mooie gepyritiseerde Amaltheiden te vinden.
De volgende morgen eerst nog wat zaken hun plek gegeven; om te voorkomen dat ik van alles niet meer weet waar het gebleven is, dat is me eerder overkomen.
Daarna eindelijk het veld in, eerst wat gewone wegen, maar daarna boerenpaadjes en elke 10 meter de gelegenheid om de uitlaat te verspelen, dus rustig aan en het spul heel houden.
Zo`n eerste verkenning met zo min mogelijk gereedschap; als ik dan iets bijzonders tegenkom, is er altijd gelegenheid om terug te komen.
Wel belangrijk is de hoeveelheid drinken die ik mee neem; bij ca. 30 graden is een halve liter per uur het absolute minimum om dehydratie en oververhitting te voorkomen.
Ik had voor drie uur drinken bij me en ben het veld ingegaan, afgedaald naar een regengeul waarin het boven Carixiaan en het onder Domeriaan ontsloten zijn, de eerste met steenbanken en schalie, de tweede met schalie en af en toe een steenbank.
Een dertig cm. grote, gedeeltelijke Lytoceras, die ik vorig jaar had gevonden en achtergelaten, stond er nog steeds te wachten tot ik hem kom ophalen en misschien doe ik dat nog wel.
Geen onverwachte zaken meer gezien en aangekomen bij de ontsluiting bleek het toch onder-Domeriaan geweest, jammer maar helaas...
Daarop was het 1e doel eigenlijk al bereikt; ik heb duidelijkheid over die afzetting en ben weer gaan klimmen, naar een kleine, goed verborgen boven-Domeriaan afzetting waar ik al veel mooie zaken heb mogen oprapen.
Op een tiental minuten er vandaan, zag ik in de verte, daar een heerschap lopen met een rugzak en een hamer of houweeltje in de hand, overduidelijk een andere verzamelaar die even mijn plekje aan het schoonmaken was...!
Verd....., begrijp me goed, ik gun een ieder het zijne, maar heb daar toch moeite mee...
In het Yorkshire blog van April heb ik het er ook al over gehad, dat het wenselijk is om de eerste te zijn en dat was nu niet anders.
Was het in Yorkshire het getij, in Frankrijk kan een flinke regenbui dat verschil maken tussen matig en joepie!
Maar allee, niets aan te doen, ben doorgelopen met het voornemen om dan maar kennis te gaan maken met de concurrentie, wie weet wat dat oplevert; heel soms wel meer dan een middagje zoeken...
Maar eenmaal daar aangekomen, niemand meer te bekennen, en de vondsten vielen uiteindelijk nog mee; kennelijk was de onbekende niet goed bekend met de ins- en outs- van precies dat ontsluitinkje; met name het boven Domeriaan daar kenmerkt zich door heel veel lagen met uitermate weinig materiaal en maar enkele lagen die relatief rijk zijn aan mooi geconserveerde laat-Amaltheiden en Pleuroceraten.
Als je dan niet weet waar precies je zoeken moet, is het een teleurstellende bezigheid en deze meneer had het snel voor gezien gehouden.
Ik trof er enkele mooie A. margaritatus en een paar goede Pleuroceraten aan, waaronder een heel mooie P. salebrosum.
Vernielde helaas een ?ammoniet in een nodule, maar daarvan is op geen enkele manier te zien of, en hoe de ammoniet er in zit en soms heb je dan wat geluk nodig en dat was er even niet...
Inmiddels had ik al meer dan de helft van het drinken gebruikt en werd het langzaamaan tijd voor de terugweg.
Op de heenweg was me al op gevallen dat er een instorting was geweest op een heel interessant nivo, net boven de Tisoa siphonalis, de top van de margaritatus zone en de apyrenum en de spinatum zone.
Maar het zou ook het resultaat van een(illegale) graafactie kunnen zijn, door een weinig scrupuleuze verzamelaar, het is daar een beschermd landschap en grootschalige graafgebeurens zijn daar niet toegestaan...
Dan zou er weinig meer te halen zijn dan de achtergebleven kruimels van de denkbeeldige goed gevulde tafel.
En nu stel ik me zo voor dat ik zeker niet de enige fossielzoeker ben die weet waar de mooie zaken zouden moeten zitten en daar dan niet bij kan en dan wat fantaseert in de trant van "als ik daar nou es een staafje dynamiet..."
Wat een rijkdom aan vondsten zou daar dan zo maar voor het oprapen liggen...
Dus alle reden om juist dat instortinkje van dichtbij te gaan bekijken, dan zou vanzelf wel duidelijk worden of het een plunderaar geweest was of ons lieven heer in een wel heel goede bui...
Een steile en riskante afdaling, gevolgd door een heel moeizame klim brachten me uiteindelijk bij de teen van de puinkegel die het gevolg was van een...oeps...ammoniet...en nog een...en nog een...en daar nog een...
Twee mooie spinatum en een heel mooie salebrosum op een vierkante meter en al klimmend was het een kwestie van: hoe kom ik bij de volgende ammoniet die ik al zie liggen zonder mijn nek te breken.
Een heel prettig half uurtje volgde, waarin ik uiteindelijk bovenaan bij de voet van de instorting kwam alwaar een gepyritiseerde A. margaritatus van ca. 10 cm(!) me lag op te wachten en me tevens duidelijk maakte dat dit heel erg ons lieven heer in die goeie bui geweest was en geen onverlaat...
Wel was mijn drinken zo goed als op en noopte me tot een ongewenste aftocht; ik was al te lang gebleven en mijn lijf vertelde me dat het aan het oververhitten was; dezelfde vreemde gewaarwording van tintelingen in mijn gezicht die ik ook ervaarde bij heel hoge koorts en ook mijn gedachten werden koortsachtig: ik moet een blog maken, ik moet een blog maken...
Time to gohoo!!!
Opgewonden en verrukt door wat ik gevonden had, maar met een behoorlijk versmalde blik realiseerde ik me net nog dat ik nu dubbel voorzichtig moest zijn in dit verradelijke terrein; als ik zou vallen en mezelf te zwaar blesseren, kon het wel es drie of vier dagen duren voor ze me te laat zouden vinden...en het drinken was al even op...
Plat gezegd liep ik te verrekken van de dorst en was op weg naar een zonnesteek...tot dat braamstruikje...eten en drinken in een en de struik hing van boven vol met glanzend zwarte, door het vocht opgeblazen rijpe bramen, twee handjes vol en precies genoeg om even lekker onderuit in de schaduw ervan te genieten.
Toen was het ineens een heel stuk makkelijker geworden en wel op een heel smakelijke manier.
Terug bij de auto, de spullen er in gemikt en vlot naar de dichtstbijzijnde bron van drinken gereden, waar ik een grote fles gekoelde appelsap vlotjes half leeg dronk...
Morgen schrijf ik over de belevenissen van afgelopen middag: Toarcien from top to bottom en weer terug...
Tot morgen, Bert
[Bewerkt door Elbert op 05-08-2018 om 07:17 NL]
Dit jaar voor het eerst met mijn splinternieuwe Lotus-belle tent, een kruising tussen een jurt en een tipi; een magnifique ding; mooi en praktisch en eenvoudig door 1 persoon op te zetten en da`s heel handig als je alleen bent.
De reis; ik vertrek doorgaans op de zondagavond rond 22 uur en dan is de weg nagenoeg leeg met alleen rond de ochtendspits wat meer verkeer.
Dit keer ervoor gekozen om wat eerder de snelweg te verlaten en het laatste stuk langs de Tarn gereden; schitterende rit met werkelijk ongelofelijk mooie vergezichten die de vermoeienis van het de hele nacht doorrijden deden vergeten.
Aangekomen in Pailhas, na het handenschudden, zoenen geven, schouders slaan en het onvermijdelijke 1e drankje, wijselijk niet blijven hangen en kamp gemaakt.
En ik moet zeggen: de verkooporganisatie van de tent had niet overdreven; in drie kwartier stond het kamp en had ik mijn bed al opgemaakt.
En dat was maar goed ook; na een overgeslagen nacht en een lange rit en dan nog kamp maken, was het meer dan tijd om even aan de oplader te gaan...
Dus niet meer het veld in gegaan; dit uitgesteld tot de volgende morgen, maar wel een plan gemaakt voor het veld; op Google earth had ik in een Domeriaan afzetting wat onregelmatigheden (septaries?) gezien waarvan ik niet goed kon uitmaken of het onder- of boven- Domeriaan was en wilde dit graag duidelijk hebben; het maakt nogal uit voor welke vondsten er te verwachten zijn en ik hoopte dat het boven- zou zijn; daar zijn soms mooie gepyritiseerde Amaltheiden te vinden.
De volgende morgen eerst nog wat zaken hun plek gegeven; om te voorkomen dat ik van alles niet meer weet waar het gebleven is, dat is me eerder overkomen.
Daarna eindelijk het veld in, eerst wat gewone wegen, maar daarna boerenpaadjes en elke 10 meter de gelegenheid om de uitlaat te verspelen, dus rustig aan en het spul heel houden.
Zo`n eerste verkenning met zo min mogelijk gereedschap; als ik dan iets bijzonders tegenkom, is er altijd gelegenheid om terug te komen.
Wel belangrijk is de hoeveelheid drinken die ik mee neem; bij ca. 30 graden is een halve liter per uur het absolute minimum om dehydratie en oververhitting te voorkomen.
Ik had voor drie uur drinken bij me en ben het veld ingegaan, afgedaald naar een regengeul waarin het boven Carixiaan en het onder Domeriaan ontsloten zijn, de eerste met steenbanken en schalie, de tweede met schalie en af en toe een steenbank.
Een dertig cm. grote, gedeeltelijke Lytoceras, die ik vorig jaar had gevonden en achtergelaten, stond er nog steeds te wachten tot ik hem kom ophalen en misschien doe ik dat nog wel.
Geen onverwachte zaken meer gezien en aangekomen bij de ontsluiting bleek het toch onder-Domeriaan geweest, jammer maar helaas...
Daarop was het 1e doel eigenlijk al bereikt; ik heb duidelijkheid over die afzetting en ben weer gaan klimmen, naar een kleine, goed verborgen boven-Domeriaan afzetting waar ik al veel mooie zaken heb mogen oprapen.
Op een tiental minuten er vandaan, zag ik in de verte, daar een heerschap lopen met een rugzak en een hamer of houweeltje in de hand, overduidelijk een andere verzamelaar die even mijn plekje aan het schoonmaken was...!
Verd....., begrijp me goed, ik gun een ieder het zijne, maar heb daar toch moeite mee...
In het Yorkshire blog van April heb ik het er ook al over gehad, dat het wenselijk is om de eerste te zijn en dat was nu niet anders.
Was het in Yorkshire het getij, in Frankrijk kan een flinke regenbui dat verschil maken tussen matig en joepie!
Maar allee, niets aan te doen, ben doorgelopen met het voornemen om dan maar kennis te gaan maken met de concurrentie, wie weet wat dat oplevert; heel soms wel meer dan een middagje zoeken...
Maar eenmaal daar aangekomen, niemand meer te bekennen, en de vondsten vielen uiteindelijk nog mee; kennelijk was de onbekende niet goed bekend met de ins- en outs- van precies dat ontsluitinkje; met name het boven Domeriaan daar kenmerkt zich door heel veel lagen met uitermate weinig materiaal en maar enkele lagen die relatief rijk zijn aan mooi geconserveerde laat-Amaltheiden en Pleuroceraten.
Als je dan niet weet waar precies je zoeken moet, is het een teleurstellende bezigheid en deze meneer had het snel voor gezien gehouden.
Ik trof er enkele mooie A. margaritatus en een paar goede Pleuroceraten aan, waaronder een heel mooie P. salebrosum.
Vernielde helaas een ?ammoniet in een nodule, maar daarvan is op geen enkele manier te zien of, en hoe de ammoniet er in zit en soms heb je dan wat geluk nodig en dat was er even niet...
Inmiddels had ik al meer dan de helft van het drinken gebruikt en werd het langzaamaan tijd voor de terugweg.
Op de heenweg was me al op gevallen dat er een instorting was geweest op een heel interessant nivo, net boven de Tisoa siphonalis, de top van de margaritatus zone en de apyrenum en de spinatum zone.
Maar het zou ook het resultaat van een(illegale) graafactie kunnen zijn, door een weinig scrupuleuze verzamelaar, het is daar een beschermd landschap en grootschalige graafgebeurens zijn daar niet toegestaan...
Dan zou er weinig meer te halen zijn dan de achtergebleven kruimels van de denkbeeldige goed gevulde tafel.
En nu stel ik me zo voor dat ik zeker niet de enige fossielzoeker ben die weet waar de mooie zaken zouden moeten zitten en daar dan niet bij kan en dan wat fantaseert in de trant van "als ik daar nou es een staafje dynamiet..."
Wat een rijkdom aan vondsten zou daar dan zo maar voor het oprapen liggen...
Dus alle reden om juist dat instortinkje van dichtbij te gaan bekijken, dan zou vanzelf wel duidelijk worden of het een plunderaar geweest was of ons lieven heer in een wel heel goede bui...
Een steile en riskante afdaling, gevolgd door een heel moeizame klim brachten me uiteindelijk bij de teen van de puinkegel die het gevolg was van een...oeps...ammoniet...en nog een...en nog een...en daar nog een...
Twee mooie spinatum en een heel mooie salebrosum op een vierkante meter en al klimmend was het een kwestie van: hoe kom ik bij de volgende ammoniet die ik al zie liggen zonder mijn nek te breken.
Een heel prettig half uurtje volgde, waarin ik uiteindelijk bovenaan bij de voet van de instorting kwam alwaar een gepyritiseerde A. margaritatus van ca. 10 cm(!) me lag op te wachten en me tevens duidelijk maakte dat dit heel erg ons lieven heer in die goeie bui geweest was en geen onverlaat...
Wel was mijn drinken zo goed als op en noopte me tot een ongewenste aftocht; ik was al te lang gebleven en mijn lijf vertelde me dat het aan het oververhitten was; dezelfde vreemde gewaarwording van tintelingen in mijn gezicht die ik ook ervaarde bij heel hoge koorts en ook mijn gedachten werden koortsachtig: ik moet een blog maken, ik moet een blog maken...
Time to gohoo!!!
Opgewonden en verrukt door wat ik gevonden had, maar met een behoorlijk versmalde blik realiseerde ik me net nog dat ik nu dubbel voorzichtig moest zijn in dit verradelijke terrein; als ik zou vallen en mezelf te zwaar blesseren, kon het wel es drie of vier dagen duren voor ze me te laat zouden vinden...en het drinken was al even op...
Plat gezegd liep ik te verrekken van de dorst en was op weg naar een zonnesteek...tot dat braamstruikje...eten en drinken in een en de struik hing van boven vol met glanzend zwarte, door het vocht opgeblazen rijpe bramen, twee handjes vol en precies genoeg om even lekker onderuit in de schaduw ervan te genieten.
Toen was het ineens een heel stuk makkelijker geworden en wel op een heel smakelijke manier.
Terug bij de auto, de spullen er in gemikt en vlot naar de dichtstbijzijnde bron van drinken gereden, waar ik een grote fles gekoelde appelsap vlotjes half leeg dronk...
Morgen schrijf ik over de belevenissen van afgelopen middag: Toarcien from top to bottom en weer terug...
Tot morgen, Bert
[Bewerkt door Elbert op 05-08-2018 om 07:17 NL]