Paleontica Community

Beste forumleden,

Ik heb afgelopen weekend een rudist gereconstrueerd, die ik afgelopen jaar in de ENCI-groeve heb gevonden, in een naar beneden gestort blok van de Meerssen member.

Bij mijn zoektocht naar literatuur over rudisten uit het Maastrichtse kwam ik eigenlijk heel weinig tegen. Uiteindelijk kwam ik een referentie naar dit artikel tegen:

Geyn, W.A.E. van de, 1940. Les Rudistes du tuffeau de Maestricht
(Sénonien supérieur). Natuurhist. Maandbl., 29: 51-57

Beschikt iemand toevallig over dit artikel?

Is er iemand die mij eventueel verder kan helpen met literatuur danwel een determinatie?

Alvast bedankt!
Johan

Johan,

dit is al een fors exemplaar. Spijtig genoeg kan ik jou niet helpen met de determinatie en literatuur is inderdaad schaars.
Misschien zijn er anderen, die jou kunnen verder helpen.

Lugo

Hey Johan,

Ik heb nog nooit een rudist uit het Limburgse krijt gezien. Nu dus wel 8). Uit de Meerssen member nog wel, dus ook nog een van de laatst levenden!

Literatuur kan ik je helaas niet aan helpen.

Hoi Johan,

ik zou contact opnemen met John Jagt of Sjir Renkens. Zij kunnen jou zeker verder helpen!

Groeten,
Oliver

Hoi Johan,

ik heb jou een mailtje gestuurd.

Groeten,
Oliver

[Bewerkt door hubertus68 op 28-03-2017 om 08:24 NL]

Hallo, misschien een tip kijk even op internet onder Keidefossilien.de , Die Sächsisch-Böhmische kreide. betreft rudisten met tekeningen. Misschien hebbe jullie zelf al gezocht. het is natuurlijk geen ENCI.
Groet,Ben.

Hallo allemaal,

Ik heb inmiddels van verschillende mensen een pdf van het artikel van .d. Geijn mogen ontvangen.

Hopelijk zal het aan de hand hiervan lukken om tot een determinatie te komen.

Groet,
Johan

Ik heb de foto's naar John doorgestuurd Johan, gaaf exemplaar!

Caveman schreef:
Ik heb de foto's naar John doorgestuurd Johan, gaaf exemplaar!

Dankjewel Mart!

Op basis van het artikel van van de Geijn (1940), waarvoor nogmaals dank aan Paul en Oliver voor het opsturen, kom ik voorlopig uit op Praeradiolites cremersi van de Geijn, 1940. Vooral op basis van de grote diameter (van ~6 cm), de robuste schelp en de platte bovenste klep.

Zie hier enkele vergelijkingen met het holotype, wat overigens slechts de steenkern is.

Groet,
Johan

[Bewerkt door FossilDude op 29-03-2017 om 22:47 NL]