Ik vond ondertussen ook dit artikel:
"Typen en typoiden van Nederlandse Eoceenfossielen", G.Spaink 1980, Grondboor en Hamer.
Figuur 5 op Plaat I toont hetzelfde fossiel. Als noot staat er bij:
"In Staringia foutief als Scaphander conica opgenomen, dus in vrouwelijke verbuiging. Scaphander betekend echter 'man in een boot' (waarbij de man de grote kauwplaten zijn en de boot de horen in een bepaalde stand gehouden). De verbuiging moet dus mannelijk zijn en aldus conicus inplaats van conica."
Ook Jacques Herman & Guy Van Den Eeckhaut tonen een afbeelding in Geominpal Begica I. Ze vermelden tevens dat de plaatjes soms foutief werden aanzien als roggenstekels waarvan de eigenlijke stekel is weggesleten.
Ik dacht dat het plaatjes konden zijn op de huid van roggen, maar geen stekels. Alle stekels die ik al gezien heb zijn éénkleurig terwijl deze vele kleuren hebben en ook zoiets als groeiringen.
Scaphander conicus heeft een zeer klein verspreidingsgebied, voor zover ik heb gevonden: België, NL, noord-Frankrijk en de UK.
https://www.discoverlife.org/mp/20m?kin ... slide_show:
Op de vindplaatsen wordt ze wel massaal gevonden en dat kan ik bevestigen, ik heb er minstens 1000 van gevonden in Deurne bij Antwerpen (later plaats ik enkele foto's).
Mogelijk zijn ze wel niet allemaal van dezelfde soort.
Deze maagplaatjes worden gebruikt om harde prooien zoals bivalven te verbrijzelen.
https://solwayshorewalker.wordpress.com ... way-shore/
"Scaphander isn’t a borer but it’s highly predatory. Paul Chambers, in his book British Seashells: A Guide for Collectors and Beachcombers, writes that the animal “has astounded scientists with its display of gluttony on the sea-shore” and Gosse, in Natural History of the Mollusca, says “they are very voracious and sometimes swallow bivalves so large as quite to distort their own form”!"
Hiermee is dit mysterie opgelost denk ik
[Bewerkt door 8legs op 14-08-2019 om 12:01 NL]