Paleontica Community

deze 3 ammonieten zien er van de zijkant identiek uit

als we de venter echter bekijken zijn deze toch duidelijk verschillend

bij Isohoplites steinmanni staan de ventrale tubercules recht tegenover elkaar
bij Hoplites benetianus staan ze afwisselend links/rechts maar eindigen dicht bij elkaar zodat, als men met een pen over de venter gaat, geen rechte lijn kan getrokken worden
bij Hoplites dentatus staan de tubercules ook afwisselend maar ze staan verder uit elkaar
Dit zijn de kenmerken die deze 3 soorten bepalen
De belangrijkste kenmerken van de meeste ammonieten zijn op de venter te zien; als je een ammoniet voor determinatie toont, vergeet zeker het ventrale zicht niet

Hartelijk dank hiervoor, Phil!

Prolyelliceras van Peru, sinds het exportverbod zie je minder op fossielbeurzen maar wat is het het verschil met Lyelliceras lyelli uit het midden-albiaan? ze zien er identiek uit; de naam Prolyelliceras doet vermoeden dat het om de voorouder van Leyelliceras lyelli gaat maar dit is Lyelliceras pseudolyelli bij deze lopen de ribben zigzag over de venter. De vooroude van L.pseudolyelli is P.vaasti en deze stamt af van Tegoceras.
Prolyelliceras komt in deze familie niet voor en is er ook niet dicht mee verwant, ze is veel ouder en stamt uit de onderste laag van het onder-albiaan. Dit noemt men : homoeomorphy. Het komt meer voor dat ammonieten dubbelgangers hebben vb. lijkt Ottohoplites bulliensis sprekend op Dimorphoplites biplicatus. De ammoniet uit Madagascar die men bijna overal aanbiedt als Cleoniceras besairei (ook in de geo-rockshop) is Aioloceras besairei en deze is niet verwant met Cleoniceras en wordt tegenwoordig ingedeeld bij Beudanticeras.
Deze uitleg om aan te tonen dat men waakzaam moet zijn bij determineren op zicht.

als we deze 3 ammonieten van CBN uit de P5 willen determineren kunnen we de monografie van Spath ter hand nemen en vinden zonder veel problemen : Euhoplites ochetonotus, Euhoplites trapesoidales en Euhoplites armatus

voor deze 2 heeft Spath nog de naam E.solenotus en E.serotinus ter beschikking

als we deze 5 ammonieten ook willen determineren heeft Spath geen namen meer ter beschikking; deze hebben we echter niet nodig : er kunnen namelijk in een eco-systeem nooit zo veel verschillende zo dicht met elkaar verwante soorten samen naast elkaar blijven bestaan. Deze gaan met elkaar kruisen tot er maar één soort overblijft. Toch vinder we al deze vormen samen terug uit de zelfde periode en tijd. We kunnen besluiten dat al deze ammonieten vormen zijn van de zelfde soort.
Deze vormen vormverschillen zijn ontstaan door verschillende leefomstandigheden, zo wordt aangenomen dat diep water en sterke stroming leidt tot gestroomlijnde vorm zonder uitstekels. Ondiep en rustig water zorgt dan voor dikke bestekelde vormen.

De geldige naam is de eerst gebruikte, in dit geval Euhoplites ochetonotus. De laatste foto toont verschillende vormen van Euhoplites lautus; de verschillen tussen de soorten zijn veel kleiner dan de verschillen binnen de soort zelf. Dit komt bij veel geslachten van ammonieten voor en dit noemt de intraspecifieke variatie van een soort.

Hoi Phil,

bedankt voor je opheldernde (en ook verwarrende )uitleg! Versta ik het juist dat de tien ammonieten op de bovenste foto van jou laatste bijdraag allemaal naar E. ochetonotus behoren??

groetjes, Xenina