Paleontica Community

Oke vind dat je er erg mooie foto’s onder maakt!

Oh, bedankt!

Een nieuwe week - een nieuwe post!

Deze keer zet ik de focus op broedkamers en eicellen. Bryozoa planten zich zowel geslachtelijk (seksueel) als ongeslachtelijk (knopvorming) voort. De seksuele voortplanting is echter de meest voorkomende en zo vinden wij bij bijna alle in het Limburgs Krijt voorkomende soorten broedkamers (gonozooiden) voor de ontwikkeling van meerdere embryo's bij soorten uit de orde Cyclostomata of eicellen (ovicellen) voor de ontwikkeling van een enkele embryo bij soorten uit de orde Cheilostomata). Vooral bij de Cyclostomata zijn de vorm en positie van het gonozooid van crucieel taxonomisch belang omdat vele soorten en zelfs geslachten erg op elkaar lijken en zich zonder een gonozooid nauwelijks van elkaar onderscheiden.

Op de volgende drie plaatjes zien jullie fertiele cellen met aanwezige ovicellen uit de orde Cheilostomata. De ovicellen zijn meestal kleine kapjes of bolvormige opzwellingen in die elk een embryo zat.

Foto 1: 'Eschara' jussieui ontwikkeld eicellen, die in de binnenruimte van de cel liggen (zie rechts) en van buiten niet zichtbaar zijn (links) // SEM-foto_ KU Leuven
Foto 2: Escharifora? nysti vertoont een verticaal band met fertiele cellen
Foto 3: Coscinopleura elegans met een enkele fertiele cel (centrum)

Volgende week zal ik jullie broedkamers van de Cyclostomata tonen. Dus: To be continued...

Dank de invloed van kiezelzuur zijn vele fossielen prachtig bewaard gebleven, ook zo de bryozoa, die zich in zwak verkiezeld fossielgruis bevinden. Het verkiezelingsproces moet kort na of tijdens de leeftijd van de dieren gebeurt zijn, want er zijn plaatselijk nauwelijks tot geen destructieve invloeden (door stroming, erosie, etc.) aan de fossielen zelf te ontdekken. Zelfs zeegrasstengels zijn heel mooi gepreserveerd gebleven. En ook de hier getoonde bryozoa kolonie (Meliceritites hagenowi) - die met zekerheid tot de grootste exemplaren van deze soort behoord - is vrij compleet bewaard. Zelfs de broedkamer (gonozooid, foto 1) is aanwezig. En tot mijn kennis is dit de enigste broedkamer, die ooit bij deze soort ontdekt werd.

Broedkamers van bryozoa uit de orde Cyclostomata zijn meestal groter dan de ovicellen (eicellen) in de orde Cheilostomata en bevatten tegenover deze meerdere embryos ipv. van een enkele. De frontale wand van de broedkamers (en trouwens ook de wanden van de "normale" cellen zijn lichtjes geperforeerd, om zo voor een doorstroming met voedsel en zeewater te kunnen zorgen.

Beste groeten,
Oliver

Hoi Oliver,

dit is opnieuw een prachtig exemplaar met een heel mooie broedkamer.

De Kunrader facies levert inderdaad soms prachtige vondsten op. Dankzij een lichte verkiezeling worden de kleinste details bewaard.
Het specimen op de foto's vond ik in de holte van een grillig gevormde vuursteen, eveneens uit de Kunrader facies.
Op de eerste foto zit deze kolonie nog in de holte van de vuursteen
De kolonie gebruikte als substraat het gesteelde operculum van een kokerworm met een diameter van slechts 5 mm. (tweede foto).
Toch groeide de kolonie uit tot een fors exemplaar (derde foto).
Door de afwezigheid van gonozooiden (broedkamers) kan spijtig genoeg niet met zekerheid gezegd worden over welke cyclostomate soort het hier gaat.
Maar mogelijk betreft het een Crisidmonea cancellata (Goldfuss, 1829).

Beste groeten,

Lugo

Hallo samen,

vandaag een mooi stilleven van een mosdiertje (vermoedelijk uit de familie Hippothoidae) dat rond een ander mosdiertje (Petalopora flexuosa?) gegroeit is.
Gewoon leuk!


Groeten,
Oliver

Prachtig plaatje, Oliver.

Ik merk ook dat bij de kolonie, die de Petalopora sp. als substraat gebruikt, goed bewaarde ovicellen en vrij veel avicularia aanwezig zijn. En het lijkt er op dat bij sommige cellen ook nog het operceulum aanwezig is en de mondopening afsluit.

Beste groeten,

Lugo