Pagina 1 van 2

Vraag aan alle leden

Geplaatst: 06 aug 2007, 13:25
door quarrydigger
beste allemaal,

Stel ik ben een echte leek op het gebied van fossielen, ik weet er helemaal niks van af. En ik zou aan één van jullie vragen hoe men weet dat sommige fossielen zo onvoorstelbaar oud zijn. Want Winterswijk bijvoorbeeld ligt rond de 240 miljoen jaar oud. Hoe zouden jullie mij dit dan in het kort uitleggen? Want het is niet de bedoeling dat ik een hele presentatie geef over fossielen, maar meer om deze vraag kort te kunnen beantwoorden.

hoop op goede reacties

Groeten van QUARRYDIGGER, Sneek

Antw: Vraag aan alle leden

Geplaatst: 06 aug 2007, 14:54
door MarkW
Door middel van koolstof datering kan je de oudheid van iets bepalen, dit kan je alleen niet bij de hele formatie doen, daarom zoek je kleine fossielen er uit die veel voorkomen.

Daar doe je een \"koolstof datering\" op, en zo kan je met deze \"gidsfossielen\" bepalen hoe oud de andere fossielen uit de lagen zijn waaruit jij ze vind.



Antw: Vraag aan alle leden

Geplaatst: 06 aug 2007, 14:54
door Plikona
Relatieve en absolute chronostratigrafische ouderdom:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Chronostratigrafie
@Mark,
Met 14C methode kun je niet veel in Winterswijk.

[Bewerkt door Plikona op 06-08-2007 om 13:56 NL]

Antw: Vraag aan alle leden

Geplaatst: 06 aug 2007, 15:01
door ziepe
Correct me if I\'m wrong maar de C14 methode, die is toch maar toepasbaar tot enkele tienduizenden jaren terug??

Ziepe

Antw: Vraag aan alle leden

Geplaatst: 06 aug 2007, 16:04
door sjaak
Is het overigens mogelijk dat fossielen los spoelen (bv. door de zee) en weer opnieuw in sediment terechtkomen en verstenen?

Antw: Vraag aan alle leden

Geplaatst: 06 aug 2007, 16:44
door Plikona
Ja dat kan en heet remaniëren. Indien gewenst , ga ik straks wat dieper in op relatieve en absolute ouderdom.

Antw: Antw: Vraag aan alle leden

Geplaatst: 06 aug 2007, 17:34
door Frederik
ziepe schreef:
Correct me if I\'m wrong maar de C14 methode, die is toch maar toepasbaar tot enkele tienduizenden jaren terug??
Ouder dan dat neemt de nauwkeurigheid idd snel af tot onbruikbare proporties. Maar er zijn naast C14 een hele resem andere isotopen - met dan ook andere, soms veel langere, halfwaardetijden - zodat absolute datering van veel oudere formaties mogelijk is met een betrekkelijk hoge nauwkeurigheid.
De bewuste isotopen moeten natuurlijk wel aanwezig zijn.
Door deze \'absolute\' datering te koppelen aan een systeem, waarbij het mogelijk is lagen van dezelfde ouderdom aan elkaar te koppelen (\'relatieve\' dateringen, op basis van stratigrafie, gidsfossielen), kunnen formaties waarbij een absolute datering moeilijk of onmagelijk is, toch soms relatief nauwkeurig gedateerd worden.

Antw: Antw: Vraag aan alle leden

Geplaatst: 06 aug 2007, 18:53
door sjaak
Plikona schreef:
Ja dat kan en heet remaniëren. Indien gewenst , ga ik straks wat dieper in op relatieve en absolute ouderdom.
Graag!

Antw: Vraag aan alle leden

Geplaatst: 06 aug 2007, 19:41
door Plikona
Eerst de relatieve ouderdom.

Door het principe dat huidige skeletdeeltjes en opgeloste mineralen neerslaan op oudere sedimenten kan men besluiten dat jongere sedimenten , behalve enkele tectonische uitzonderingen, steeds bovenop reeds oudere afzettingen terechtkomen. Dit heet superpositie. Nu is het natuurlijk belangrijk dat men eerst deze aardlagen nauwgezet optekent en één voor één in het geostratigrafisch systeem hun plaats toebedeeld. Dat hebben de geologen de laatste tweehonderdvijftig jaar gedaan. Daar de beschrijvende geologie ontstond in Europa , gaven de beschrijvers ook hoofdzakelijk \'Europese\' namen aan hun geografische beschrijvingen. Dat het Maastrichtiaan door André Dumont in 1849 werd benoemd zal wel algemeen bekend zijn. Dat hij daarvoor het geologisch profiel onder de Lichtenbergboerderij op de St Pietersberg (het huidige ENCI) beschreef als het \'système Maestrichtien\' iets minder? Dit is dus het stratigrafisch typeprofiel van het Maastrichtiaan. Iedere tijd heeft dus zijn typegebied , net als iedere soort zijn Holotype of type-exemplaar heeft , dat door een auteur in een wetenschappelijk werk is vastgelegd.

Meestal wordt/werd een tijdvak begrenst door het chronostratigrafisch optreden van eraan gekoppelde fossielen. Fad (first appearance datum) voor het verschijnen en Lad (last appearance datum) voor het uitsterven van een wereldwijd gidsfossiel. Dit is nogal relatief. Een fossiel heeft zijn tijd vandoen om over de hele wereld te verschijnen en ook een hele tijd om werkelijk overal te verdwijnen.

Daarom kreeg men na de jaren vijftig hulp van de meting van het verval van radioactieve elementen. Als op een plaats waar ook terwereld in een \'relatieve\' afzetting een vulkaanuitbarsting een laagje vulkanische as afzette en daarna weer opnieuw een sedimentafzetting volgde kon men de absolute ouderdom bepalen door het verval van de in de as opgesloten radioactieve elementen. Dit is een linaire gebeurtenis.
In de paleontologie gebruikt men vaak:
Kalium-argondatering maakt gebruik van het verval van 40K naar 40Ar. 40K heeft een hoge halfwaardetijd.

Rubidium-strontiumdatering maakt gebruik van 87Rb verval naar 87Sr, wat een zeer hoge halfwaardetijd heeft.

Om nu een heel omslachtig verhaal zeer kort te houden kan Quarrydigger dus stellen:

Men weet door het meten van het radioactief verval van radioisotopen dat de afzettingen in Winterswijk x aantal miljoenen jaren oud zijn.



Antw: Vraag aan alle leden

Geplaatst: 06 aug 2007, 19:58
door Ceraurus
Boeiende uitleg Louis.

<:{{{{{>