Paleontica Community

Detemineren c.q hobby heeft een tijdje stil gestaan bij mij.
Dit setje van 5 kreeg ik vandaag binnen, zit me af te vragen of de determinatie van de 2-de foto wel klopt.

groetjes,
Age

Foto 2, eerste tand is Striatolamia striata, tweede tand Hypotodus verticalis en derde tand Cretolamna appendiculata is juist.

Morpheus, bedankt.

Een zeer aangename en goedkope uitbreiding van mijn verzameling, mag ik wel zeggen.
Vooral omdat het om zelden aangeboden matriaal uit het Amerikaanse Eoceen betreft.

groetjes,
Age

Vandaag kwam deze ruiling binnen.
Iemand een idee?

1, Myliobatis
2, Striatolamia striata
3,4,5, Cretolamna appendiculata
6, is niet echt duidelijk.
7, Hypotodus verticalis
8, Striatolamia striata

Misschien een grotere foto van tandjes 6.
Mvg
Guy

morpheus schreef:
2, Striatolamia striata
8, Striatolamia striata

Hoe onderscheid men S.striata en S.macrota?

Hoi Guy,

Hier nog een paar foto\'s van 6 - 4 en 9.

nr. 4a + 4b denk ik eerder aan een bovenkaakse Otodus dan een C. appendiculata.

nr. 9a + 9b is waarschijnlijk een Barraccuda -tand en kaakfragment.

groetjes,
Age

Hallo allemaal,

Isis vraagt hoe je striata en macrota onderscheid.

Nolf schrijft hierover: de plooien op de linguale zijde van de kroon van S macrota zijn minder hoog als bij S striata.
Ook worden tanden van S macrota in de geologiesche voortgang groter en hebben \'n bredere kroon.
De juveniele tanden van bijde soorten zijn vrijwel niet van elkaar te onderscheiden.
Dit geeft in de praktijk weinig problemen. omdat de stratigrafische spreiding van beide soorten elkaar niet overtreft
Tot zover D. Nolf.
Dus tandjes uit Templeuve (Paleoceen)heten S.striata en tandjes uit Egem S.macrota.

Als nu in Maryland het Palaeoceen en het eoceen in de zelfde groeve voorkomt, komen we niet verder dan de geslachtsnaam.
Dus hier wordt de soort ook bepaalt of hij uit het palaeoceen danwel uit het eoceen komt.

Groeten Hans.

Hoi Hans, bedankt voor je reactie. Even een paar opmerkingen.

stiek schreef:
Nolf schrijft hierover: de plooien op de linguale zijde van de kroon van S macrota zijn minder hoog als bij S striata.
Ook worden tanden van S macrota in de geologiesche voortgang groter en hebben \'n bredere kroon.

Subtiele verschillen zijn welliswaar waar te nemen, maar de vraag is of dat een andere soortnaam rechtvaardigt. De S.macrota\'s uit Balegem (lutetien) zijn (in mijn verzameling) ook groter dan de S.macrota\'s uit Egem (Ypresian). Desalnietemin houden we het op 1 soort.

stiek schreef:
De juveniele tanden van bijde soorten zijn vrijwel niet van elkaar te onderscheiden.
Dit geeft in de praktijk weinig problemen. omdat de stratigrafische spreiding van beide soorten elkaar niet overtreft
Tot zover D. Nolf.

Er zijn locaties op de grens tussen paleoceen en eoceen waar het dan toch lastig kan worden (bv Herne bay of Abbey Wood); bovendien worden die tijdsindelingen soms aangepast op basis van nieuwe inzichten (definitie van bv paleoceen kan veranderen, maar ook kan de geschatte ouderdom van een vindplaats worden bijgesteld).

stiek schreef:
Als nu in Maryland het Palaeoceen en het eoceen in de zelfde groeve voorkomt, komen we niet verder dan de geslachtsnaam.
Dus hier wordt de soort ook bepaalt of hij uit het palaeoceen danwel uit het eoceen komt.

Naar mijn idee zou op basis van morfologische verschillen een onderscheid moeten kunnen worden gemaakt. Het lijkt me nogal vreemd om een geologische gekozen(!) grens stug als scheidslijn voor twee soorten te hanteren.

groeten Pepijn

frisian-old-age schreef:
nr. 4a + 4b denk ik eerder aan een bovenkaakse Otodus dan een C. appendiculata.

Otodus, why not.

Tandjes nr. 6 lijken mij ook striatolamia.