Paleontica Community

Bekend fenomeen voor de meeste van jullie; je hebt een bepaalde soort fossiel al en komt een mooiere tegen. Je vervangt hem, logisch.

Zo ook het geval met dit stuk Cambrium. De meest ordinaire Conocoryphe soort uit de Jince fm; C.sulzeri. Schijn bedriegt; de uitgestrekte links is een vervelling. De schijnbaar halve rechts is een complete opgerolde. Het dier is waarschijnlijk in de verdediging (opgerold) levend gestorven. Want als je goed kijkt zie je aan de wangen van dat stuk de wangstekeltjes en dat maakt deze verstening weer net een beetje meer bijzonder.

Enjoy
<:{{{{{>

gaaf exemplaar, maar is dit de nieuwe of wordt deze vervangen...

groetjes

Prachtig!! Ook die vervelling, daar zou ik al heel blij mee zijn!!
gr
pearl

Mooi en heel instructief. Ik wist niet dat conocoryphes ook wangstekeltjes hadden. Of verliezen ze die bij het volwassen worden, net zoals bepaalde types Isotelus?
Het maken van een keuze tussen de twee lijkt me niet moeilijk, maar het is ook mooi om ze beide bij elkaar te hebben.
vr.gr.

Hoi Jan,

nee, wangstekels aan een stuk zegt meestal dat het om een compleet dier ging.
De vrije wangen van een Conocoryphe zaten meer aan de onderkant en het visuele verschil met een vervelling zit hem in een extra rand om het cephalon en de stekels. Complete Conocoryphe\'s kom je niet zo heel veel tegen.
Veel ptychoparide trilobieten uit het Cambrium in Tsjechie hebben maar kleine librigena (vrije wangen) en daarom is het onderscheid tussen compleet of vervelling moeilijk te zien. Dut stuk blijft in de verzameling, ik heb ook het negatioef nog

<:{{{{{>


[Bewerkt door Ceraurus op 11-10-2007 om 12:47 NL]

[Bewerkt door Ceraurus op 11-10-2007 om 12:48 NL]

Zoals altijd eigenlijk:
bijzondere fossielen,
onder andere ook door de interessante uitleg.

met vriendelijke groet,

Mark

Dag trilo experts,

Mag ik vragen waar de term \'vervelling\' in deze context voor staat???


Met vriendelijke groet

Het meerendeel wat wij aan gefossiliseerde trilobieten vinden zijn \'vervellingen\'.
Gedurende hun groei vervelde een trilobiet (lees \'knapte uit hun te kleine jasje\') net als bijv. een slang of een spin. Deze vervellingen fossiliseerden dan.

Dit vervellen gebeurde meestal met het openknappen van de gezichtsnaad. Hierbij braken de naden tussen de vrije wangen (librigena) en vaste wangen (fixigena) en wurmde de trilobiet zich uit zijn oude huid.
Als de vrije wangen er niet meer zijn kun je er bijna zeker van zijn dat het om een vervelling gaat. Je moet dan wel weten hoe die naden lopen op het cephalon (kop).

<:{{{{{>

We doen er nog een klein schepje bovenop
Nog zo\'n boeiend stuk. Conocoryphe cf. cirina. Schitterende granulatie op het cephalon. Over deze durf ik je niet te zeggen of het een compleet gestorven dier is of een vervelling. Ik zie geen wangstekels (in de steen?)Ik heb de delen iets uitgeprepareerd maar blijf er verder van af.
Wel vind ik de \'bochel\' in zijn rug erg vreemd. Links een staart van dezelfde soort, rechts een cranidium van vermoedelijk Eccaparadoxides pusillus. Met dit soort stukken weet je weer waarom verzamelen zo geweldig is

<:{{{{{>

[Bewerkt door Ceraurus op 12-10-2007 om 20:27 NL]

Hoi Ceraurus,

wat zijn de vrije, en wat de vaste wangen?

Kun je dit verduidelijken met een illustratie of foto?


Bedankt



[Bewerkt door Gerrit-Jan op 12-10-2007 om 20:41 NL]