Hoi Alfer,
Zoals beloofd een poging tot determineren. Ben helaas geen ster met Lycopoden, hoop dat iemand anders je daar verder mee kan helpen. Verder moet ik in een paar gevallen nog even wat meer literatuur doorspitten denk ik.
2:
Asterophyllites cf. equiseformis Redenering: grootte en lineare vorm (ongeveer gelijke dikte over de gehele lengte) van de blaadjes, minder dan 25 per krans (dus niet
A. longifolius; heeft trouwens ook grotere kransen – ~50 mm blaadjes). Maar wel ongeveer 10 per krans, in de orde van 10 mm lengte.
7: Kun je hier een foto maken loodrecht op het frond? Moet de bladvorm onvertekend zien.
8:
Mariopteris muricate, Schlotheim 1804??? Dat zegt me niets eerlijk gezegd. Moet even wat meer boeken door om deze naam te vinden. Ken zelf namelijk alleen
M. muricata (Brongniart) Zeiller, 1879. Zal er van de week Boersma (1972) etc. eens op naslaan... Moet zo weg helaas dus heb geen tijd meer nu...
9:
Neuropteris tenuifolia Mee eens denk ik

.
11: Geen
Pecopteris volgens mij. Kan zien dat naar de apex van de pinna toe de pinnules confluent worden... maar zal nog wat langer bezig moeten zijn met die foto voor ik daar voldoende ‘bewijs’ voor kan geven...
12: Lijkt me Mariopteridaceae achtig, maar de hoek is wat lastig. Zie de echte vorm van de pinnules bijna niet.
13 + 14:
Sigillaria sp. Redenering: weet niet genoeg van Lycopoden af om je tegen te kunnen spreken, of te bevestigen, heb alleen dit gevonden over deze vormgroep binnen Sigillaria in Remy & Remy (1977):
“Gruppe
Favularia: Namensgebung wegen der meist dicht stehenden mehr oder weniger bienenwabenförmigen, sechsseitigen, sich eng berührenden Blattnarben. Die Längzeilen sind gemäss der Form der Narben durch Furchen, die im Zickzack verlaufen, getrennt. Die
Favularia treten gleichzeitig mit den
Rhytidolepis auf, scheinen aber das Westfal A nicht zu überschreiten. Die
Favularia sind besonders häuftig im Namur C und im Westfal A.”
Dit is een stratigrafische beperking waar je misschien wat aan hebt, daar het gesteente in Z.Be over het algemeen Westfaliaan BC ouderdom heeft, toch? Aan de andere kant klopt de “zeshoekige” omschrijving voor in ieder geval 13 best goed... Misschien kan Ziepe je hier verder helpen; die weet sowieso meer van de Lycopoden af dan ik...
15:
Lepidodendron fusiforme? Redenering: heb dit zelf ook gevonden in Zuid België en vond de lancetvormige uitstulpsels redelijk spiraalsgewijs gerangschikt (dus mogelijk Lepidodendron).
L. Fusiforme heeft zeer langwerpige bladkussens, en wanneer de bast al wat verder gerot is voor ze wordt begraven zie je de lidtekens etc. niet meer. Zeker hierover ben ik absoluut niet, maar het is wel de determinatie waar ik het bij m’n eigen (zeer gelijkende) vondsten op heb gehouden. Het genus
Sigillariaphyllum waar je zelf op uit kwam zegt me eerlijk gezegd niet zo veel; weet je nog hoe je tot die determinatie kwam? Want je zou heel goed gelijk kunnen hebben, wil wel wat meer weten over dat geslacht...
18:
Sigillaria sp. Sorry, ben niet goed met Lycopoden (betere foto van de bladlidtekens zou hier ook helpen).
20:
Sphenophyllum majus of
S. cuneifolium. Redenering: lengte-breedte ratio blaadjes ongeveer 2 (hoewel stuk onder hoek is gefotografeerd leek dat me redelijk), zijmarges ongeveer recht (tot convex) en de distale marges (buitenrand zeg maar) is redelijk puntig, waardoor ik minder naar
S. emarginatum neig (hoewel dus moeilijk te zien vanaf een foto en deze soort nogal variabel van vorm is). De twee opties hierboven blijven over; je kunt ze het gemakkelijkst uit elkaar houden door de schaal (die niet gegeven is).
S. majus heeft grotere blaadjes (>12 mm) en
S. cuneifolium is doorgaans kleiner (<12 mm). Nu maar hopen dat je stuk niet blaadjes van precies 12 mm heeft

.
Helaas moet ik zo weg dus dit moet even wachten. Zal van de week nog even verder kijken...
Ciao!
Tim
[Bewerkt door Carboon op 06-10-2009 om 20:46 NL]