Paleontica Community

Beste Oliver,
Ik maak van dit item gebruik om nog eens een oude fossiel uit jou verzameling terug boven te halen. Ik geloof dat je in 2013 in t'Rooth een grote oester vond die nu in het determinatiesysteem verschijnt onder de naam Ceratostreon. Het bijbehorende verhaal is mij eerst ontgaan tot ik mij herinnerde dat ik toen ook twee zo'n grote oesters vond op dezelfde locatie in de groeve. De eerste was zodanig verpulverd dat hij niet meer te recuperen viel. Ik liet de brokstukken achter in de groeve. De tweede was wel nog in behoorlijke staat ondanks het feit dat hij flink doorboord is door verschillende soorten boororganismes. Zou je een paar foto's kunnen maken van beide zijden van jou fossiel. Ik heb namelijk twijfels over het feit of het hier wel over een Ceratostreon gaat. Ik maak zo snel mogelijk een foto van de bolle schelp van de oester in mijn collectie. Die heeft namelijk ook diezelfde afmetingen
Struikelaar.

Dag Noel,

bij deze twee foto's van de oester. Zij is bijna 14 cm lang.
De determinatie werdt toen door het NHM Maastricht gedaan.
De buitenkant heb ik niet vrijgelegt, omdat hierop een grote
Spondylus-schelp vastgekit zit. Deze (of beter: wat ervan
bewaart gebleven is) wou ik bewaren.

Ben benieuwt op een foto van jouw exemplaar...

Groeten,
Oliver

Dag Noel,

bij deze twee foto's van de oester. Zij is bijna 14 cm lang.
De determinatie werdt toen door het NHM Maastricht gedaan.
De buitenkant heb ik niet vrijgelegt, omdat hierop een grote
Spondylus-schelp vastgekit zit (foto 1). Deze (of beter: wat ervan
bewaart gebleven is) wou ik bewaren.

Ben benieuwt op een foto van jouw exemplaar...

Groeten,
Oliver

Ok Oliver,
Ik denk dat de serie ongeveer gelukt is. Wat details erbij. Langsgemeten 15 cm maar er is een stukje af van vermoedelijk 2 cm. Over de breedte is de schelp 13 cm. De schelp vertoont een typische oesterstructuur met een viertal rudimentaire ribben die evenwel niet doorlopen tot de schelprand. Elke rib eindigt in een hoek. Als de schelp op haar basis rust is de hoogste ronding 6 cm. Spijtig genoeg ontbreekt het slot volledig en ook de afdruk van de sluitspier is onvolledig. Ik vermoed dat de schelp in volledige toestand rond de 20 cm lang kan geweest zijn. Ik heb die net als jij gevonden in die afvalheuvel op de recherzijde van de groeve waarschijnlijk in oktober van 2013.

Hallo Oliver,
Ik denk dat ik er zo ongeveer ben geraakt. Ik ging op basis van jou determinatie als 'Ceratostreon sp.' verder op zoek en ik vond eerst op een Frans forum een vrij duidelijke en gelijkaardige foto van een 'Ceratostreon', gevonden in Saintes (in het Santonien). De vinder vroeg ook om verduidelijking maar kreeg alleen maar wat vage antwoorden. Toevallig viel mijn oog wel op de term Ceratostreon spinosum (syn. Exogyra Matheroni) en hiermee spoorde ik Google verder aan. Dit bracht mij tot de site die jij uiteraard goed kent, met name die van Steinkern.de. Daar vond ik weer een vrij similaire afbeelding van een Ceratostreon spinosum (oberkreide Coesfeld). Ik denk bijgevolg dat we er voorzichtig kunnen van uit gaan dat deze soort verder leefde tot in het Maastrichtien en daar in afmeting nog groter werd. Mogelijks is jou schelp dus misschien wel de platte zijde van een Ceratostreon spinosum.
Bedankt voor de hulp en de bijkomende foto.
Noël.

Hallo Noel,

in A. Dhondt's artikel "Upper Maastrichtian bivalve faunas from the Crimea..., 1999" staat voor de top van de Formatie van Maastricht de soort Ceratostreon pliciferum genoemt. Helaas zonder foto en beschrijving. Maar misschien een goede tip voor verdere recherche.

Bedankt voor jouw uitvoeringen!.

Oliver

Hallo Oliver,

Zou het kunnen dat pliciferum dan komt van plicare : 'plooien' en ferum voor het mannelijke van fere wat 'bijna' betekent ? Dit zou dan moeten zijn een Ceratostreon die bijna geplooid is. Ver heeft de oorspronkelijke naamgever het dan niet gezocht. Maar goed, ik heb wat foto's gevonden van een C. praespinosum en een spinosum (o.m. in een rus. werk van Vinokurova, Frolenkova en Kakhanova 1970) en die lijken er niet op. C. Pliciferum heeft als voorvader volgens recente studies C. Fabellatum. Google afbeeldingen levert alleen exemplaren op van het Campanien en het Santonien en die zijn meestal meer geplooid. Sommige exemplaren hebben wel twintig ribben.
De zoektocht gaat verder. Als er toevallig iemand van het NHM meekijkt mag hij of zij ook gerust een hint geven.
Bijna vergeten, wat betreft spoutnik nr. 2 (dus niet de vingerafdruk, wel de volgende) : ik heb er eentje zoals die van jou maar iets uitgebreider. Er is aan de vorm te zien dat het waarschijnlijk een trechtervorminge structuur heeft. Als ik tijd heb plaats ik wel een beeldje van mijn exemplaar.
Groetjes,
Noël

Niet evident om een foto te nemen in een trechtertje Oliver

Bijkomende info,

Merkwaardig dat Leloux geen hint kon geven...
In Grondboor & Hamer staat in nr 4/5 1998 een artikel van J Leloux over koralen. Kijk eens naar afbeelding 2 : struktuur zeer similair. Wijst op Diploctenium.

Daar zijn er verschillende soorten van maar allemaal met dezelfde fijne graatstruktuur. Eentje is ook circulair zoals jou afbeelding. Diploctenium contortum Reuss. Te zien op www.corallosphere.org/genus/494

Noel.